1. Het boekje van Johannes

1. Boekje van Johannes.pdf

(Openbaring 10:9) 9 En ik ging naar de Engel toe en zei tegen Hem: Geef mij dat boekje. En Hij zei tegen mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing.
.                                       Alle aanhalingen uit de Herziene Statenvertaling


De tijd is nabij gekomen voor een ingrijpend boekje.
Hoe kunnen we dat weten en waar gaat dat boekje dan over?
De inhoud van dit boekje zal een bepalende rol spelen in deze artikelenreeks.
We beginnen als eerste met een korte intro van het boek Openbaring.

Thema: De Goddelijke plagen, waarom is dat nodig?

Het begint allemaal met de apostel Johannes in gevangenschap.
De uit de dood opgewekte en verheerlijkte Jezus verschijnt in een visioen aan Johannes, welk visioen via een gezonden engel wordt onthuld aan Johannes over wat er in de laatste dagen zal gebeuren:

(Openbaring 1:1) 1 Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en Hij heeft die door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven.

Johannes verbleef vanwege zijn geloof en getuigenis in gevangenschap op Patmos, een eiland waar gevangenen naar toe verbannen werden:

(Openbaring 1:9) 9 Ik, Johannes, die ook uw broeder ben en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en in de volharding van Jezus Christus, was op het eiland genaamd Patmos, omwille van het Woord van God en het getuigenis van Jezus Christus.

 

Patmos

Wegens zijn vrijmoedige prediking verbleef Johannes dus op een gevangenen eiland. Goddelozen hebben het ogenschijnlijk makkelijker, ze leven maar raak en het gaat hen blijkbaar voor de wind. Maar het pronken met al hun weelde is een leeg leven. Christenen moeten zich wapenen om niet verleid te worden, om niet deel te nemen aan dat gedrag:

(1 Johannes 2:15-17) 15 Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. 16 Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. 17 En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.

Christenen hoeven net als Johannes niet ontmoedigd of gekwetst te raken als ze niet in dat beeld passen, zelfs niet door hun eigen gezinsleden. Reageer net als Jezus in rechtvaardigheid, want later kwamen Jezus moeder, Jacobus en Judas tot geloof:

(Mattheüs 12:46-50) 46 En terwijl Hij nog tot de menigte sprak, zie, Zijn moeder en broers stonden buiten en zochten Hem om met Hem te spreken. 47 Iemand zei tegen Hem: Zie, Uw moeder en Uw broers staan buiten en zoeken U om met U te spreken. 48 Maar Hij antwoordde en zei tegen hem die dat tegen Hem zei: Wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broers? 49 En Hij strekte Zijn hand uit over Zijn discipelen en zei: Zie, Mijn moeder en Mijn broeders. 50 Want wie de wil van Mijn Vader doet, Die in de hemelen is, die is Mijn broeder en zuster en moeder.

De Goddelijke plagen

Gods plagen zijn echt, zoals de grote vloed echt was (Gen. hfdstk 7), de vernietiging van Sodom en Gomorra echt was (Gen. hfdstk 19) en zoals de 10 plagen in Egypte ook echt waren (Ex. hfdstk 7-12). Net als Jezus deed kunnen Christenen zich tegen ongelovigen beschermen ‘met een antwoord’ over een keuze die ieder mens moet maken, een keuze voor leven. Spreek daar met ongelovigen over, het geeft u kracht:

(2 Korinthe 10:4-5) 4 De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. 5 Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus.…

Zijn de Goddelijke plagen wel nodig? Wat is er aan de hand?
De verloochening van YHWH en de goddeloosheid zijn dramatisch toegenomen.
Toen Jezus bemerkte dat de aanbidding van Zijn Vader groot onrecht werd aangedaan, greep Jezus in. Dit zal binnenkort ook weer gebeuren:

(Johannes 2:13-16) 13 En het Pascha van de Joden was nabij en Jezus ging naar Jeruzalem. 14 En Hij trof in de tempel mensen aan die runderen, schapen en duiven verkochten, en de geldwisselaars die daar zaten. 15 En nadat Hij een gesel van touwen gemaakt had, dreef Hij ze allen de tempel uit, ook de schapen en de runderen. En het geld van de wisselaars wierp Hij op de grond en de tafels keerde Hij om. 16 En Hij zei tegen hen die de duiven verkochten: Neem deze dingen vanhier weg, maak niet het huis van Mijn Vader tot een huis van koophandel.

Wanneer Gods volk, Zijn oogappel, groot onrecht moet verduren en door goddelozen verdrukt of vernederd wordt, dan grijpt God in. Gods volk zal gered worden maar de goddelozen zullen dan verdrukt worden. Dat zal ook zo zijn in de laatste dagen:

(2 Thessalonicenzen 1:6-8) 6 Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken, 7 en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, 8 wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.

Een beknopt overzicht van Gods plagen in het boek Openbaring
Als eerste volgt de inspectie van de 7 gemeenten door Jezus (Op. hfdstk 2-3).
De 7 gemeenten: Efeze, Smyrna, Pergamus, Thyatira, Sardis, Filadelfia, Laodicea.
Na de inspectie van de 7 gemeenten wordt Johannes gevraagd om op te stijgen naar de hemel zodat het verdere hemelse visioen aan hem getoond kan worden (Op. 4:1-2). Het verdere hemelse visioen kan globaal worden verdeeld in drie gedeelten, naar een getrapte climax toe:

De verzegelde boekrol met 7 zegels, die alleen het Lam kan openen:
1 Het openen van de zeven zegels door het Lam (Op. 6:1-17,8:1-5),   gevolgd door
2 Het blazen van de zeven bazuinen (Op. 8:7 tot 9:21, 11:15-19),        gevolgd door
3 Het uitgieten van de zeven schalen van toorn (Op. 16:2-21)        Het is geschied!

Na het openen van het 6e zegel volgt een heftige waarschuwing:

(Openbaring 6:12-17) 12 En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed, 13 en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud.
14 En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt. 15 En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16 En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. 17 Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?

Volgens ons onderzoek is het mogelijk een groot puinveld wat onze dampkring binnenkomt of inslaat, wat een signatuur kan zijn van een bruine dwergster.
De mensen zullen radeloos van angst worden, ze weten dat de grote dag van toorn of gramschap van God en van het Lam is gekomen.
Maar deze heftige waarschuwing zal nog niet het einde zijn.
Na het openen van de 7 zegels volgt het blazen op de bazuinen.

Wanneer de zesde engel op de 6e bazuin blaast

Nadat de 6e engel op de bazuin heeft geblazen worden vier engelen losgemaakt die door hun plagen het derde deel van de mensen zullen doden (Op. 9:13-19).
Maar de overgebleven mensen hadden geen berouw:

(Openbaring 9:20-21) 20 En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden….21 Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal.

Na het blazen op de 6e bazuin, maar vóór het blazen op de 7e bazuin, wordt in Openbaring hfdstk 10-11 een tussengedeelte ingevoegd bestaande uit drie delen;

  1. Het boekje dat Johannes moest opeten (Op. 10:1-11)
  2. Het meten van de tempel (Op. 11:1-2)
  3. De twee getuigen profetie. (Op. 11:3-13)

Onze hemelse Vader hoopt dat de mensen tot inkeer komen en daardoor gespaard blijven, maar ze komen helaas lang niet allemaal tot inkeer (Op. 9:20-21).
Merk op dat destijds in Egypte Gods volk niet getroffen werd door de 10 plagen:

(Exodus 8:22) 22 Maar op die dag zal Ik de landstreek Gosen, waar Mijn volk woont, afzonderen, zodat daar geen steekvliegen zullen zijn, opdat u zult weten dat Ik, de HEERE, in het midden van het land aanwezig ben.
(Exodus 9:4,6,26) 6 En de HEERE deed deze zaak de volgende dag. Al het vee van de Egyptenaren stierf, maar van het vee van de Israëlieten stierf niet één dier….26 Alleen in de landstreek Gosen, waar de Israëlieten woonden, viel er geen hagel.
(Exodus 10:22-23) 22 Toen Mozes zijn hand uitstrekte naar de hemel, kwam er een dikke duisternis in heel het land Egypte, drie dagen lang. 23 Zij zagen elkaar niet, en drie dagen lang stond niemand op van zijn plaats. Voor alle Israëlieten echter was het licht in hun woongebieden.
(Exodus 11:5,7) 5 en alle eerstgeborenen in het land Egypte zullen sterven, van de eerstgeborene van de farao af, die op zijn troon zitten zou, tot de eerstgeborene van de slavin die achter de handmolen zit, en alle eerstgeborenen van het vee….7 Maar bij alle Israëlieten zal nog geen hond zijn tong roeren tegen mens of dier. Zo zult u weten dat de HEERE onderscheid maakt tussen de Egyptenaren en de Israëlieten.

Het boekje dat Johannes moest opeten
Openbaring 10 (vers 1-11)

1 En ik zag een andere sterke Engel uit de hemel afdalen. Hij was bekleed met een wolk en boven Zijn hoofd was een regenboog. Zijn gezicht was als de zon, en Zijn voeten waren als zuilen van vuur.

Johannes ziet in het visioen dat gebracht werd door een boodschapper engel (uit Op. 1:1), nu een andere sterke Engel uit de hemel afdalen. Deze Engel met het gezicht als de zon is duidelijk een afbeelding van de verheerlijkte Jezus:

  • (Openbaring 1:13,15-16,18) 13 En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek……15 en Zijn voeten waren als blinkend koper, gloeiend gemaakt in een oven, en Zijn stem klonk als het geluid van vele wateren. 16….en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht….18….en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. (Gezicht als de zon, zie ook Mattheüs 17:2)

De regenboog boven Zijn hoofd geeft de troon aan waar Jezus samen met Zijn Vader op zit, omdat de regenboog het symbool is van de belofte aan Noach:

  • (Openbaring 4:3) 3 En Hij Die daar zat, zag eruit als de stenen jaspis en sardius. En er was een regenboog rondom de troon, die eruitzag als een smaragd. (zie ook Ezechiël 1:28)
  • (Genesis 9:14-15) 14 Het zal gebeuren, als Ik wolken boven de aarde breng en de boog in de wolken gezien wordt, 15 dat Ik aan Mijn verbond zal denken, dat er is tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees. Het water zal niet meer tot een vloed worden om alle vlees te gronde te richten.
  • (Markus 14:62) 62 En Jezus zei: Ik ben het. En u zult de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen met de wolken van de hemel. (zie ook Openbaring 1:7)

Dat de verheerlijkte Jezus was bekleed met een wolk duidt op Jezus wederkomst:

  • (Lukas 21:27) 27 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid.

2 En Hij had in Zijn hand een boekje, dat geopend was. En Hij zette Zijn rechtervoet op de zee en Zijn linker op de aarde.

De verheerlijkte Jezus zette Zijn rechtervoet op de zee en Zijn linkervoet op de aarde wat Hem afbeeldt als een veroveraar, als de Koning op het witte paard (Op. 6:2). Het betekent de overwinning onder de schepsels op aarde (water – Op. 17:15 – volken waarover de [financiële] hoer macht had) en de overwinning op Zijn vijanden in de hemel (aarde – Op. 13:11 – beest dat sprak als de draak, als Satan).

  • (Mattheüs 22:44) 44 De Heere heeft gezegd tegen Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten?

Het boekje is geopend, de informatie hoeft niet verborgen te blijven.
Zoals ook het gezegde luidt; ‘Als een open boek’, er staan geen geheimen in.
Johannes moet volledig begrijpen wat er in staat om verder te kunnen profeteren, want het moet volledig onthuld worden.
Het boekje dat Johannes moest opeten komt in volgorde direct voor de twee getuigen profetie. In de Schrift wordt gesproken over nog andere boeken.
Voor ’het oordeel’ vellen over alle mensen door onze Rechter Jezus (Hand.17:31) zal ‘het boek des levens’ worden geopend, waar over alle mensen informatie in staat.
Maar in de Schrift staat dat er ‘meer boeken’ geopend zullen worden, wat betekent dat er op dat moment meer informatie beschikbaar zal komen voor de mate van verheerlijking voor al degenen die ‘leven’ zullen ontvangen. En ook voor belastende informatie voor degenen die ‘geen leven’ maar de vernietiging zullen ontvangen:

  • (Openbaring 20:12) 12 En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken.
  • (Daniël 7:10) 10 Een rivier van vuur stroomde en ging voor Zijn aangezicht uit. Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Zijn aangezicht. Het gerechtshof hield zitting en de boeken werden geopend.

3 En Hij riep met een luide stem, zoals een leeuw brult. En toen Hij geroepen had, lieten de zeven donderslagen hun stemmen horen.

Jezus roept met een luide stem, Jezus is de brullende leeuw van Juda:

  • (Openbaring 5:5) 5 En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken. (Op. 5:6-9 – alleen het Lam kan de zegels openen)

4 En toen de zeven donderslagen hun stemmen hadden laten horen, stond ik op het punt ze op te schrijven. Maar ik hoorde een stem uit de hemel tegen mij zeggen: Verzegel wat de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf dat niet op.

De 7 donderslagen vertegenwoordigen de stem van God:

  • (Johannes 12: 27-29) 27 Nu is Mijn ziel in beroering en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit dit uur. Maar hierom ben Ik in dit uur gekomen. 28 Vader, verheerlijk Uw Naam! Er kwam dan een stem uit de hemel: En Ik heb hem verheerlijkt en Ik zal hem opnieuw verheerlijken. 29 De menigte dan die daar stond en dit hoorde, zei dat er een donderslag geweest was….
  • (Openbaring 19:6) 6 En ik hoorde zoiets als een geluid van een grote menigte en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware donderslagen: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden. (zie ook Openbaring 4:5, 8:5, 11:19, 16:17-18)
  • (Psalm 29:3) 3 De stem van de HEERE klinkt over de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.

Waarom mag de boodschap van de zeven donderslagen niet opgeschreven worden en waarom moet dat gedeelte door Johannes verzegeld worden en geheim blijven?
Deze geheimhouding heeft een overeenkomst met het geheim in het boek Daniël:

  • (Daniël 12:3-4) 3 De verstandigen zullen blinken als de glans van het hemelgewelf, en zij die er velen rechtvaardigen, als de sterren, voor eeuwig en altijd. 4 Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen.

Wat de zeven donderslagen gesproken hebben zal op Gods eigen tijd onthuld worden. De stem van God heeft een dramatische betekenis voor al degenen, die geen berouw hebben van hun goddeloosheid.

5 En de Engel Die ik op de zee en op de aarde zag staan, hief Zijn hand op naar de hemel,

Jezus gaat in gebed tot Zijn hemelse Vader voor Zijn gedode discipelen:

  • (Openbaring 6:9-11) 9 En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden. 10 En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? 11 En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden.

6 en Hij zwoer bij Hem Die leeft in alle eeuwigheid, Die de hemel heeft geschapen met wat daarin is, de aarde met wat daarop is en de zee met wat daarin is, dat er geen tijd meer zou zijn.

  • (Daniel 12:5-7) 5 En ik, Daniël, zag, en zie, er stonden twee anderen, de één hier op de oever van de rivier, en de ander aan de overkant op de oever van de rivier. 6 De één zei tegen de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond: Hoelang duurt het nog voordat er een einde komt aan deze wonderlijke dingen7 Toen hoorde ik de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Hem Die eeuwig leeft: Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft, wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen.

Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft verwijst naar de 2 getuigen profetie. We zullen dit verder in deze artikelenreeks nog bespreken.

7 Maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer die op de bazuin zal blazen, zal ook het geheimenis van God volbracht worden, zoals Hij aan Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft.

Dit heilige geheim betreft het voornemen van God, om aan het einde der dagen het hemelse Nieuwe Jeruzalem gereed te hebben voor ‘144.000 koningen’ (Op. 22:5) samen met een grote schare gedoopte erfgenamen ‘als dienaren’ (Op. 7:13-15):

  • NBG51 (Efeziërs 3:4-6) 4 waaraan u, als u dit leest, mijn inzicht kunt bemerken in het geheimenis van Christus, 5 dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest, 6 namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie,….

8 En de stem die ik uit de hemel gehoord had, sprak opnieuw met mij en zei: Ga, neem het boekje dat geopend ligt in de hand van de Engel Die op de zee en op de aarde staat.

Het is de stem van de gezonden engel die het visioen verder onthuld:

  • (Openbaring 22:6-9) 6 En hij zei tegen mij: Deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig. En de Heere, de God van de heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden om Zijn dienstknechten te laten zien wat met spoed moet gebeuren. 7 En zie, Ik kom spoedig. Zalig is hij die de woorden van de profetie van dit boek in acht neemt. 8 En ik, Johannes, ben het die deze dingen gezien en gehoord heeft. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel die mij deze dingen liet zien. 9 En hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Want ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, de profeten, en van hen die de woorden van dit boek in acht nemen. Aanbid God.

9 En ik ging naar de Engel toe en zei tegen Hem: Geef mij dat boekje. En Hij zei tegen mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing.

Het boekje eten heeft hetzelfde effect als wat in het boek Ezechiël staat geschreven:

  • (Ezechiël 2:9-10) 9 Toen zag ik, en zie, er was een hand naar mij uitgestoken. En zie, daarin was een boekrol. 10 En Hij spreidde die voor mijn gezicht uit: hij was vanvoren en vanachteren beschreven. Er waren klaagliederen, zuchten en weeklachten op geschreven.
  • (Ezechiël 3:1-3, 14) 1 Daarna zei Hij tegen mij: Mensenkind, eet wat u aantreft. Eet deze rol op, ga, spreek tot het huis van Israël. 2 Toen deed ik mijn mond open en Hij gaf mij die rol te eten. 3 Hij zei tegen mij: Mensenkind, geef uw buik te eten, vul uw binnenste met deze rol, die Ik u geef. Toen at ik en hij werd in mijn mond als honing zo zoet….14 Toen hief de Geest mij op en voerde mij weg en ik ging weg, bitter bedroefd en hevig ontdaan, en de hand van de HEERE was zwaar op mij.

10 En ik nam het boekje uit de hand van de Engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het opgegeten had, werd mijn buik bitter.

Het boekje is geen letterlijk boekje maar is ‘een beschrijving’ voor wat er staat te gebeuren. Het bevat een boodschap (zoet) die voor getrouwen hoop en redding betekent, maar voor onberouwvolle goddelozen wee of kwelling betekent (bitter).
Het is een oordeel uitspreken over een onberouwvol volk. Het predikingswerk van de twee getuigen zal op zijn minst een tweeledige maar eerder een drieledige boodschap bevatten.
Als belangrijkste boodschap om berouw te tonen tegenover de Schepper en Zijn Zoon, en ook een boodschap tegen de afgoderij, tegen de liefde voor geld:

  • (Markus 10:23,25) 23 En terwijl Hij rondkeek, zei Jezus tegen Zijn discipelen: Hoe moeilijk kunnen zij die rijkdommen bezitten, het Koninkrijk van God binnengaan!….25 Het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat, dan dat een rijke het Koninkrijk van God binnengaat.

Maar als derde ook om onder geen voorwaarde Satan te aanbidden door het merkteken te aanvaarden, via het opdringen van vaccins. Door de mensen bevreesd te maken voor represailles. Het is allemaal angst zaaien door de kinderen van Satan:

  • (Lukas 12:4-5) 4 En Ik zeg u, Mijn vrienden: Wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en daarna niets meer kunnen doen. 5 Maar Ik zal u laten zien voor Wie u bevreesd moet zijn: Wees bevreesd voor Hem Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen. Ja, Ik zeg u, wees bevreesd voor Hem!

Op dit aspect van angst zaaien komen we in de artikelenreeks nog verder terug.

11 En Hij zei tegen mij: U moet opnieuw profeteren over vele volken, naties, talen en koningen.

Met het geopende boekje volledig ingenomen kan Johannes verder profeteren, wat er binnenkort staat te gebeuren.

Samenvatting:

Waarom de Goddelijke plagen nodig zijn.
De verzegelde boekrol met 7 zegels, die door het Lam geopend wordt.
Het tussengedeelte in Openbaring hfdstk 10-11 bestaande uit drie delen;

  • Het boekje dat Johannes moest opeten (Op. 10:1-11)
  • Het meten van de tempel (Op. 11:1-2)
  • De twee getuigen profetie. (Op. 11:3-13)

Openbaring hfdstk 10 vers 1-11; Het boekje dat Johannes moest opeten.

In het volgende artikel: Het meten van de tempel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *