3. De twee getuigen

3. De twee getuigen.pdf

De twee getuigen profetie;
leven in een wereld die geen heerlijkheid  geeft aan de Schepper

Inleiding:

In de vorige nieuwsbrief  is aandacht besteed hoe het net zich sluit rondom de valse profeet, de zoon van het verderf’. Volgens de Schrift was de schepping door God zeer goed, volmaakt. (Gen. 1:31)
De zoon van het verderf zal zich echter verheffen boven God door zgn. ‘verbeteringen’ aan de schepping door te voeren, onherstelbare verbeteringen, zoals de genetische modificatie. (2 Tess. 2:3,4)
Hoe staat het met ‘heerlijkheid geven’ aan de Schepper door de huidige wereld?
De wereld geeft geen heerlijkheid, eer en kracht aan de Schepper, die alle dingen heeft geschapen.  (Op.4:9-11)

HerzSt (Op. 4:10,11) 10 …wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden: 11 U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.

Slechts een aantal Christenen, discipelen van Jezus, geven de heerlijkheid aan de Schepper en Zijn Zoon.
Dat verklaart de toorn van God, maar met de toorn komt ook de ontsnapping zoals de twee getuigen profetie.
We beginnen met de toorn van God, en gaan stap voor stap naar de twee getuigen profetie, de laatste kans.

De toorn van God

De apostel Johannes ontvangt van Jezus (via een engel) een visioen van dingen die binnenkort gebeuren moeten. (Openbaring 1:1)
Als eerste volgt de inspectie van de 7 gemeenten door Jezus. (Openbaring hfdst 2,3)
Na de inspectie van de 7 gemeenten wordt Johannes gevraagd om op te stijgen naar de hemel zodat het verdere hemelse visioen aan hem getoond kan worden. (Openbaring 4:1-2)
Het verdere hemelse visioen kan globaal worden verdeeld in drie gedeelten, naar een getrapte climax toe:

Op.  5:1-5    In Gods rechterhand een boekrol met zeven zegels en alleen het Lam kan de zegels openen
– Het openen van de zeven zegels (Op. 6:1-17,8:1-5)
Op.  8:6       Het openen van het <zevende> zegel omvat het blazen van de zeven bazuinen
– Het blazen van de zeven bazuinen (Op. 8:7-9:21,11:15-19)
Op. 16:1 Het blazen van de <zevende> bazuin omvat het uitgieten van de zeven schalen van toorn
– Het uitgieten van de zeven schalen van toorn (Op. 16:2-21)
Op. 16:17    Na het uitgieten van de <zevende> schaal van toorn:   ‘Het is geschied!’

Het openen van de zeven zegels

Wanneer het Lam het 1e  zegel van de boekrol opent, wordt de persoon op het witte paard een kroon gegeven, waarna hij erop uittrekt om zijn overwinning te voltooien.
Deze persoon op het witte paard is logischerwijs een afbeelding van Jezus, die lang heeft moeten wachten, tot Hem de kroon wordt gegeven als teken van Koninkrijksmacht:

NBG51 (Hebreeën 10:12-13) 12 deze echter is, na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God,13 voorts afwachtende, totdat zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor zijn voeten.

HerzSt (Openbaring 19:11-13) 11 En ik zag de hemel geopend, en zie,  een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. 12 En Zijn ogen waren  als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een Naam, die opgeschreven was, en die iemand kent dan Hijzelf. 13 En Hij was bekleed met een  in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn Naam luidt:  Het Woord van God.

Met het openen van het 2e  zegel (vuriggekleurd paard) wordt de vrede van de aarde weggenomen. (Op.6:3,4)
Het openen van het 3e  zegel (zwart paard) betekent hongersnoden. (Op.6:5,6)
Het 4e  zegel (vaal paard) betekent de dood door oorlogen, voedseltekorten, ziekten en wilde beesten. (Op.6:7,8)
Bij het 5e  zegel is er sprake van vervolging van christenen tot de dood. (Op.6:9-11)
Op. 7:1-17   <TUSSENGEDEELTE>  over de verzegelde erfgenamen
Als het 6e  zegel wordt geopend zien we dat de mensen – door de dreigende situatie – radeloos van angst zullen worden, ze weten dat de grote dag van toorn of gramschap van God en het Lam is gekomen. (Op.6:12-17)

HerzSt (Op. 8:1) En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een half uur.

HerzSt (Op. 8:6) En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, gingen zich gereedmaken om op de bazuin te blazen.

Het blazen van de zeven bazuinen

Zeven engelen gaan om beurten op hun bazuin blazen met als gevolg plagen over de mensen, die zich niet tot hun Schepper gekeerd hebben:

Op.   8:7       1e bazuin        1/3 deel van de aarde verbrandt door hagel en vuur met bloed vermengd
Op.   8:8       2e bazuin       1/3 deel van de zee sterft, vergaat en wordt bloed door een grote berg van vuur
Op.   8:10     3e bazuin        1/3 deel van de rivieren en waterbronnen worden bitter door een grote brandende ster
Op.   8:12     4e bazuin   1/3 deel van de zon maan en sterren worden verduisterd

HerzSt (Op. 8:13) 13 En ik zag en hoorde één engel, die hoog aan de hemel vloog en met een luide stem riep: Wee, wee, wee hun die op de aarde wonen, vanwege de overige bazuinstoten van de drie engelen die nog op de bazuin zullen blazen.

Op.   9:1       5e bazuin   1e wee    De afgrond wordt geopend; sprinkhanen mogen de mensen 5 maanden pijnigen
Op.   9:13     6e bazuin  2e wee    Een zeer grote groep ruiters mag het 3e deel van de  mensen doden
Op. 10:1 – 11:13      <TUSSENGEDEELTE>     heilige geheim + meten van de tempel + de twee getuigen profetie
Op. 11:15     7e  bazuin  3e wee    Het hemelse koninkrijk neemt een aanvang, God is Koning geworden

De 5e, 6e en 7e bazuin zijn als drie weeën van een barende vrouw.
De weeën komen steeds sneller en worden steeds heviger.
Jezus gebruikt dit gegeven ook in zijn illustraties:

HerzSt (Mattheüs 24:7-8) 7 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. 8 Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.

Waren de voorgaande plagen pijnlijk, met de weeën (de 5e, 6e en 7e bazuin) beginnen de daadwerkelijke heftige pijnscheuten voor de onberouwvolle aardbewoners.

  • De 5e bazuin, het 1e wee

De sprinkhanen zijn de eertijds opgesloten engelen in Tartarus en krijgen de macht om 5 maanden lang de mensen te pijnigen die het zegel van God niet op het voorhoofd hebben. (Op. 9:1-6)
(Zie voor de onderbouwing van de sprinkhanen: eindtijd 4. Openbaring; de 7 bazuinen)

HerzSt (1 Petrus 3:18-20) 18 Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest, 19 door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten  in de gevangenis gepredikt heeft, 20 namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren,  toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige –  dat is acht – mensen  behouden werden door het water heen.

  • De 6e bazuin, het 2e wee

Vier engelen worden ‘losgemaakt’ die in gereedheid waren gehouden voor dit beslissende moment.
(Een vergelijkbare situatie is beschreven in Op. 7:1, over de 4 engelen die de vier winden van de aarde stevig vasthielden tot het beslissende moment.)
Deze vier engelen krijgen nu toestemming om te mogen optreden en maken het mogelijk, dat een zeer grote groep ruiters het 3e deel van de mensen kan doden. (Op. 9:15)
Wil God dan dat alle zondige mensen gedood worden?

Oze hemelse Vader hoopt dat de mensen tot inkeer komen en daardoor gespaard blijven, maar ze komen helaas niet tot inkeer, want het overige deel van de mensen had geen berouw van hun werken:

HerzSt (Openbaring 9:20,21) 20 En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen. 21 Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal.

  • De 7e bazuin, het 3e wee

Gods koninkrijk is gekomen.
De hemelse Vader is als Koning gaan regeren, in directe samenwerking met de Messias. (Op. 11:15-17)
De koninkrijken van de wereld zijn van God en zijn Messias geworden en de tijd om te oordelen is aangebroken.

HerzSt (Daniël 2:44) In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden.

De 24 ouderen geven een opsomming aan Johannes van de beloningen voor personen die zullen gaan plaatsnemen in het Nieuwe Jeruzalem; de beloning  voor de profeten, de heiligen en degenen (jong en oud) die ontzag hebben voor Uw naam. En om hen te verderven die onberouwvol zijn gebleken:

NBG51 (Openbaring 11:18) 18 ….. maar uw toorn is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven.

Op. 10:1 – 11:13                 <TUSSENGEDEELTE>

Na het blazen van de 5e bazuin –  maar voor het blazen van de 6e bazuin – wordt een tusengedeelte ingevoegd over drie thema’s:     het heilige geheim;    het meten van de tempel;   de twee getuigen profetie

  • het heilige geheim

Een sterke engel – Jezus –  komt met een kleine open boekrol en roept dat er geen uitstel meer zal zijn.
(Zie voor de onderbouwing dat Jezus de sterke engel is, zie: https://www.dojc.nl/?p=6856)
Het ‘heilige geheim’ blijkt het Koninkrijk van God en de sleutelrol die Jezus vervult in de regering van het Nieuwe Jeruzalem.

HerzSt (Luc.8:10) Hij zei: Aan u is het  gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk van God te kennen,  maar tot de anderen spreek Ik in gelijkenissen,  opdat zij niet zien, ook al zien zij, en niet begrijpen, ook al horen zij.

NBG51 (Ef.1:7-14) 9 door ons het geheimenis van zijn wil te doen kennen, in overeenstemming met het welbehagen, dat Hij Zich in Hem had voorgenomen, 10 om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder één hoofd, dat is Christus, samen te vatten, 11 in Hem, in wie wij ook het erfdeel ontvangen hebben,

Dit heilige geheim betreft dan ook het voornemen van God, om aan het directe einde een regering te hebben, waar ook mensen uit de natien deel van zullen uitmaken:

HerzSt (Ef.3:5-6) 5 dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen,  zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest,  6 namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie,

HerzSt (Openbaring 22:5) ….. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid.

Dat ‘het heilige geheim volbracht wordt’ (Op.10:7) betekent, dat het Nieuwe Jeruzalem gereed is voor zijn taak;  Jezus, de apostelen, de 144.000 heiligen en de grote schare verblijven in het Nieuwe Jeruzalem.

het meten van de tempel

Johannes krijgt de opdracht om de tempel te gaan meten en hen te tellen, die daarin aanbidden. (Op. 11:1)

HerzSt (Openbaring 11:1,2) 1 En mij werd een riet gegeven, een staf gelijk, met de woorden: Sta op en meet de tempel Gods en het altaar en hen, die daarin aanbidden. 2Maar laat de voorhof, die buiten de tempel is, erbuiten, en meet die niet; want hij is aan de heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden, tweeënveertig maanden lang.

Dit meten is symbolisch bedoeld en betekent een inventarisatie van de discipelen van Jezus.
Waarom moet dit gebeuren? In Zacharia 2:1-5 staat de oplossing, ook hier  moet iemand gaan meten:

HerzSt (Zach 2:1-2,5) 1 Opnieuw sloeg ik mijn ogen op en zag, en zie, er was een Man met een meetsnoer in Zijn hand. 2 Toen zei ik: Waar gaat U heen? Hij zei tegen mij: Ik ga Jeruzalem opmeten om te zien hoe groot zijn breedte en hoe groot zijn lengte zal zijn. 5 En Ík zal voor haar zijn, spreekt de HEERE, een muur van vuur rondom, en Ik zal in haar midden tot heerlijkheid zijn.

Het opmeten symboliseert in Zacharia de goddelijke bescherming van Jeruzalem. In het geval van Johannes betekent het opmeten van de tempel de ‘bescherming’ van de na’os, dus de bescherming van de heiligen en ook van de grote schare. (na’os is Grieks voor de centrale heilige ruimten van de tempel)
Ook van de grote schare wordt gezegd dat zij in de na’os verblijven en wel als dienaren. (Op 7:13-17)

Het is Johannes niet toegestaan om het voorhof te meten. (bedoeld wordt het enkele voorhof zoals bij de door God voorgeschreven tempel van Salomo) Het brandofferaltaar stond in het voorhof van de tempel.
Brandoffers – berouw op basis van Jezus offer – konden dan ook nog steeds worden gebracht, maar de natiën verkozen het om het voorhof van Gods tempel ‘te vertreden’, dat wil zeggen, om onberouwvol te zijn. (Op. 11:2)

  • de twee getuigen profetie

Dan wordt er aangekondigd, dat er tijdens de grote verdrukking twee getuigen van de Heer op aarde zullen zijn.
Het boek Openbaring bevat zeer veel symboliek.
Men zou vervolgens zo kunnen redeneren, dat het optreden van de twee getuigen slechts symbolisch gezien moet worden. Maar volgens die redenatie zou de parousia of wederkomst van Jezus in Openbaring ook symbolisch zijn en gaat het leven gewoon door zoals het altijd was. (2 Petr. 3:3,4)
Echter, alleen al in het evangelie van Mattheüs wordt Jezus parousia 5 maal bevestigd: Matt. 24:3,27,37,39,46

Door de menselijke geschiedenis heen was het gebruikelijk om een bode de komst of bezoek van de Koning te laten aankondigen.
Zo’n bode moest niet alleen aankondigen dat de koning in aantocht was, maar had ook de taak om alles daarvoor in gereedheid te brengen, zodat alles goed voorbereid was.
Johannes de Doper had als ‘bode’ de taak om de komst van de Koning Jezus voor te bereiden als Messias.
De twee getuigen zijn de ‘boden’ voor de komst van de Koning Jezus als redder van zijn discipelen.
Het juridisch getuigenis van de twee getuigen in Openbaring hfdst. 11 heeft een ondersteunende waarde voor de betrouwbaarheid van hun getuigenis:

HerzSt (Deuteronomium 19:15) Eén enkele getuige mag tegen niemand opstaan met betrekking tot enige ongerechtigheid of tot enige zonde, bij elke zonde die men ook zou kunnen doen.  Op de verklaring van twee getuigen of op de verklaring van drie getuigen staat de zaak vast.

In de volgende onderdelen gaan we uitgebreid in op de twee getuigen profetie (Openbaring 11:3-14)

Vers 3            in zakken gehuld

HerzSt (Op. 11:3) 3 En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen, in rouwkleding gekleed, twaalfhonderdzestig dagen lang profeteren.

De twee getuigen zullen gedurende 1260 dagen oftewel gedurende de in Op. 11:2 eerder genoemde 42 maanden (van ieder 30 dagen) werkzaam zijn en in zakken gehuld.
In zakken gehuld betekent, dat hun getuigeniswerk een boodschap inhoudt waar berouw bij past.
De 1260 dagen hebben ook een profetische betekenis, zoals opgeschreven door Daniël:

HerzSt (Daniël 12:7-10) 7 Toen hoorde  ik de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Hem Die eeuwig leeft: Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft, wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht  van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen. 8 Ik echter, ik hoorde het wel, maar ik begreep het niet. En ik zei: Mijn Heere, wat zal het einde hiervan zijn? 9 Toen zei Hij: Ga heen, Daniël, want deze woorden blijven geheim en verzegeld tot de tijd van het einde.

<< Volgens diverse Bijbelstudenten hebben de in Daniël 12:7 gebruikte woorden ‘tijd’ en ‘tijden’  betrekking op ‘profetische’ jaren, omdat deze afwijken van de Hebreeuwse kalender met z’n ‘werkelijke’ maanden en jaren.
Een Hebreeuwse maand is namelijk (lunisolair) gebaseerd op een maancyclus en begint op de nieuwe maan en duurt ongeveer 29,5 dag, dus er zijn maanden van 29 dagen en maanden van 30 dagen.
12 maanden x 29,5 dag = 354 dagen. Een zonnejaar is echter 365 dagen lang.
Om die reden werd er in de Hebreeuwse kalender (volgens schema) soms een extra maand toegevoegd.
Een ‘profetisch’ jaar daarentegen blijkt – volgens de redering – slechts 360 dagen te tellen.
Dit kan afgeleidt worden door Openbaring 12 vers 6 te vergelijken met vers 14:

HerzSt (Openbaring 12:6,14) 6       En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had, die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden  twaalfhonderdzestig dagen……. 14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt,  een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang.

Uit Openbaring 12:6,14 blijkt, dat  ‘1 tijd + 2 tijden + 0,5 tijd = 3,5 tijd’ en komt overeen met ‘duizend tweehonderd zestig dagen’  = 3,5 jaar van ieder 360 dagen. Een maand is dan standaard 30 dagen, zoals dat ook blijkt door Openbaring 11 vers 2 en vers 3 te vergelijken, in dat geval 42 maanden van 30 dagen.
Laten we – om de Schrift te verklaren – de redenatie van ‘profetische’ maanden en jaren maar gedogen. >>

Volgens Daniël 12:7 komt ‘het einde’ wanneer de macht  van het heilige volk stuk zal zijn geslagen. Dus met het einde van het predikingswerk van de twee getuigen en hun ondersteuners zal er een einde aan al deze dingen komen.
Dit komt ook terug in Daniël 7:25,26

HerzSt (Daniël 7:25,26) 25 Woorden tegen de Allerhoogste zal  hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd. 26 Daarna zal het gerechtshof zitting houden: men zal hem zijn heerschappij ontnemen, hem verdelgen en volledig  vernietigen.

Ook in Daniël 7:25 wordt dus gesproken over het ten gronde richten van de heiligen van de Allerhoogste, met name de twee getuigen of heilige profeten van God.
Zowel in Daniël 7:25, Daniël 12:7 als in Openbaring 11:3 (de twee getuigen profetie) wordt gesproken over dezelfde situatie, want deze Schriftplaatsen worden allen vervuld ‘vlak voor het einde’.

Vers 4            de twee olijfbomen en de twee kandelaars

HerzSt (Op. 11:4) 4 Zij zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaars, die voor de God van de aarde staan.

De twee getuigen worden in Op.11:4 met twee kandelaars vergeleken en met  twee olijfbomen.
Deze beeldspraak komen we ook tegen in Zacharia 4:11-14, waar deze lampenstandaarden de twee gezalfden aanduiden:

HerzSt (Zacharia 4:11-14) 11 Daarna antwoordde ik en zei tegen Hem: Wat betekenen die twee olijfbomen aan de rechterkant van de kandelaar en aan de linkerkant ervan? 12 En voor de tweede keer antwoordde ik en zei tegen Hem: Wat betekenen die twee olijftakken die door twee gouden buisjes gouden olie uit zich weg laten lopen? 13 Toen sprak Hij tot mij: Weet u niet wat deze dingen betekenen? Ik zei: Nee, mijn Heere. 14 Daarop zei Hij: Dat zijn de twee gezalfden, die bij de Heere van heel de aarde staan.

Wie zijn dan de twee gezalfden?
Mozes en Elia behoren tot de gezalfde profeten en komen als eerste hiervoor in aanmerking:

HerzSt (Numeri 11:25) 25 Toen daalde de HEERE neer in de wolk en sprak tot hem, en Hij zonderde een deel af van de Geest Die op hem was [Mozes], en droeg dat over op de zeventig mannen, die oudsten. En het gebeurde, toen de Geest op hen rustte, dat zij profeteerden, maar daarna niet meer.

HerzSt (1 Koningen 19:16) 16 En u [Elia] moet Jehu, de zoon van Nimsi, zalven tot koning over Israël. En Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mehola, moet u tot profeet zalven in uw plaats.

Zij zijn ook de twee profeten in de transfiguratie van Jezus:

HerzSt (Lukas 9:30) 30 En zie, twee mannen spraken met Hem; het waren Mozes en Elia.

Johannes de doper is de tegenbeeldige Elia:

HerzSt (Mattheüs 11:12-14) 12  En van de dagen van Johannes de Doper af tot nu toe wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en geweldenaars grijpen het. 13 Want al de profeten en de Wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. 14  En als u het wilt aannemen: hij is Elia, die komen zou.

De discipelen van Jezus hadden een ander beeld over de komst van Elia:

HerzSt (Matt 17:10-12) 10   En Zijn discipelen vroegen Hem: Waarom zeggen de schriftgeleerden dan dat  Elia eerst moet komen? 11 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Elia zal wel eerst komen en alles herstellen. 12 Ik zeg u echter dat Elia al gekomen is, en ze hebben hem niet erkend, maar ze hebben met hem gedaan alles wat ze wilden; zo zal ook de Zoon des mensen door hen lijden. 13 Toen begrepen de discipelen dat Hij tot hen over Johannes de Doper gesproken had.

Jezus geeft een tweeledig antwoord betreffende de komst van Elia:
Matt.17:12            Ik zeg u echter dat Elia al gekomen is en ze hebben hem niet erkend
Jezus refereerde hier aan Maleachi 3:1 m.b.t.  Johannes de Doper:

NBG51 (Maleachi 3:1) 1 Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de Here der heerscharen.

NBG51 (Mattheüs 11:10) 10 Deze is het, van wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg voor U heen bereiden zal.

En in het tweede deel van het antwoord betreffende de komst van Elia:
Matt.17:10   Elia zal wel eerst komen en alles herstellen
Jezus refereerde hier aan een gedeelte in Maleachi over de komst van Elia, die zal zijn gedurende Gods dag:

HerzSt (Maleachi 4:5) 5 Zie, Ik zend tot u de profeet  Elia, voordat de dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende dag.

In Mal. 4:5 wordt daardoor het verband gelegd tussen Elia en de twee getuigen profetie, want hier wordt gesproken over de grote dag van God en Zijn Messias.
Wanneer we de levens van Mozes en Jezus bekijken, dan zien we veel overeenkomsten.
Jezus wordt in Handelingen beschreven als de grotere Mozes:

HerzSt (Handelingen 3:22) 22 Want Mozes heeft tegen de vaderen gezegd:  De Heere, uw God, zal voor u een Profeet laten opstaan uit uw broeders, zoals ik; naar Hem moet u luisteren in alles wat Hij tot u zal spreken.

Ten tijde van Mozes ging Israël gebukt onder vreemde overheersing; het was een slavenvolk in de macht van Egypte  (Exodus 1:14). Mozes kreeg de opdracht Israël uit de gevangenschap en slavernij van Egypte te redden.
Ten tijde van Christus ging Israël opnieuw gebukt onder vreemde overheersing; het was een slavenvolk in de macht van de Romeinen. Jezus redde Israël uit de gevangenschap en slavernij van de zonde (Efeziërs 2:1-8)

Mozes kreeg de autoriteit om grote wonderen te doen. (Exodus 9-14),  Jezus deed nog grotere wonderen dan Mozes.

Ook Elia heeft veel gemeenschappelijk met Jezus.
Het wonder van de broodvermeerdering in Matt. 14:17-21 en Matt. 15:34-38 lijkt op het wonder dat Elia mocht doen bij met de meelpot van de weduwe:

HerzSt (1 Koningen 17:14) 14 Want zo zegt de HEERE, de God van Israël: Het meel in de pot zal niet opraken en in de kruik zal het aan olie niet ontbreken tot op de dag dat de HEERE regen op de aardbodem geven zal.

Het wonder van de opwekking van mensen Matt.8:5-13, Luc.7:11-15, Marc.5:35-43, Joh.11:1-46 lijkt op het wonder dat Elia mocht doen met de zoon van de weduwe:

HerzSt (1 Koningen 17:22) 22 De HEERE luisterde naar de stem van Elia en de ziel van het kind keerde in hem terug, en het werd weer levend.

Jezus verblijf van 40 dagen en nachten in de woestijn lijkt op de 40 dagen en nachten van Elia:

HerzSt (1 Koningen 19:8) 8 Toen stond hij op, at en dronk, en liep door de kracht van dat voedsel  veertig dagen en veertig nachten, tot aan de berg van God, de Horeb.

De hemelopname van Jezus lijkt op de hemelopname van Elia:

HerzSt (2 Koningen 2:11) 11 Het gebeurde, terwijl zij al sprekend verdergingen,  zie, dat er een vurige wagen met vurige paarden kwam, die tussen hen beiden scheiding maakte. Zo voer Elia in een storm naar de hemel.

Het is dus zeer aannemelijk dat met de twee getuigen Mozes en Elia worden bedoeld.

Vers 5    ze zullen zich beschermen met hun mond van waarheid

HerzSt (Op. 11:5) 5 En als iemand hun schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en dat verslindt hun vijanden. En als iemand hun schade wil toebrengen, moet hij op dezelfde manier gedood worden.

Zij hoeven zich niet bezorgd te maken over hoe of wat zij moeten spreken, de geest van de hemelse Vader spreekt door hen:

HerzSt (Matt. 10:19,20) 19 Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet.  20 Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt.

Vers 6       er zal geen regen vallen en zullen de aarde treffen met plagen

HerzSt (Op. 11:6)  6 Zij hebben macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen zal vallen in de dagen dat zij profeteren. En zij hebben macht over de wateren  om die in bloed te veranderen, en de aarde te treffen met allerlei plagen, zo vaak zij dat willen.

Als profeet had Elia de autoriteit ontvangen om het niet te laten regenen:

HerzSt (1 Koningen 17:1) 1 En Elia, de Tisbiet, uit de inwoners van Gilead, zei tegen Achab: Zo waar de HEERE, de God van Israël, leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, er zal deze jaren geen dauw of regen komen, behalve op mijn woord!

Als profeet had Mozes de autoriteit ontvangen om water te veranderen in bloed en om de plagen in Egypte uit te voeren:

HerzSt (Exodus 7:20) 20 Mozes en Aäron deden precies zoals de HEERE geboden had. Hij hief de staf op en sloeg voor de ogen van de farao en zijn dienaren het water dat in de Nijl was. En al het water dat in de Nijl was, werd in bloed veranderd.

Zullen Elia en Mozes dan hoogstpersoonlijk verschijnen in de eindtijd?
Dat is niet te verwachten, omdat bij het eerdere verschijnen van Elia niet werd gezegd dat Johannes de doper  ‘letterlijk’  Elia zou zijn, maar dat hij ‘de geest en de kracht’ van Elia  zou hebben:

HerzSt (Lukas 1:17) 17 En hij zal voor Hem uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken.

Vlak voor de grote dag van God zal er een nieuwe Elia verschijnen, een profeet in de geest en de kracht van Elia, samen met een profeet in de geest en kracht van Mozes.

Vers 7    het beest zal oorlog met hen voeren en hen doden

HerzSt (Op. 11:7)  7 En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat  uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden.

Het scharlakenrode wilde beest – dat uit de afgrond opstijgt – zal oorlog tegen hen voeren.
Uit het artikel ‘wereldmachten 9. De vrouw en het scharlaken gekleurd wilde beest’ blijkt, dat dit ‘scharlakenrode’ beest uit de afgrond (Openbaring 17:8) een financieel systeem betekent, het 8e koninkrijk, de 10 ongekroonde koningen van de centrale banken.
(Zie voor de onderbouwing van het scharlakengekleurde wilde beest: https://www.dojc.nl/?p=62)

HerzSt  (Openbaring 17:11,12) 11 En het beest dat was en niet is, is ook zelf de achtste. En hij is uit de zeven, en gaat naar het verderf. 12 En  de tien horens die u gezien hebt, zijn tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, maar die samen met het beest één uur koninklijke macht zullen ontvangen.

Het predikingswerk van de twee getuigen zal op zijn minst een tweeledige boodschap hebben.
Een boodschap om berouw te tonen t.a.v. de Schepper en Zijn Zoon en een boodschap tegen de afgoderij, tegen de liefde voor geld.
Wanneer de twee getuigen hun getuigenis hebben volbracht zal deze  financiële macht hen overwinnen.
Deze financiële macht is zelf juist de ongekroonde koning van het geld en zal tot het uiterste gaan om deze gezalfden de mond te snoeren en hen – zoals de Schriftplaats zegt – zelfs te doden.

Vers 8,9 hun dode lichamen zullen op straat liggen

HerzSt (Op. 11:8,9)  8 En hun dode lichamen zullen liggen op de straat  van de grote stad, die in geestelijke zin genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook onze Heere werd gekruisigd. 9 En de mensen uit de volken, stammen, talen en naties zullen hun dode lichamen drieënhalve dag zien, en zullen niet toelaten dat hun dode lichamen in het graf gelegd worden.

Deze grote stad is een afbeelding van „Jeruzalem” uit Jezus dagen, dat beweerde God te aanbidden maar dat evenals Sodom zondig was geworden aan (geestelijke) hoererij en evenals Egypte deel was geworden aan afgoderij. Het is een afbeelding van onberouwvolle mensen, die zowel de Vader als de Messias, de Zoon des mensen, loochenen:

HerzSt (Jesaja 1:8-10) 8 De dochter van Sion is overgebleven als een hutje in een wijngaard, als een nachthutje op een komkommerveld, als een belegerde stad.  9  Als de HEERE van de legermachten ons niet een gering aantal ontkomenen had overgelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk geworden zijn.  10 Hoor het woord van de HEERE, leiders van Sodom! Neem de wet van onze God ter ore, volk van Gomorra!

HerzSt (Zacharia 13:1-2) 1 Op die dag zal er een bron geopend worden voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem tegen de zonde en tegen de onreinheid. 2 Op die dag zal het gebeuren, spreekt de HEERE van de legermachten, dat Ik uit het land de namen van de afgoden zal uitroeien, zodat aan hen niet meer gedacht zal worden. Ja, ook de profeten en de onreine geest zal Ik uit het land wegdoen.

Het is een schande en vernedering om gestorven onschuldige mensen niet te begraven. Alleen verachte misdadigers werden niet begraven, maar op de vuilnisbelt van Gehenna (dal van Hinnom) met fosfor verbrand.

Vers 10         de mensen op aarde gaan feest vieren

HerzSt (Op. 11:10) 10 En zij die op de aarde wonen, zullen zich over hen verblijden, en zullen feest gaan vieren en elkaar geschenken sturen, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen, zo gekweld hadden.

De mensen op aarde zijn vrolijk over hun dood en gaan elkaar geschenken geven.
Eindelijk zijn de plagen gestopt.

Vers 11-13   de twee getuigen krijgen een opstanding en worden opgenomen in de hemel

HerzSt (Op. 11:11-13) 11 En na die drieënhalve dag kwam er een levensgeest uit God in hen en zij gingen op hun voeten staan. En grote vrees overviel hen die hen zagen. 12 En zij hoorden een luide stem uit de hemel tegen hen zeggen: Kom hier omhoog. En zij gingen omhoog naar de hemel, in de wolk, en hun vijanden keken hen na. 13 En op datzelfde uur vond er een grote aardbeving plaats, en het tiende deel van de stad stortte in. En bij die aardbeving werden zevenduizend met name bekende personen  gedood. En de overigen werden zeer bevreesd, en gaven eer aan de God van de hemel.

Maar na 3,5 dag krijgen de twee getuigen een opstanding en de mensen worden zeer bevreesd omdat ze een groot teken van God zien. Er worden na de hemelopname van de twee getuigen 7000 bekende mensen gedood, omdat ze blijkbaar Gods toorn toekomen.
De vrees van de overige mensen nam verder toe en ze gaven heerlijkheid aan de God van de hemel. (Op.11:13).
Zij zien in grote angst de vernietiging van deze 7000 bekende personen aan, het ingrijpen door God.
Dat zij vervolgens eer geven aan de God van de hemel wil overigens niet zeggen dat ze gered zullen worden:

HerzSt (Jesaja 26:10,14,16) 10 Al wordt de goddeloze genade bewezen, hij leert niet wat gerechtigheid is: in een land van recht bedrijft hij onrecht en de hoogheid van de HEERE ziet hij niet………14 Doden zullen niet herleven; gestorvenen zullen niet opstaan. Daarom hebt U hen gestraft, hen weggevaagd, elke gedachtenis aan hen doen vergaan……… 16 HEERE, in de benauwdheid hebben zij U gezocht, een fluisterend gebed uitgestort, toen Uw vermaning over hen kwam.

Om gered te worden is geloof in Jezus onlosmakelijk nodig:

HerzSt (Johannes 3:17-18) 17 Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.

Willibr. (Handelingen 16:30-31) . . . . 30 daarop ging hij met hen naar buiten en zei: ‘Heren, wat moet ik doen om gered te worden?’ 31 Zij antwoordden: ‘Geloof in de Heer Jezus; dan zult u gered worden, u en al uw huisgenoten.’

HerzSt (Johannes 10:9) 9                Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.

Volgens Jezus zal er echter geen eindeloos geduld zijn en komt er een eind aan de mogelijkheid voor redding:

Willibr. (Lukas 13:23-27) 23 Iemand vroeg Hem: ‘Heer, zijn het er maar weinig die gered worden?’ Hij zei tegen de mensen: 24 ‘Doe wat u kunt om door de nauwe deur binnen te komen, want Ik verzeker u, velen zullen proberen binnen te komen, maar er niet in slagen. 25 Vanaf het moment dat de heer des huizes is opgestaan en de deur heeft afgesloten, zult u buiten moeten blijven. U zult op de deur gaan bonzen en roepen: “Heer, doe open”, en Hij zal u antwoorden: “Ik ken u niet. Waar komt u vandaan?” 26 Dan zult u zeggen: “We hebben met U gegeten en gedronken, en in onze straten hebt U onderricht gegeven.” 27 En Hij zal tegen u zeggen: “Ik ken u niet. Waar komt u vandaan? Ga weg allemaal, bedrijvers van onrecht die u bent!”

Wat zullen deze 2 profeten bereiken?

Gods woord zal resultaat hebben:

HerzSt (Maleachi 4:6) 6 Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen, en het hart van de kinderen tot hun vaders, opdat Ik niet zal komen en de aarde met de ban zal slaan.

Zachtmoedige christenen uit alle delen van de wereld zullen de stem van de twee getuigen herkennen als van Goddelijk geïnspireerde oorsprong en hen ondersteunen, totdat de Christus zal zijn gekomen.

HerzSt (Matt 24:14) 14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.

De 2 getuigen profetie:  de Tijdslijn

De tijdslijn kan het gemakkelijkst worden afgeleid adhv. de evangeliën samen met het verslag in Openbaring.
Begin van de weeën der benauwdheid:

HerzSt (Mattheüs 24:4-8)  4 En Jezus antwoordde en zei tegen hen:  Pas op dat niemand u misleidt. 5   Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden. 6 U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. 7   Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. 8 Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.

Matt. 24:5+Luc. 21:8                        Valse christussen
Matt. 24:6+Luc. 21:9+Op. 6:4          Oorlogen
Matt  24:7+Luc. 21:11+Op 6:6,8      Hongersnoden, besmettelijke ziekten, aardbevingen

Tussen Matt 24:8 + 9 is een overgang van [begin van weeën]  naar [hevige weeën], de grote verdrukking:

HerzSt (Matt 24:9-14) 9  Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam. 10 En dan zullen er velen struikelen en zij zullen elkaar overleveren en elkaar haten. 11  En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden. 12 En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen. 13  Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. 14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.

Matt. 24:9+Luc. 21:17,21+Op 6:9    Vervolging, gedood worden, door allen gehaat worden
Matt. 24:10+Luc. 21:16                     Velen christenen zullen ‘afvallig worden’/struikelen, elkaar verraden en haten
Mattheüs  24:12                                 Wetteloosheid neemt toe, liefde zal verkillen
Mattheüs  24:14                                 Evangelie prediking wereldwijd
Mattheüs  24:11                                 Valse christussen en valse profeten die grote tekenen zullen doen

Als we de tekenen in de evangeliën bezien (zie eindtijd 2. De Evangeliën), zitten we nu in de overgang van  ‘begin van de weeën der benauwdheid’ naar ‘de grote verdrukking en vervolging’, een periode die in 2Timotheüs 3:1-2 ‘de laatste dagen’ wordt genoemd:

HerzSt (2 Timotheüs 3:1-2) 1 En weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken. 2 Want de mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf, geldzuchtig,….

De laatste prediking uit Matt.24:14 zal dus gedurende de grote verdrukking vervuld worden, precies overeenkomend met de tijdslijn van de vervulling van de 2 getuigen profetie. Dit laatste kunnen we tevens weten omdat na de verdrukking de Zoon des mensen op de wolken van de hemel zal komen (Matt 24:29-31):

HerzSt (Matt 24:29-31) 29 En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. 30  En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. 31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder  luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan.

Dit predikingswerk zal onder leiding van de 2 getuigen/profeten met groot machtsvertoon gebeuren . (Op 11:6). De prediking van Jezus was gedurende drie en een half jaar.
Het predikingswerk van de twee getuigen zal ook gedurende 1260 dagen of drie en een half jaar zijn.
En daarna zal Gods koninkrijk een aanvang nemen, Satan uit de hemel geslingerd worden en dan zal de Zoon des mensen met een trompet van God (1Tess 4:16) uit de hemel neerdalen. (de wederkomst of parousia)
De 2 getuigen profetie kan dus op zeer korte termijn een aanvang nemen, maar eerst moet de engel (voor ons niet waarneembaar) zweren dat er geen uitstel meer zal zijn (Op 10:6) en daarmee de laatste fase inluiden voor redding door middel van de 2 getuigen profetie.

Een ander tijdselement dat wordt genoemd (in Op 17:11) is het 8e koninkrijk, het financiële systeem,  dat nu regeert:

HerzSt (Op 17:12) 12 En  de tien horens die u gezien hebt, zijn tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, maar die samen met het beest één uur koninklijke macht zullen ontvangen.

Tot slot:

Wat waren Mozes en Elia voor mensen?

HerzSt (Numeri 12:3) 3 Maar de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen die op de aardbodem waren.

HerzSt (Exodus 4:10) 10 Toen zei Mozes tegen de HEERE: Och Heere, ik ben geen man van veel woorden. Dat ben ik sinds jaar en dag  al niet, zelfs niet vanaf het ogenblik dat U tot Uw dienaar gesproken hebt, want ik spreek onduidelijk en moeizaam.

HerzSt (Jac 5:17,18) 17  Elia was een mens net zoals wij en hij deed een vurig gebed dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde, drie jaar en zes maanden. 18   En hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort.

Mozes en Elia waren mensen net zoals wij, met ieder zijn eigen gevoelens en problemen.

Volgens de Schrift zullen de grote verdrukking en de vervolging binnenkort plaatsvinden.
Dan zullen de twee profeten hun getuigenis gaan geven, gezalfden met de kracht en geest van Mozes en Elia.
Maar hoe staat het met ons individueel?
Kunnen we samen met deze twee getuigen één zijn met elkaar, wanneer zij binnenkort hun werk gaan doen?

HerzSt (Joh.17:11) 11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld, en Ik kom naar U toe. Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij.

Spreekt onze liefde voor onze Schepper en Zijn Zoon dan niet hieruit, dat wij deze 2 getuigen ondersteunen met dit laatste wereldwijde predikingswerk, de laatste kans voor onze naasten om gered te worden?

NBG51 (Mattheüs 24:13) 13 Maar wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden.

.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *