6. De beloofde Messias

Jezus-Messias-6.pdf

Een uiteenzetting van Jezus leven bedoeld voor jong tot oud, om de diepere betekenis van de Messias duidelijk te maken.

In het vorige gedeelte; deel 5, hebben we uitgebreid gesproken over nederigheid, goedheid, barmhartigheid en rechtvaardigheid, en ook wat Jezus bedoelde om geen deel van de wereld te zijn.
Maar er zijn voor een christen nog andere eigenschappen nodig om zich te beschermen:

HerzSt (Efeziërs 6:13-17) 13 Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden. 14 Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, 15 en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede. 16 Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. 17 En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,

Om met het schild van het geloof deze vurige pijlen te kunnen uitblussen, moeten we deze pijlen als eerste ook herkennen.
Wat via de kranten en het nieuws tot ons komt, hoeft niet altijd op waarheid gebaseerd te zijn.
Volgens professor Peter Phillips, professor of Sociology, Ph.D., University of California:
“Tachtig procent van alle nieuwsberichten in de krant of in de media wordt door een public relations- propaganda-firma doorgestuurd, hetzij overheids- of privé-firma. Dat is een onderzoek waaraan we hebben gewerkt.”   ( https://youtu.be/xiN9EznSoTc )

Deze nieuwsberichten worden vervolgens door b.v. Reuters of Associated-Press over de wereld gedistribueerd.
Hier spelen mogelijke belangen (of een geheime agenda) op de achtergrond, zoals de belangen van de machtige oorlogs-industrie of financiële industrie.

Thema: Het thema van dit schrijven zal gaan over Jezus belangrijke onderwijs wat het beloofde Koninkrijk betreft, het Goddelijke vredesrijk met een rechtvaardig bestuur.

De huidige koninkrijken en de schimmige rol van hun geheime diensten

Geheime diensten en hun legers vormen feitelijk een staat binnen de staat, zonder democratische controle. Alles valt immers onder staatsgeheim.

Groot Brittannië, de VS en de Europese bondgenoten werden in 1949 verenigd in de NAVO.
Eind jaren 40, na de 2e wereldoorlog, werden er in heel Europa ‘stay behind’ -legers opgericht.
De Britse geheime dienst MI-6 was de initiator van de (clandestiene) verzetsorganisaties in Europa, met name de dienst SOE (Special Operations Executive).
In eerste instantie waren deze legers bedoeld voor de communistische dreiging van Rusland.
Later bleek, dat deze ‘stay behind’ legers in 15 Europese landen lijsten hadden van mensen die gedood moesten worden bij een bezetting door de Russen.
Deze geheime legers hadden voor ieder land een eigen naam, in Italië heette dit leger ‘Gladio’.

Gladio betekent zwaard.
Alle ‘stay-behind’ legers samen vielen later onder de noemer ‘Gladio-netwerk’.
Voor de NAVO was Italië strategisch zeer belangrijk als blokkade voor de communistische invloed.
Italië kende in die periode veel personen die sympathieën hadden voor het communisme, dat kwam de geheime diensten CIA en MI-6 (en dus de NAVO) niet goed uit.
De taak van het geheime leger veranderde daarna drastisch en werd vanaf toen ook gebruikt tegen de eigen mensen. Eerst volgden er in Italië een aantal bomaanslagen zonder doden.
Maar in 1969 volgde de bom bij de bank in Milaan (Piazza Fontana), waarbij 17 onschuldige mensen werden gedood en 88 mensen (zwaar-)gewond raakten. Daarna bleef het maar doorgaan.
Tussen 1968 en 1974 werden er in Italië 140 aanslagen uitgevoerd.
Het doel was om binnenlandse onrust te forceren, de strategie van angst zaaien.
Volgens onderzoekers verduisterde de geheime dienst van Italië bewijsstukken en saboteerden zij het onderzoek naar de verdachten, een ‘cover-up’ actie. De aanslagen in Italië zijn nooit opgelost.

Premier Andreotti van Italië werd door journalistieke onthullingen gedwongen het Gladio-netwerk te bevestigen en onthulde: ‘Stay behind’ legers zijn ook in de rest van de Europese landen opgericht.
De onthulling van de ‘stay behind’- legers door Andreotti zorgde voor grote ophef, omdat de terreuraanslagen in Italië in grote mate gekoppeld konden worden aan het Gladio-netwerk.
Er volgde veel verontwaardiging en de ‘stay behind’ legers werden een groot Europees schandaal, ook omdat er onverklaarbare terroristische acties waren geweest in zowel Duitsland als België.
Geheime diensten zijn – volgens onderzoekers – wereldwijd nog steeds operationeel met hun kwalijke procedures en methodes.
Soms lijkt het, alsof men de bevolking emotioneel wil raken in angst en terreur, met de bedoeling om oplossingen in te voeren, die onder normale omstandigheden nooit geaccepteerd zouden worden:

HerzSt (Efeziërs 5:11-13) 11 En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer. 12 Want wat heimelijk door hen gedaan wordt, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen. 13 Maar al deze dingen komen openbaar als ze door het licht ontmaskerd worden; want al wat openbaar maakt, is licht.

Volgens Daniël zal God ter vervanging van alle huidige koninkrijken een eeuwig Koninkrijk oprichten:

HerzSt (Daniël 2:44) 44 In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden.

En dit zei de engel Gabriël tegen Maria over de beloofde Messias (is gezalfde):

HerzSt (Lukas 1:30-33) 30 En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. 31 En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. 32 Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, 33 en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.

Jezus vertelde veelvuldig in Zijn dagen over de oplossing van al het bestuurlijke onrecht en sprak over een hemels Koninkrijk, een Theocratie, een Vredesrijk.

Maar wat is een Theocratie?

‘Theos’ betekent God, en ‘kratia’ betekent heersen, samengevoegd heerschappij door God.
Een Theocratie is dus een staatsvorm die is gebaseerd op Goddelijk bestuur.
De Koning is hierbij van Goddelijke komaf.
Het wetboek van deze Koning moet een wetboek zijn met rechtvaardige beginselen, een heilig wetboek. Voor christenen is dat de Bijbel.
In een Theocratie zijn geloof en staat niet meer gescheiden, wat voor ongelovigen beperkingen geeft.

Adam en Eva hadden in het paradijs de boom des levens tot hun beschikking die hen kon genezen en die de veroudering kon herstellen tot in de eeuwigheid. (Genesis 3:22-23)
Dit zal op ‘de nieuwe aarde’ precies zo zijn, de boom des levens zal daar voor getrouwe mensen ter beschikking komen, de boom waarvan de bladeren tot genezing zijn:

HerzSt (Openbaring 22:1,2) 1 En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam. 2 In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken.

Op de ‘nieuwe aarde’ mogen echter alleen zij in het Nieuwe Jeruzalem komen die geschreven staan in de boekrol des levens van het Lam, alleen zij mogen van de bladeren nemen tot genezing:

HerzSt (Openbaring 21:27) 27 Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.

Goddeloze personen zullen in het Nieuwe Jeruzalem niet meer welkom zijn. Daar op de nieuwe aarde, in hun herkansing, is er verder geen redding meer mogelijk, hun einde zal komen door ouderdom of ziekte.

Een ander voorbeeld van Theocratie is de Islam, waarbij het bestuur volgens de Mesopotamische god Allah wordt toegepast als Sharia (Islamitische wet van god). Met een menselijk bestuur.

Helaas moet er namens deze Theocratie veel onschuldig menselijk bloed vloeien op het altaar van de god Allah. Tevens worden vrouwen – in de Islamitische Theocratie – sterk beperkt in hun rechten en vrijheden.

De beloofde Messias en zijn Koninkrijk voorzegd in het Oude Testament

HerzSt (Genesis 22:18) 18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.
HerzSt (Genesis 49:10) De scepter zal van Juda niet wijken, noch de gebiedersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt; en aan hem zal de gehoorzaamheid der volken behoren.
HerzSt (Deuteronomium 18:15) 15 Een Profeet uit uw midden, uit uw broeders, zoals ik, zal de HEERE, uw God, voor u doen opstaan; naar Hem moet u luisteren,
HerzSt (1 Kronieken 17:11-15) 11 En het zal gebeuren, wanneer uw dagen voorbij zijn en u heen gaat naar uw vaderen, dat Ik uw nakomeling na u, die een van uw zonen zal zijn, zal doen opstaan, en Ik zal zijn koningschap bevestigen. 12 Die zal voor Mij een huis bouwen, en Ik zal zijn troon voor eeuwig bevestigen. 13 Ík zal hem tot een Vader zijn, en híj zal Mij tot een zoon zijn, en Mijn goedertierenheid zal Ik niet van hem wegnemen, zoals Ik die weggenomen heb van hem die er vóór u was, 14 maar Ik zal hem in Mijn huis en in Mijn koningschap voor eeuwig stand doen houden, en zijn troon zal voor eeuwig zeker zijn. 15 Overeenkomstig al deze woorden en heel dit visioen, zo sprak Nathan tot David.
HerzSt (Psalm 2:7-9) 7 Ik zal het besluit bekendmaken: De HEERE heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Zoon, Ík heb U heden verwekt. 8 Eis van Mij en Ik zal U de heidenvolken als Uw eigendom geven, de einden der aarde als Uw bezit. 9 U zult hen verpletteren met een ijzeren scepter, U zult hen in stukken slaan als aardewerk.
HerzSt (Psalm 110:1) 1 De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten. (zie ook Mattheüs 22:41-46)
HerzSt (Jesaja 9:1,5-6) 1 Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien….5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. 6 Aan de uitbreiding van deze heerschappij en aan de vrede zal geen einde komen op de troon van David en over zijn koninkrijk, om het te grondvesten en het te ondersteunen door recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid.
HerzSt (Jesaja 11:1-2,10) 1 Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen. 2 Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten: de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van de kennis en de vreze des HEEREN……. 10 Want op die dag zal de Wortel van Isaï er zijn, Die zal staan als banier voor de volken. Naar Hém zullen de heidenvolken vragen… (zie ook Romeinen 15:12)
HerzSt (Jeremia 23:5) 5 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan. Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen, Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde.
HerzSt (Daniël 7:13-14) 13 Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. 14 Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.
HerzSt (Micha 5:1) 1 En u, Bethlehem-Efratha, al bent u klein om te zijn onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn in Israël. Zijn oorsprongen zijn van oudsher, van eeuwige dagen af.
HerzSt (Zacharia 9:9) 9 Verheug u zeer, dochter van Sion! Juich, dochter van Jeruzalem! Zie, uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland, arm, en rijdend op een ezel, op een ezelsveulen, het jong van een ezelin. (zie ook Mattheüs 21:1-11 en Johannes 12:12-19)

Een belofte aan de Joden voor een Koninkrijk van priesters

Met de nakomelingen van Jacob werd een begin gemaakt voor een nieuw koninkrijk:

HerzSt (Exodus 19:5-6) 5 Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij. 6 U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die u tot de Israëlieten moet spreken.

De kinderen van Jacob (Israël) , de zoon van Izaak, werden in de Schrift de uitverkorenen en verkozenen genoemd:

HerzSt (Deuteronomium 4:37) 37 Omdat Hij uw vaderen liefhad en hun nageslacht na hen verkozen had, heeft Hij u Zelf met Zijn grote kracht uit Egypte geleid,
HerzSt (Deuteronomium 10:15 Maar alleen voor uw vaderen heeft de HEERE liefde opgevat om hen lief te hebben, en Hij heeft hun nageslacht na hen, u, uit al de volken verkozen,…..
HerzSt (1 Kronieken 16:13) 13 nakomelingen van Israël, Zijn dienaar, kinderen van Jakob, Zijn uitverkorenen.
HerzSt (Psalmen 105:6) 6 nakomelingen van Abraham, Zijn dienaar, kinderen van Jakob, Zijn uitverkorenen.
HerzSt (Psalmen 105:43) 43 Zo leidde Hij Zijn volk uit met vreugde, Zijn uitverkorenen met gejuich.
HerzSt (Jesaja 49:7) 7 ……Koningen zullen het zien en opstaan, vorsten – zij zullen zich voor U neerbuigen, omwille van de HEERE, Die getrouw is, de Heilige van Israël, Die U verkozen heeft.
HerzSt (Jesaja 65:9) 9 Ik zal nageslacht uit Jakob doen voortkomen, uit Juda een erfgenaam van Mijn bergen; Mijn uitverkorenen zullen het in bezit nemen en daar zullen Mijn dienaren wonen.
HerzSt (Handelingen 13:17) 17 De God van dit volk Israël heeft onze vaderen uitverkoren en het volk verhoogd toen zij vreemdelingen waren in het land Egypte, en Hij heeft hen met een machtige arm daaruit geleid.

Maar niet ‘alle’ Joden werden in Jezus dagen uitverkoren als priesters en koningen:

HerzSt (Johannes 15:16) 16 Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht zou blijven, opdat wat u ook maar van de Vader vraagt in Mijn Naam, Hij u dat geeft.
HerzSt (Handelingen 10:41) 41 niet aan heel het volk, maar aan de getuigen die door God tevoren verkozen waren, aan ons namelijk, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden opgestaan was.
HerzSt (1 Petrus 2:9) 9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,

Wie behoren er dan allemaal tot het uitverkoren nageslacht van Abraham?

HerzSt (Galaten 3:26-29) 26 Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. 27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. 28 Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. 29 En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.
HerzSt (Romeinen 9:7-8) 7 Ook niet omdat zij Abrahams nageslacht zijn, zijn zij allen kinderen. Maar: Alleen dat van Izak zal uw nageslacht genoemd worden. 8 Dat is: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen van God, maar de kinderen van de belofte worden als nageslacht gerekend.

Ook een aantal niet Joden (heidenen) behoren dus tot de uitverkorenen.
Een groep van 144.000 geheiligden (met Heilige Geest) worden volgens de Schrift ‘uitverkoren’ met het voorrecht om met Jezus als koningen en priesters in Gods Koninkrijk te regeren:

HerzSt (Openbaring 5:10) 10 En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde.
HerzSt (Lukas 22:29-30) 29 En Ik beschik u het Koninkrijk, zoals Mijn Vader dat aan Mij beschikt heeft, 30 opdat u eet en drinkt aan Mijn tafel in Mijn Koninkrijk en op tronen zit en de twaalf stammen van Israël oordeelt.
HerzSt (Openbaring 7:4) 4 En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten.
HerzSt (Openbaring 20:6) Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.

Verkondiging door Jezus van het Koninkrijk van God, het Koninkrijk der hemelen

Nadat Jezus als afgevaardigde Koning in de wereld was gekomen, gebruikte Jezus de aankondiging dat het Koninkrijk der hemelen nabij was gekomen:

HerzSt (Mattheüs 4:17) 17 Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
HerzSt (Mattheüs 12:28) 28 Maar als Ik door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God bij u gekomen.
HerzSt (Lukas 10:9) 9 genees de zieken die daar zijn, en zeg tegen hen: Het Koninkrijk van God is dicht bij u gekomen.

Jezus sprak tot de Joden door gelijkenissen, met een reden:

HerzSt (Mattheüs 13:10-14) 10 En de discipelen kwamen naar Hem toe en zeiden tegen Hem: Waarom spreekt U tot hen door gelijkenissen? 11 Hij antwoordde en zei tegen hen:  Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar  aan hen is het niet gegeven. 12 Want wie heeft, aan hem zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, van hem zal afgenomen worden zelfs wat hij heeft. 13 Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij niet zien, ook al zien zij, en niet horen, ook al horen zij, en ook niet begrijpen. 14 En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld die zegt:  Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen; en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken..

Wie zullen het Koninkrijk beërven?

HerzSt (Lukas 6:20) 20 En toen Hij Zijn ogen opgeslagen had naar Zijn discipelen, zei Hij: Zalig bent u, armen, want van u is het Koninkrijk van God.

De gelijkenis van de zaaier en de uitleg van de gelijkenis:

HerzSt (Mattheüs 13:3-9) 3 En Hij sprak tot hen veel dingen door gelijkenissen. Hij zei: Zie, een zaaier ging eropuit om te zaaien. 4 En toen hij zaaide, viel een deel van het zaad langs de weg; en de vogels kwamen en aten dat op. 5 Een ander deel viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had; en het kwam meteen op, doordat het geen diepte van aarde had. 6 En toen de zon opgegaan was, verschroeide het; en doordat het geen wortel had, verdorde het. 7 Een ander deel viel tussen de dorens; en de dorens kwamen op en verstikten het. 8 En weer een ander deel viel in de goede aarde en gaf vrucht, het ene honderd-, het andere zestig-, en een ander dertigvoudig. 9 Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.

HerzSt (Mattheüs 13:19-23) 19 Als iemand het Woord van het Koninkrijk hoort en het niet begrijpt, dan komt de boze en rukt weg wat in zijn hart gezaaid was; dat is hij bij wie langs de weg gezaaid is. 20 Maar bij wie op de steenachtige grond gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en dat meteen met vreugde ontvangt. 21 Hij heeft echter geen wortel in zichzelf, maar hij is iemand van het ogenblik; en als er verdrukking of vervolging komt omwille van het Woord, struikelt hij meteen. 22 En bij wie in de dorens gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. 23 Bij wie in de goede aarde gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort en begrijpt, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de één honderd-, de ander zestig-, en de ander dertigvoudig.

Gezegend zijn de armen van geest en zij die vervolgd worden:

HerzSt (Mattheüs 5:1-3,10) 1 Toen Jezus de menigte zag, ging Hij de berg op, en nadat Hij was gaan zitten, kwamen Zijn discipelen bij Hem. 2 En Hij opende Zijn mond en onderwees hen. Hij zei: 3 Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen… 10 Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.

Blijf dan bidden om Gods Koninkrijk:

HerzSt (Mattheüs 6:9-13) 9 Bidt u dan zo: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. 10 Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde. 11 Geef ons heden ons dagelijks brood. 12 En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven. 13 En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

Laat u door bezorgd te zijn niet het Koninkrijk ontnemen:

HerzSt (Lukas 12: 22-34) 22 En Hij zei tegen Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven: over wat u eten zult, of over uw lichaam: waarmee u zich kleden zult. 23 Het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. 24 Let op de raven: zij zaaien niet en maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer en geen schuur, en God voedt hen. Hoever gaat u de vogels te boven? 25 Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? 26 Als u dan ook het minste niet kunt, waarom bent u over de andere dingen bezorgd? 27 Let op de lelies, hoe zij groeien. Ze werken niet en spinnen niet, en Ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze. 28 Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, hoeveel te meer u, kleingelovigen! 29 En u, vraag niet wat u eten of wat u drinken zult, en wees niet verontrust. 30 Want naar al deze dingen zoeken de volken van de wereld. Uw Vader echter weet dat u deze dingen nodig hebt. 31 Maar zoek het Koninkrijk van God en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. 32 Wees niet bevreesd, kleine kudde, want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven. 33 Verkoop uw bezittingen en geef de opbrengst weg als liefdegave. Maak voor uzelf beurzen die niet verslijten, een schat die niet opraakt, in de hemelen, waar de dief niet bij komt en die door de mot niet aangetast wordt. 34 Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.

Er zijn heidenen die het Koninkrijk zullen beërven en veel Joden, kinderen van het Koninkrijk, die het niet zullen beërven:

HerzSt (Mattheüs 8:5-8,11-12) 5 Toen Jezus Kapernaüm binnengegaan was, kwam er een hoofdman over honderd naar Hem toe, die Hem smeekte: 6 Heere, mijn knecht ligt verlamd thuis en lijdt hevige pijn. 7 En Jezus zei tegen hem: Ik zal komen en hem genezen. 8 De hoofdman antwoordde en zei: Heere, ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt; maar spreek slechts een woord, en mijn knecht zal genezen zijn……..11 Maar Ik zeg u dat er velen zullen komen van oost en west en zij zullen aan tafel gaan met Abraham, Izak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen, 12 en de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.

Het Koninkrijk is als een mosterdzaad:

HerzSt (Mattheüs 13:31-32) 31 Een andere gelijkenis hield Hij hun voor. Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaad, dat iemand nam en in zijn akker zaaide. 32 Dat is wel het kleinste van al de zaden, maar als het opgegroeid is, is het het grootste van de tuingewassen en het wordt een boom, zodat de vogels in de lucht een nest komen maken in zijn takken.

Het Koninkrijk is als een schat in de akker of parel van grote waarde:

HerzSt (Mattheüs 13:44-46) 44 Het Koninkrijk der hemelen is ook gelijk aan een schat, in de akker verborgen, die iemand vond en verborg; en van blijdschap daarover gaat hij heen en verkoopt alles wat hij heeft, en koopt die akker. 45 Ook is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een koopman die mooie parels zoekt. 46 Toen hij één parel van grote waarde gevonden had, ging hij heen en verkocht alles wat hij had, en hij kocht hem.

De gelijkenis van het zaaien van zaad:

HerzSt (Markus 4:26-29) 26 Ook zei Hij: Zo is het Koninkrijk van God: als wanneer iemand het zaad in de aarde werpt 27 en slaapt en opstaat, nacht en dag; en het zaad ontkiemt en komt op, zonder dat hij zelf weet hoe. 28 Want de aarde brengt vanzelf vrucht voort: eerst de halm, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar. 29 En als de vrucht het toelaat, zendt hij meteen de sikkel erin, omdat de oogsttijd aangebroken is.

De arbeiders in de wijngaard die moeite hebben met hun beloning:

HerzSt (Mattheüs 20:1-16) 1 Want het Koninkrijk der hemelen is als een heer des huizes, die ’s morgens vroeg eropuit ging om arbeiders voor zijn wijngaard in te huren. 2 Nadat hij het met de arbeiders eens geworden was voor een penning per dag, stuurde hij hen zijn wijngaard in. 3 En toen hij omstreeks het derde uur eropuit ging, zag hij anderen werkloos op de markt staan. 4 Ook tegen hen zei hij: Gaat u ook naar de wijngaard, en ik zal u geven wat rechtvaardig is. En zij gingen. 5 Toen hij nogmaals eropuit gegaan was, omstreeks het zesde en het negende uur, deed hij hetzelfde. 6 En toen hij omstreeks het elfde uur eropuit ging, vond hij weer anderen werkloos staan en hij zei tegen hen: Waarom staat u hier heel de dag werkloos? 7 Zij zeiden tegen hem: Omdat niemand ons ingehuurd heeft. Hij zei tegen hen: Gaat u ook naar de wijngaard en u zult ontvangen wat rechtvaardig is. 8 Toen het avond geworden was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: Roep de arbeiders en geef hun het loon, te beginnen bij de laatsten, tot de eersten. 9 En toen zij kwamen die omstreeks het elfde uur ingehuurd waren, ontvingen zij ieder een penning. 10 En toen de eersten kwamen, dachten zij dat zij meer ontvangen zouden; maar ook zij ontvingen ieder een penning. 11 Toen zij die ontvangen hadden, morden zij tegen de heer des huizes 12 en zeiden: Deze laatsten hebben maar één uur gewerkt, en u hebt ze gelijkgesteld met ons, die de last van de dag en de hitte verdragen hebben. 13 Maar hij antwoordde en zei tegen een van hen: Vriend, ik doe u geen onrecht; bent u het niet met mij eens geworden over een penning? 14 Neem wat van u is, en vertrek. Ik wil aan hem die het laatst kwam, hetzelfde geven als aan u. 15 Of is het mij niet geoorloofd met het mijne te doen wat ik wil? Of bent u afgunstig omdat ik goed ben? 16 Zo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

Wij moeten ons door niets laten afhouden om het Koninkrijk te beërven:

HerzSt (Markus 9:47) 47 En als uw oog u doet struikelen, werp het dan uit; het is beter voor u met één oog het Koninkrijk van God in te gaan dan met twee ogen in het helse vuur geworpen te worden,
HerzSt (Lukas 9:60) 60 Maar Jezus zei tegen hem: Laat de doden hun doden begraven, maar u, ga heen en verkondig het Koninkrijk van God.
HerzSt (Lukas 9:62) 62 Jezus zei tegen hem: Niemand die zijn hand aan de ploeg slaat en kijkt naar wat achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk van God.
HerzSt (Markus 10:14-15) 14 Maar toen Jezus dat zag, nam Hij het hun zeer kwalijk en zei tegen hen: Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zodanigen is het Koninkrijk van God. 15 Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het beslist niet binnengaan.

Het Koninkrijk verkondigen is ook uitleggen waar onderdanen aan moeten voldoen:

HerzSt (Lukas 16:16-18) 16 De Wet en de Profeten zijn er tot Johannes. Vanaf die tijd wordt het Koninkrijk van God verkondigd, en ieder doet het geweld aan. 17 En het is gemakkelijker dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat één tittel van de wet wegvalt. 18 Ieder die zijn vrouw verstoot en met een andere trouwt, pleegt overspel en ieder die met een vrouw trouwt die door haar man verstoten is, pleegt ook overspel.

Petrus ontvangt de symbolische sleutels van het Koninkrijk:

HerzSt (Mattheüs 16:19) 19 En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.

Niet iedereen zal het Koninkrijk beërven

HerzSt (Mattheüs 7:21-23) 21 Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. 22 Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? 23 Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!

De gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe en de uitleg van de gelijkenis:

HerzSt (Mattheüs 13:24-30,36-43) 24 Een andere gelijkenis hield Hij hun voor. Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan iemand die goed zaad zaaide in zijn akker. 25 Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe, en ging weg. 26 Toen het gewas opkwam en vrucht voortbracht, kwam ook het onkruid tevoorschijn. 27 De dienaren van de heer des huizes gingen naar hem toe en zeiden: Heer, hebt u niet goed zaad in uw akker gezaaid? Waar komt dan dit onkruid vandaan? 28 Hij zei tegen hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. De dienaren zeiden tegen hem: Wilt u dan dat wij erheen gaan en het verzamelen? 29 Maar hij zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van het onkruid niet misschien tegelijk ook de tarwe zelf uittrekt. 30 Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden, maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur………36 En Zijn discipelen kwamen bij Hem en zeiden: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid op de akker. 37 Hij antwoordde en zei tegen hen: Hij die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen. 38 De akker is de wereld, het goede zaad zijn de kinderen van het Koninkrijk en het onkruid zijn de kinderen van de boze. 39 De vijand die het gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding van de wereld en de maaiers zijn engelen. 40 Zoals dan het onkruid verzameld en met vuur verbrand wordt, zo zal het ook zijn bij de voleinding van deze wereld: 41 de Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk verzamelen alle struikelblokken, en hen die de wetteloosheid doen, 42 en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. 43 Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon, in het Koninkrijk van hun Vader. Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.

Het uitsorteren van de slechte vis:

HerzSt (Mattheüs 13:47-52) 47 Het Koninkrijk der hemelen is ook gelijk aan een net, uitgeworpen in de zee, dat allerlei soorten vissen bijeenbrengt. 48 Als het vol geworden is, trekken de vissers het op de oever. Ze gaan zitten en verzamelen de goede vissen in vaten, maar de slechte gooien zij weg. 49 Zo zal het bij de voleinding van de wereld zijn: de engelen zullen uitgaan en de slechten uit het midden van de rechtvaardigen afzonderen, 50 en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.

Liefde voor geld verhindert mensen om het Koninkrijk binnen te gaan:

HerzSt (Mattheüs 19:16-22) 16 En zie, er kwam iemand naar Hem toe en die zei tegen Hem: Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te hebben? 17 Hij zei tegen hem: Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, namelijk God. Maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht. 18 Hij zei tegen Hem: Welke? Jezus zei: U zult niet doden; u zult geen overspel plegen; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen; 19 eer uw vader en moeder; en: u zult uw naaste liefhebben als uzelf. 20 De jongeman zei tegen Hem: Al deze dingen heb ik in acht genomen van mijn jeugd af; wat ontbreekt mij nog? 21 Jezus zei tegen hem: Als u volmaakt wilt zijn, ga dan heen, verkoop wat u hebt, en geef het aan de armen, en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan en volg Mij. 22 Toen de jongeman dit woord gehoord had, ging hij bedroefd weg, want hij had veel bezittingen.

HerzSt (Markus 10:23-25) 23 En terwijl Hij rondkeek, zei Jezus tegen Zijn discipelen: Hoe moeilijk kunnen zij die rijkdommen bezitten, het Koninkrijk van God binnengaan! 24 En de discipelen verbaasden zich over Zijn woorden. Maar Jezus antwoordde opnieuw en zei tegen hen: Kinderen, hoe moeilijk is het dat zij die op rijkdommen vertrouwen, het Koninkrijk van God binnengaan! 25 Het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat, dan dat een rijke het Koninkrijk van God binnengaat.

De slechte en de goede landbouwers:

HerzSt (Mattheüs 21:33-41) 33 Luister naar een andere gelijkenis. Er was iemand, een heer des huizes, die een wijngaard plantte. Hij zette er een omheining omheen, groef er een wijnpersbak in uit en bouwde een toren. En hij verhuurde hem aan landbouwers en ging naar het buitenland. 34 Toen de tijd van de vruchten naderde, stuurde hij zijn dienaren naar de landbouwers om zijn vruchten te ontvangen. 35 En de landbouwers namen zijn dienaren, sloegen de één, doodden een ander, en stenigden een derde. 36 Nogmaals stuurde hij andere dienaren, meer in aantal dan de eerste, en zij deden met hen hetzelfde. 37 Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe en zei: Voor mijn zoon zullen zij ontzag hebben. 38 Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden. 39 Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem. 40 Wanneer dan de heer van de wijngaard komen zal, wat zal hij met die landbouwers doen? 41 Zij zeiden tegen Hem: Hij zal die kwaaddoeners een kwade dood doen sterven en zal de wijngaard aan andere landbouwers verhuren, die hem de vruchten op hun tijd zullen geven.

De vijf wijze en vijf dwaze maagden:

NBG51 (Mattheüs 25:1-13) 1 Dan zal het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met tien maagden, die haar lampen namen en uittrokken, de bruidegom tegemoet. 2 En vijf van haar waren dwaas en vijf waren wijs. 3 Want de dwaze namen haar lampen mede, maar geen olie; 4 doch de wijze namen olie in haar kruiken, met haar lampen. 5 Terwijl de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en sliepen in. 6 En midden in de nacht klonk een geroep: De bruidegom, zie, gaat uit hem tegemoet! 7 Toen stonden al die maagden op en brachten haar lampen in orde. 8 En de dwaze zeiden tot de wijze: Geeft ons van uw olie, want onze lampen gaan uit. 9 Maar de wijze antwoordden en zeiden: Neen, er mocht niet genoeg zijn voor ons en voor u; gaat liever naar de verkopers en koopt voor uzelf. 10 Doch terwijl ze heengingen om te kopen, kwam de bruidegom, en die gereed waren, gingen met hem de bruiloftszaal binnen, en de deur werd gesloten. 11 Later kwamen ook de andere maagden en zeiden: Heer, heer, doe ons open! 12 Maar hij antwoordde en zeide: Voorwaar, ik zeg u, ik ken u niet. 13 Waakt dan, want gij weet de dag noch het uur.

Vrucht dragen in afwachting van de wederkomst van de Koning:

HerzSt Lukas 19:11-27) 11 Terwijl zij nu dit alles hoorden, sprak Hij een gelijkenis uit, die Hij eraan toevoegde omdat Hij dicht bij Jeruzalem was en zij dachten dat het Koninkrijk van God onmiddellijk zou aanbreken. 12 Hij zei dan: Een zeker mens van hoge geboorte reisde naar een ver land om voor zich een koninkrijk in ontvangst te nemen en daarna terug te keren. 13 En hij riep zijn tien dienaren, gaf hun tien ponden en zei tegen hen: Doe daarmee zaken totdat ik terugkom. 14 En zijn burgers haatten hem en stuurden hem een gezantschap na om te zeggen: Wij willen niet dat deze man koning over ons zal zijn. 15 En het gebeurde, toen hij teruggekomen was, nadat hij het koninkrijk in ontvangst had genomen, dat hij zei dat men die dienaren aan wie hij het geld gegeven had, bij hem zou roepen om te weten wat ieder met het zakendoen aan winst had gemaakt. 16 Toen verscheen de eerste en zei: Heer, uw pond heeft tien ponden winst opgeleverd. 17 En hij zei tegen hem: Goed gedaan, goede dienaar! Wees, omdat u in het minste trouw bent geweest, machthebber over tien steden. 18 Toen kwam de tweede en zei: Heer, uw pond heeft vijf ponden opgeleverd. 19 En hij zei ook tegen hem: En u, wees machthebber over vijf steden. 20 En een ander kwam en zei: Heer, zie uw pond, dat ik had weggelegd in een zweetdoek. 21 Want ik was bevreesd voor u, omdat u een streng mens bent. U neemt wat u niet uitgezet hebt en u maait wat u niet gezaaid hebt. 22 Maar hij zei tegen hem: Uit uw eigen mond zal ik u oordelen, slechte dienaar. U wist dat ik een streng mens ben en dat ik neem wat ik niet uitgezet heb, en maai wat ik niet gezaaid heb. 23 Waarom hebt u mijn geld dan niet bij de bank in bewaring gegeven? Dan zou ik het ook bij mijn komst met rente hebben kunnen opeisen. 24 En hij zei tegen hen die bij hem stonden: Neem dat pond van hem af en geef het aan hem die de tien ponden heeft. 25 Zij zeiden dan tegen hem: Heer, hij heeft al tien ponden. 26 Want ik zeg u dat aan eenieder die heeft, gegeven zal worden. Maar van hem die niet heeft, zal ook afgenomen worden wat hij heeft. 27 Maar deze vijanden van mij, die niet wilden dat ik koning over hen zou zijn, breng ze hier en sla ze hier voor mijn ogen dood.

Paulus beschreef het beërven van het Koninkrijk eens zo:

HerzSt (1 Korinthe 6:9-10) 9 Of weet u niet dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven? 10 Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.
HerzSt (Efeziërs 5:5) 5 Want dit weet u, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.

Niet iedereen zal het Koninkrijk ‘willen’ beërven:

HerzSt (Mattheüs 22:2-10) 2 Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zeker koning die voor zijn zoon een bruiloft bereid had, 3 en hij stuurde zijn dienaren eropuit om de genodigden voor de bruiloft te roepen. Maar zij wilden niet komen. 4 Opnieuw stuurde hij dienaren eropuit, andere, en hij zei: Zeg tegen de genodigden: Zie, ik heb mijn middagmaal gereedgemaakt; mijn ossen en de gemeste dieren zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed. Kom naar de bruiloft. 5 Maar zij sloegen er geen acht op en gingen weg, de één naar zijn akker, de ander naar zijn zaken. 6 En de anderen grepen zijn dienaren, behandelden hen smadelijk en doodden hen. 7 Toen de koning dat hoorde, werd hij boos. En hij stuurde zijn legers, bracht die moordenaars om en stak hun stad in brand. 8 Toen zei hij tegen zijn dienaren: De bruiloft is wel bereid, maar de genodigden waren het niet waard. 9 Ga daarom naar de kruispunten van de landwegen en nodig er voor de bruiloft zovelen uit als u er maar zult vinden. 10 En die dienaren gingen naar de wegen, verzamelden allen die zij vonden, zowel slechte als goede mensen; en de bruiloftszaal werd gevuld met gasten.

Wanneer komt het Koninkrijk van God?

HerzSt (Lukas 17:20-21) 20 En toen Hem door de Farizeeën gevraagd werd, wanneer het Koninkrijk van God zou komen, antwoordde Hij hun en zei: Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze. 21 En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.

HerzSt (Handelingen1:6-8) 6 Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? 7 En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, 8 maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.

Jezus zal Koning-Priester zijn naar de orde van Melchizedek

Het koninkrijk van Melchizedek, de koning-priester van Salem, was met zijn koninrijk een profetische afbeelding van het komende Messiaanse koninkrijk:

HerzSt (Genesis 14:17-18) 17 Toen trok de koning van Sodom hem tegemoet, nadat hij teruggekeerd was van het verslaan van Kedor-Laomer en de koningen die bij hem waren, naar het dal Sjave, dat is het tegenwoordige Koningsdal. 18 En Melchizedek, de koning van Salem, bracht brood en wijn; hij was een priester van God, de Allerhoogste.

HerzSt (Psalm 110:4) 4 De HEERE heeft gezworen en Hij zal er geen berouw van hebben: U bent Priester voor eeuwig, naar de ordening van Melchizedek.

HerzSt (Hebreeën 7:1-3,17) 1 Deze Melchizedek was namelijk koning van Salem, een priester van de allerhoogste God. Hij ging Abraham tegemoet, toen die terugkeerde na het verslaan van de koningen, en zegende hem. 2 Aan hem gaf Abraham ook van alles het tiende deel. In de eerste plaats was hij – aldus de vertaling van zijn naam – koning van de gerechtigheid en verder was hij ook koning van Salem, dat is koning van de vrede. 3 Zonder vader, zonder moeder, zonder stamboom kent hij geen begin van dagen en ook geen levenseinde, maar aan de Zoon van God gelijkgemaakt, blijft hij in eeuwigheid priester……17 Hij getuigt immers: U bent Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.

De scepter of staf van het rechtvaardige Koninkrijk:

HerzSt (Hebreeën 1:6-9) 6 En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem aanbidden. 7 En van de engelen zegt Hij weliswaar: Die Zijn engelen maakt tot geesten en Zijn dienaren tot een vuurvlam, 8 maar tegen de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht. 9 U hebt gerechtigheid lief en haat ongerechtigheid. Daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen.

Tot Slot:

In het boek Job vertroost God (YHWH) Job in zijn verdrukking, geeft hem moed en en laat hem weten dat Hij de Almachtige God is, de rechtmatige Schepper:

HerzSt (Job 38:4-7) 4 Waar was u toen Ik de aarde grondvestte? Maak het bekend, als u echt inzicht hebt. 5 Wie heeft haar afmetingen bepaald? U weet het immers wel. Of wie heeft het meetlint over haar uitgespannen? 6 Waarop zijn haar pijlers neergezonken? Of wie heeft haar hoeksteen gelegd, 7 toen de morgensterren samen vrolijk zongen, en al de kinderen van God juichten?

Het is onze Almachtige God die ons het Koninkrijk heeft beloofd waar Jezus veelvuldig over sprak.
Petrus en Jakobus en Johannes kregen een voorproefje van het Messiaanse Koninkrijk:

HerzSt (Mattheüs 16:28) 28 Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk.
(zie ook Mattheüs 17:1-8)

Er is wel een voorwaarde voor het beërven van het Koninkrijk; dat is uit overtuiging gedoopt zijn:

HerzSt (Johannes 3:1-5) 1 En er was een mens uit de Farizeeën; zijn naam was Nicodemus, een leider van de Joden. 2 Deze kwam ’s nachts naar Jezus en zei tegen Hem: Rabbi, wij weten dat U van God gekomen bent als leraar, want niemand kan deze tekenen doen die U doet, als God niet met hem is. 3 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien. 4 Nicodemus zei tegen Hem: Hoe kan een mens geboren worden als hij oud is? Hij kan toch niet voor de tweede keer in de buik van zijn moeder ingaan en geboren worden? 5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan.
(zie hiervoor ook: Nieuws-brieven 12. Lichtdragers https://www.dojc.nl/?p=4188)

Wie net als Jezus alles over heeft voor het Koninkrijk van God zal gezegend zijn:

HerzSt (Lukas 18:28-30) 28 En Petrus zei: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd. 29 Hij nu zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat er niemand is die huis of ouders of broers of vrouw of kinderen verlaten heeft om het Koninkrijk van God, 30 die niet het veelvoudige zal terugontvangen in deze tijd, en in de wereld die komt, het eeuwige leven.

Tot zover dit gedeelte over Jezus belangrijke onderwijs betreffende het beloofde Koninkrijk. In het volgende gedeelte – Jezus de beloofde Messias deel 7 – gaan we verder met Jezus beschrijving van de laatste dagen en wat deze inhouden voor ons.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *