3. Zacharia; Wanneer Gods volk verzwakt                

3. Zacharia; Wanneer Gods volk verzwakt.pdf

(Zacharia 1:2-3) 2 De HEERE is zeer toornig geweest op uw vaderen. 3 Daarom, zeg tegen hen: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Keer terug naar Mij, spreekt de HEERE van de legermachten, dan zal Ik naar u terugkeren, zegt de HEERE van de legermachten.
.                                   (Alle aanhalingen uit de Herziene Staten Vertaling)
————————————————————————————————————–

In het vorige artikel hebben we gesproken over het vijfde visioen; de twee gezalfden,  het zesde visioen; de vliegende boekrol, het zevende visioen; de vrouw van zonde in de efa en het achtste visioen; de vier strijdwagens. Verder hebben we het hemelse Sion en het aardse Sion besproken, de twee bergen van koper.
In dit artikel gaan we verder met het offer van vasten van de teruggekeerde Joden, de zwakheid van het Joodse volk en de belofte van een nieuwe start met een rijk en gezegend leven.

Thema: Heeft Gods volk in deze dagen wél de kracht om oprecht te blijven?

Het vasten van de teruggekeerde Joden

De inwoners van Bethel vroegen zich gezamenlijk af of ze nog steeds in de 5e maand moesten vasten:

NBG51 (Zach. 7:1-3) 1 In het vierde jaar van koning Darius, op de vierde van de negende maand, in Kislew, kwam het woord des Heren tot Zacharia. 2 Betel had Sareser en Regem-Melek met zijn mannen gezonden om de gunst des Heren te zoeken, 3 en om te vragen aan de priesters die tot het huis van de Here der heerscharen behoorden, en aan de profeten: Moet ik in de vijfde maand wenen en vasten, zoals ik dit nu reeds zovele jaren gedaan heb?

Betel of Bethel is de naam die in de Bijbel gegeven is aan de Kanaänitische stad Luz. De stad ligt ongeveer 15 km ten noorden van Jeruzalem, waar Jacob zijn droom had over een ladder:

(Genesis 28:12-13,17,19) 12 Toen droomde hij (Jacob), en zie, op de aarde was een ladder geplaatst, waarvan de top de hemel raakte, en zie, 13 En zie, de HEERE stond boven aan die ladder en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven….17 Daarom was hij bevreesd en zei hij: Hoe ontzagwekkend is deze plaats! Dit is niets anders dan het huis van God en de poort van de hemel….19 Hij gaf die plaats de naam Bethel, hoewel de naam van de stad eerst Luz was. (Beth-el = huis van El of huis van God)

de ladder naar de hemel uit Jacobs droom

De vraag van de inwoners van Bethel over het vasten in de vijfde maand (Tisja Beav) betrof dus het vasten als gedachtenis van de verwoesting van de tempel van Salomo door Nebukadnezar;
Tisja Beav        (9 Av – vijfde maand)      Treurdag om de verwoesting van de 1e tempel

Maar dan komt het verrassende antwoord van God YHWH op de vraag over het vasten in de vijfde maand. God spreekt dan over niet alleen de vijfde, maar ook over de zevende maand:

(Zach. 7:4-6) 4 Toen kwam het woord van de HEERE van de legermachten tot mij: 5 Zeg tegen de hele bevolking van het land en tegen de priesters: Wanneer u deze zeventig jaar gevast en rouw bedreven hebt in de vijfde en in de zevende maand, hebt u dan werkelijk voor Mij gevast? 6 Of als u at en als u dronk, was u het niet die at en was u het niet die dronk?

Blijkbaar is het gedeeltelijk teruggekeerde Joodse volk zo afgezwakt in hun aanbidding dat ze zowel gedurende het vasten in de vijfde maand als in de zevende maand ernstig tekort schieten.

Eerst iets over de vastendagen in de zevende maand:
Tzom Gedaliah    (3 Tisjri – zevende maand)    Gedachtenis van de moord op Gedaliah
Jom Kippoer        (10 Tisjri – zevende maand)  Grote Verzoendag

Welk vasten in de zevende maand werd er dan bedoeld? Verderop in het boek Zacharia (8:19) wordt gesproken over ‘het vasten in de vierde, vijfde, zevende en tiende maand’:

(Zacharia 8:19) 19 Zo zegt de HEERE van de legermachten: Het vasten in de vierde, het vasten in de vijfde, het vasten in de zevende en het vasten in de tiende maand, zal voor het huis van Juda worden tot vreugde, tot blijdschap en tot vreugdevolle feestdagen. Heb dan de waarheid en de vrede lief!

Shiv’a Asar b’Tammuz (17 Tammoez – vierde maand) Val van de muren van Jeruzalem
Tisja Beav            (9 Av – vijfde maand)            Treurdag om de verwoesting 1e tempel
Tzom Gedaliah    (3 Tisjri – zevende maand)    Gedachtenis van de moord op Gedaliah
Asara b’Tevet      (10 Tevet – tiende maand)     Begin belegering door Nebukadnezar

Om die reden zal er in Zach. 7:4-5 (vasten in de vijfde en zevende maand) voor de vijfde maand (Tisja Beav) en voor de zevende maand de ‘vastendag van Gedaliah’ (Tzom Gedaliah) zijn bedoeld.

De ‘vastendag van Gedaliah’ (Tzom Gedaliah) is een Joodse gedenkdag waarop vanaf zonsopkomst tot zonsondergang wordt gevast vanwege de nagedachtenis van de moord op Gedaliah, de gouverneur van Juda. Gedaliah werd na de vernietiging van de tempel door Nebukadnezar aangesteld om de steden van Juda te besturen. De Joodse gouverneur spoorde het overgebleven Joodse volk aan om trouw te blijven aan de koning van Babylonië en beloofde de achtergebleven Joden vrede en veiligheid (Jeremia 40:6-10). De moord op zowel Gedaljah als op het Babylonische garnizoen wekte de woede van Nebukadnezar op. Veel Joden vluchtten uit angst naar Egypte.

De vastendag van de Grote Verzoendag (Jom Kippoer) is een onderdeel van de wet van Mozes. Jom Kippoer en Pesach waren de belangrijkste vieringen voor het Joodse volk.
Vasten werkt alleen als het door goede daden wordt vergezeld. Het is bedoeld als nederigheid of ootmoedigheid naar God toe, met berouw van de zonden en als bevestiging van het toegewijd zijn aan onze Schepper. Het vasten, dat God welgevallig is, bestaat niet alleen uit onthouding van eten en drinken, maar vooral uit het feit dat mensen het woord van God naleven in liefde voor de naasten:

(Jesaja 58:6-10) 6 Is dit niet het vasten dat Ik verkies: dat u de boeien van de goddeloosheid losmaakt, dat u de banden van het juk ontbindt, dat u de onderdrukten vrij laat heengaan en dat u elk juk breekt? 7 Is het niet dit, dat u uw brood deelt met wie hongerlijdt, en de ellendige ontheemden een thuis biedt, dat, als u een naakte ziet, u hem kleedt, en dat u zich voor eigen vlees en bloed niet verbergt? 8 Dan zal uw licht doorbreken als de dageraad, en uw herstel snel intreden. Uw gerechtigheid zal voor u uit gaan en de heerlijkheid van de HEERE zal uw achterhoede zijn. 9 Dan zult u roepen en de HEERE zal antwoorden, dan zult u om hulp roepen en Hij zal zeggen: Zie, hier ben Ik. Als u het juk uit uw midden wegdoet, het uitsteken van de vinger en het uitspreken van ongerechtigheid; 10 als u uw hart opent voor de hongerigen, en de verdrukte ziel verzadigt, dan zal uw licht in de duisternis opgaan, en uw donkerheid als de middag zijn.

Wanneer er echte vrede en liefde is onder elkaar zal vasten een vreugdevolle feestdag worden (Zach. 8:19). Jezus beschrijft het vasten als iets wat in het verborgene gebeurt en dat het niet moet plaatsvinden om door de mensen gezien te worden:

(Mattheüs 6:16-18) 16 En wanneer u vast, toon dan geen droevig gezicht, zoals de huichelaars. Zij vervormen namelijk hun gezicht, zodat zij door de mensen gezien worden als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u dat zij hun loon al hebben. 17 Maar u, als u vast, zalf dan uw hoofd en was uw gezicht, 18 zodat het door de mensen niet gezien wordt als u vast, maar door uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden.

Gedurende Jom Kippoer tekort schieten in vasten zou zeer ernstig zijn omdat het een Goddelijke opdracht was. Want de Grote Verzoendag ging over de vergeving van zonden door God. Gedurende Jom Kippoer mocht er niet worden gewerkt en moest er sober geleefd worden:

(Leviticus 23:27-28) 27 Op de tiende dag van deze zevende maand is de Verzoendag. U moet een heilige samenkomst houden. U moet uzelf dan verootmoedigen en de HEERE een vuuroffer aanbieden. 28 Op diezelfde dag mag u geen enkel werk doen, want het is de Verzoendag, om voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verzoening voor u te doen.

Toen de tempel van Salomo er nog stond, mocht jaarlijks op de grote Verzoendag de hogepriester op deze dag het Heilige der Heiligen betreden. Tussen de cherubs verscheen YHWH in een wolk als teken van aanwezigheid (Lev. 16:2). De hogepriester had bij die gelegenheid twee geitenbokken bij zich,  voor de ingang van het Heilige der Heiligen. Één bok als zondoffer die geslacht moest worden en één bok  waar het lot op was gevallen als wegstuuroffer voor de hele gemeenschap van Israël (Lev. 16:8-9).

Het bloed van de bok voor het zondoffer moest óp en vóór het verzoendeksel gesprenkeld worden (de verzoendeksel is de deksel met de twee cherubs er op):

(Leviticus 16:15-16) 15 Daarna moet hij de bok slachten die als zondoffer voor het volk bestemd is, en zijn bloed binnen het voorhangsel brengen. Hij moet met zijn bloed doen zoals hij met het bloed van de jonge stier gedaan heeft, en dat op het verzoendeksel en vóór het verzoendeksel sprenkelen. 16 Zo moet hij over het heiligdom verzoening doen vanwege de onreinheden van de Israëlieten en vanwege hun overtredingen, overeenkomstig al hun zonden….

De hogepriester moest beide handen op de kop van de andere bok leggen en de zonden van het gehele volk belijden. Deze bok werd vervolgens de woestijn ingestuurd (Lev. 16:21-22). De Nederlandse term ‘zondebok’ heeft in deze beschreven handelwijze zijn oorsprong.
In Zacharia wordt eveneens de juiste manier van vasten beschreven en wat er gedaan moest worden:

(Zach. 7:8-10) 8 Verder kwam het woord van de HEERE tot Zacharia: 9 Zo zegt de HEERE van de legermachten: Vel een betrouwbaar oordeel, bewijs goedertierenheid en barmhartigheid, eenieder aan zijn naaste. 10 Onderdruk weduwe noch wees, vreemdeling noch arme. Bedenk in uw hart geen kwaad tegen elkaar.
(Zach. 8:16-17) 16 Dit zijn de dingen die u doen moet: spreek de waarheid tegen elkaar, oordeel naar waarheid in uw poorten met een oordeel dat de vrede dient, 17 bedenk in uw hart geen kwaad tegen elkaar en heb een valse eed niet lief, want dit alles is iets wat Ik haat, spreekt de HEERE.

Het doel van de Grote Verzoendag was dan ook dat het volk – ondanks hun zonden – weer verzoend werd met God. Maar de Verzoendag verwees tevens naar het verzoeningswerk van de Messias. Jezus stierf voor de zonden van de hele wereld (1 Johannes 2:2).
Volgens Paulus heeft de wet niets tot volmaaktheid gebracht, maar met Christus als Hogepriester wordt ons een nieuwe en betere hoop gegeven en die brengt ons wel dichter bij God:

(Hebreeën 7:19,22,26) 19 De wet heeft namelijk niets tot volmaaktheid gebracht, maar de totstandbrenging van een betere hoop, waardoor wij tot God naderen, doet dat wel….22 in zoverre is Jezus borg (of garantie) geworden van een zoveel beter verbond….26 Want zo’n Hogepriester hadden wij nodig: heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars en boven de hemelen verheven.
(Hebreeën 9:12) 12 Hij (Christus) is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.

Dan vervolgt God in Zijn antwoord aan Zacharia over het ernstig tekort schieten van het vasten, terwijl er toch meermaals voor gewaarschuwd werd:

(Zach. 7:7) 7 Zijn dit niet de woorden die de HEERE liet prediken door de dienst van de vroegere profeten, toen Jeruzalem met zijn omliggende steden bewoond en gerust was, en het Zuiderland en het Laagland bewoond waren?

Het Zuiderland en Laagland was het gedeelte van Juda ten zuiden van Jeruzalem wat op de Kanaänieten werd veroverd (Richteren 1:9).
Verschillende profeten, waaronder Jesaja (in de eerder aangehaalde Schriftplaats in Jesaja 58:6-10) en ook Jeremia, waarschuwden de bewoners van Juda nog vóór hun deportatie:

(Jeremia 14:11-12) 11 Verder zei de HEERE tegen mij (Jeremia): Bid niet voor dit volk ten goede. 12 Al vasten zij, Ik luister niet naar hun geroep. Ook al brengen zij een brandoffer en een graanoffer, Ik zal in hen geen behagen scheppen, maar door het zwaard, door de honger en door de pest zal Ik een einde aan hen maken.

Het volk weigerde acht te slaan op de waarschuwingen van Gods profeten, ze stopten hun oren toe. Daardoor was de Heer vertoornd geraakt en had hen laten verspreiden onder de heidenvolken. Er zou een rampspoed komen over dit begerenswaardige land Juda:

(Zach. 7:11-12) 11 Maar zij weigerden er acht op te slaan, zij zetten hun schouder er dwars tegenin en stopten hun oren toe. 12 Zij maakten hun hart als diamant, om maar niet te hoeven luisteren naar de wet en de woorden die de HEERE van de legermachten door Zijn Geest gezonden had, door de dienst van de vroegere profeten. Daardoor is grote verbolgenheid bij de HEERE van de legermachten ontstaan. 
(Jeremia 11:11) 11 Daarom, zo zegt de HEERE : Zie, Ik ga over hen onheil brengen waaraan zij niet kunnen ontkomen. Als zij dan tot Mij roepen, zal Ik niet naar hen luisteren.

Wees gewaarschuwd over wat het afgezwakte Joodse volk overkwam. Ze werden overgeven aan vijandige volkeren. En toen ze weer mochten terugkeren constateerde hun hemelse Vader (in Zach. 7:4-5):
‘Hebt u wel voor Mij gevast? Was u het niet die at en dronk gedurende het vasten?’ 

Ze waren noch steeds zwak. Het vasten werd gedaan voor het oog van de mensen, niet in nederigheid voor de Schepper en in harmonie met wat hen onderwezen was over hun medemensen.
Deze vastendagen hadden geen enkele toegevoegde waarde als deze offers niet vergezeld gingen met liefde en rechtvaardigheid. Dat is voor Christenen nu nog net zo, alle offers die Christenen brengen om hun medemensen te vertellen over een gelukkig eeuwig leven op de nieuwe aarde hebben geen enkele toegevoegde waarde als deze niet vergezeld gaan met goed zijn en eerlijk zijn naar onze naasten toe. Nu de zwakte en afvalligheid is gekomen, onderwijs dan net zo bereidwillig als de profeet Jesaja het Joodse volk waarschuwde voor hun rampspoed (Zend mij!-Jesaja 6:8-10):

(Mattheüs 13:14-15) 14 En in hen (het volk met een verzwakt geloof) wordt de profetie van Jesaja vervuld die zegt: Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen; en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken. 15 Want het hart van dit volk is vet geworden, en zij hebben met de oren slecht gehoord, en hun ogen hebben zij dichtgedaan, opdat zij niet op enig moment met de ogen zouden zien en met de oren horen en met het hart begrijpen, en zij zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen.

God stuurde Jesaja om de ondergang van zijn afvallige volk te voorzeggen, om ze tot inkeer te brengen. Het zou hen helaas eerder boos maken en nog meer tegendraads maken.

Zij alle huidige Christenen oprecht gebleven?

Maar ook veel Christenen zijn in deze tijd afgezwakt of zelfs afvallig geworden van de gezonde woorden van God:

(2 Timotheüs 4:3-4) 3 Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten. 4 Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels.

Deze Christenen hebben hun oren toegestopt en luisteren liever naar de ‘verzinsels’ van deze wereld. Luisteren naar leraren die altijd proberen het Christelijke gezin en het Christelijke huwelijk te ondermijnen met hun LGBTQ praatjes. Deze leraren bagatelliseren hoe er in deze dagen geëxperimenteerd wordt met levensvatbare embryo cellen, met de moord op foetussen die levend geslacht worden voor hun nieren en ander weefsel. Om diverse zgn. vaccins te fabriceren.
Het is te walgelijk voor woorden, deze offers aan Moloch, oftewel aan Satan. Laat staan de vloedgolf aan miskramen door deze injecties aan zwangere vrouwen te geven.

 bron: Wikimedia Commons

De goddeloosheid en ongeloof onder Christenen neemt wereldwijd toe op een schaal, waarbij God geen andere keus heeft als Zijn handen van dit soort Christenen af te nemen. Die zijn gaan geloven dat God en Zijn oordeel ‘verzinsels’ zijn, net zoals destijds het Joodse volk afvallig werd. Deze Christenen zullen worden losgelaten in de maalstroom van deze wereld (Mattheüs 7:13-14). Of ze moeten zich willen omkeren, dan kan nog steeds volgens de openings-Schriftplaats (Zacharia 1:2-3).
En dan de gewetenloze maffia (de Frankisten, transhumanisten, eugenetici en geldwolven) die kinderen massaal willen injecteren met vergif en genetisch modificerende rommel.  Volgens de jongste onderzoeken zitten er ook levende  zoetwaterpoliepen (hydra vulgaris) in de injecties.
En wat er verder nog in zit wat er niet in thuishoort, zoals grafeenoxide, aluminium en bromium. Het heeft niets met bescherming te maken. Kinderen lopen sowieso weinig of geen risico om ziek te worden en te sterven aan Covid19, maar worden door de Covid19-injecties wel voor het leven beschadigd.
De injectie-slogan is: ‘Je doet het voor een ander’. Inderdaad dat klopt. Mensen die zich wereldwijd laten injecteren met Covid19 doen het voor deze goddeloze maffia.
Net zoals hoeveel kinderen er jaarlijks vermist worden, waar perverselingen en Satanisten walgelijke rituelen en handelingen mee doen. Hoe kunnen lieden die zulke zaken doen Gods koninkrijk beërven? (2 Petrus 3:7). Nog eerder kan een kameel door het oog van een naald (Mattheüs 19:24).

God wil weer tussen Zijn volk wonen

Opnieuw kwam het woord van God tot Zacharia. Gods plan zal met grote na-ijver volledig uitgevoerd worden. YHWH zal weer in Jeruzalem gaan wonen in de nieuwe tempel van Zerubbabel (Zach. 8:1-3).
Dit gedeelte is tevens een verwijzing naar de tempel (volgens Ezechiël) op de nieuwe aarde. De heilige berg zal de plaats zijn van onderwijs voor alle volken, die onderwezen willen worden:

(Zacharia 8:3) 3 Zo zegt de HEERE: Ik ben naar Sion teruggekeerd en Ik zal midden in Jeruzalem wonen. Jeruzalem zal ‘stad van de waarheid‘ genoemd worden, de berg van de HEERE van de legermachten, ‘de heilige berg’.

Als God hun zonden heeft vergeven zal Jeruzalem, voor het teruggekeerde Joodse volk uit Babylon, weer een aangename plaats zijn om te vertoeven voor zowel jong als oud (Zach. 8:4-5).  De basis werd gelegd door God, om op termijn uit de Joden een groot deel van de 144.000 heiligen te kiezen (Op. 7:4, 14:1), als eerste gedurende Pinksteren (Hand. 2:1-4). Later aangevuld met de heiligen uit de heidenen, te beginnen met het gezin van Cornelius (Hand. 10:30-31,44):

(Romeinen 11:25-26) 25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. 26 En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.

En zoals het ging met het teruggekeerde Joodse volk, zo zal het ook gaan op de nieuwe aarde waar heidenen hun leven zullen omkeren in hun 2e kans en waar YHWH hun God zal zijn (Zach. 8:6-12):

(Zach. 8:20-22) 20 Zo zegt de HEERE van de legermachten: Er zullen weer volken komen en inwoners van veel steden. 21 De inwoners van de ene stad zullen gaan naar die van de andere en zeggen: Laten we meteen gaan om het aangezicht van de HEERE gunstig te stemmen, om de HEERE van de legermachten te zoeken; ík zal ook gaan. 22 Dan zullen veel volken komen en machtige heidenvolken, om de HEERE van de legermachten in Jeruzalem te zoeken en om het aangezicht van de HEERE gunstig te stemmen.
(Micha 4:1-2) 1 Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen. 2 Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.

Deze heidenvolken zullen onderwezen worden door de Messias, de Zoon van God:

(Zach. 8:23) 23 Zo zegt de HEERE van de legermachten: In die dagen zal het gebeuren dat tien mannen uit alle talen van de heidenvolken, vastgrijpen, ja, de punt van de mantel van een Joodse man zullen zij vastgrijpen, en zeggen: Wij gaan met u mee want wij hebben gehoord dat God met u is.

(Het getal 10 is in de Schrift een aanduiding voor ‘compleetheid’: zoals de 10 plagen van Egypte, de 10 slaven met de 10 ponden om zaken mee te doen, enz.)

Christelijke broeders en zusters, blijf door (het begin van) deze verdrukking heen standvastig, in de Schrift staat de waarheid over onze gezegende eeuwige toekomst als Gods volk.

In het volgende artikel vervolgen we uit het boek Zacharia met de komst van de Messias.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *