5. Gods plagen voor de goddelozen.pdf
(Openbaring 12:12) 12 Daarom, verblijd u, hemelen, en u die daarin woont! Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.
. (Alle aanhalingen uit de Herziene Statenvertaling)
Wees altijd rechtvaardig voor uw broeders en zusters en wees barmhartig.
En u, orde handhavers en politie, allen die zich Christen noemt. Hebt u bewust uw broeder of zuster onrecht aangedaan of mishandeld? Zoals vreedzame Christenen getrapt of geslagen met knuppels, laten vertrappen door paarden of zonder gegronde reden met fysiek geweld gearresteerd? Met het excuus dat u deze opdracht hebt gekregen van goddeloze derden?
(Mattheüs 18:8) 8 Als dan uw hand of uw voet u doet struikelen, hak hem af en werp hem van u. Het is beter voor u kreupel of verminkt tot het leven in te gaan, dan met twee handen of twee voeten in het eeuwige vuur geworpen te worden.
Christenen verbroederen alléén met mensen van goede wil, niet met mensen die gewelddadig zijn of die de griep de A-status van extreme morbiditeit blijven geven om de bevolking met hun draconische maatregelen in hun macht te behouden:
(2 Korinthe 6:14) 14 Vorm geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid, en welke gemeenschap is er tussen licht en duisternis?
In het vorige artikel deel 4 hebben we de basis profetieën behandeld. In het artikel deel 3 waren we gebleven met de zwangere vrouw die een mannelijk kind had gebaard. Dat is het Nieuwe Jeruzalem dat als koninkrijksregering alle heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf. In dit artikel gaan we verder met de vervolging van de vrouw, de engelen organisatie.
Thema: De engelenorganisatie komt net als de grote schare onder grote druk
We gaan verder waar we in artikel deel 3 gebleven waren, met de vlucht van de vrouw die het mannelijk kind gebaard heeft, het Nieuwe (hemelse) Jeruzalem:
- (Op. 12:6) 6 En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had, die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden twaalfhonderdzestig dagen (halve jaarweek).
Maar ook de vrouw, het hemelse Jeruzalem waartoe de engelen behoren, zal worden vertrapt en voor bescherming in de woestijn ondergebracht worden (Op. 12:14).
Gods woonplaats is voor ons onzichtbaar en gevestigd in de ‘hemelse’ stad Jeruzalem met tienduizendtallen van engelen (Hebr. 12:22), een symbolische replica van de aardse stad Jeruzalem (Gal. 4:26, Op. 14:1). Zie hiervoor ook het voorgaande artikel deel 4.
Strong’s Concordance: woestijn – 2048 érēmos
– een onontgonnen, onbevolkte plaats; een desolaat (verlaten) gebied;
De hemelse engelen organisatie, de vrouw of moeder (Gal. 4:26), wordt een halve jaarweek ondergebracht op een veilige plek in een woestijn of woestenij. Dit kan dus een verlaten woestenij op de aarde zijn. Het zal een plaats worden die voor Satan moeilijk te vinden is.
Nadat de heiligen bij de laatste bazuin zijn opgenomen in de hemel en het koninkrijk een aanvang heeft genomen, wordt het pasgeboren Kind (het Nieuwe Jeruzalem of koninkrijksregering) door God persoonlijk beschermd:
(Openbaring 12:5) 5 En zij baarde een Zoon, een mannelijk Kind, dat alle heidenvolken zal hoeden met een ijzeren staf. En haar Kind werd weggerukt naar God en naar Zijn troon.
- (Op. 12:7) 7 Toen brak er oorlog uit in de hemel: Michaël en zijn engelen voerden oorlog tegen de draak, ook de draak en zijn engelen voerden oorlog.
Een hevige strijd of oorlog breekt er uit in de hemel. Satan met zijn engelen voeren strijd tegen Michaël en zijn engelen in (Gods) hemel gebied. De maat is vol voor deze aanklager die onze broeders dag en nacht aanklaagde voor God YHWH (Op. 12:10). De beschrijving van Satan als een aanklager was ook al aan de orde bij Job (Job 1:9-11, 2:4-5).
Want de laatste druppel is het doden van de twee getuigen of profeten van God (Op. 11:7) door de Antichrist (het beest met 2 hoorns die sprak als Satan – Op. 13:11).
Op het beest uit de afgrond met 2 hoorns als die van het Lam, de Antichrist, komen we nog terug. Deze oorlog of strijd tussen het leger van Satan en het leger van de belangrijke engelen vorst Michaël staat ook beschreven in Daniël:
(Daniël 12:1) 1 In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, hij die uw volksgenoten bijstaat. Het zal een benauwde tijd zijn, zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest tot op die tijd. In die tijd zal uw volk ontkomen: ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek. (Zie voor de engelen legers ook Daniël 10:13,20-21)
Gedurende de laatste bazuin, als de heiligen worden opgenomen in de hemel, is de verdrukking voor Gods volk al groot, maar voor de grote schare zal de verdrukking nog groter worden als Satan met zijn engelen uit Gods hemel wordt geworpen:
(Lukas 10:18) 18 Hij zei tegen hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.
De getrouwe leden van de grote schare, die de laatste halve jaarweek tot de goddelozen prediken, zullen in het boek des levens staan en verzekerd zijn van een hemelse opname.
- (Op. 12:8-9) 8 Maar zij waren niet sterk genoeg, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. 9 En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen.
Satan en zijn engelen worden verslagen door Michaël. Er is dan geen plaats meer voor Satan en zijn engelen in de hemel en vervolgens blijft alleen de aarde nog voor hem over:
(Genesis 3:15) 15 En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht;….
Gods kinderen zullen – volgens Genesis – door Satans kinderen (nageslacht) worden vertrapt in deze 2e halve jaarweek in de laatste dagen. In dezelfde periode zal ook de vrouw (een groot deel van de engelen organisatie) moeten vluchten en beschermd moeten worden in de woestijn.
Om een beter begrip te krijgen van Gods hemel, gaan we nu eerst ‘de hemelen’ bespreken:
<hemelen – begin>
In de Schrift wordt regelmatig gesproken over hemelen (meervoud), zoals in Lukas:
(Lukas 2:14) 14 Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. (zie voor ‘hemelen’ ook: Efeze 4:10, Mattheüs 13:11, Psalm 68:33-34)
De hemel waar God woont is van een andere dimensie of in een plaats in de ruimte, waar we geen inzicht in hebben. Ook Paulus was verrast wat hem overkwam en had moeite om een beschrijving te maken:
(2 Korinthe 12:2-4) 2 Ik ken een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, weet ik niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. 3 En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – 4 dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken.
Paulus moet ongetwijfeld zichzelf bedoeld hebben, of de hele belevenis was hem volkomen vreemd geweest. Dat hij zichzelf bedoelde blijkt uit 2 Korinthiërs 12:6-7, om zich niet te verheffen vanwege alle voorrechten die hij, Paulus, ontving. Paulus beschrijft een bezoek in de derde hemel, de woonplaats van God, boven de luchthemel waar de vogels vliegen en boven de sterrenhemel. Want Gods woonplaats wordt omschreven als de allerhoogste hemel, zoals in 2 Kronieken:
(2 Kronieken 2:6,18) 6 Wie zou echter kracht hebben om voor Hem een huis te bouwen? Voorzeker, de hemel, ja, de allerhoogste hemel, kan Hem niet bevatten! En wie ben ik, dat ik voor Hem een huis zou bouwen, als het niet was om reukoffers voor Zijn aangezicht te brengen?….18 Maar zou God werkelijk bij de mensen op de aarde wonen? Zie, de hemel, ja, de allerhoogste hemel, kan U niet bevatten, hoeveel te min dit huis dat ik gebouwd heb!
Uit de beschrijvingen in de Schrift lijkt Gods woonplaats zich in het universum maar niet ver van de aarde te bevinden. Samengevat wordt er in de Schrift gesproken over 3 hemelen:
- De lucht, inclusief de wolken en de atmosfeer, de hemel boven ons. Zoals in Matt. 6:26, de lucht of hemel waar de vogels vliegen (Gen. 1:20) en waar de wolken zijn (Job 35:5).
- De sterrenhemel, de hemel waarin de zon, de maan en de sterren zich bevinden. Zoals in Gen. 22:17 en Hebr. 11:12, als de sterren aan de hemel.
- De hemel ‘boven’ de sterren. Die hemel wordt verondersteld de verblijfplaats van God en van een aantal engelen te zijn. Het was deze 3e hemel, de woonplaats van God, waarheen Paulus werd gevoerd en woorden hoorde die niet uitgesproken mochten worden (2 Kor. 12:2-4).
Een aantal Schriftplaatsen ondersteunen Gods verblijfplaats in het universum:
(Efeze 4:10) 10 Degene Die neergedaald is, is ook Degene Die opgevaren is ver boven alle hemelen om alle dingen te vervullen.
(Hebreeën 4:14) 14 Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden.
(Hebreeën 7:26) 26 Want zo’n Hogepriester hadden wij nodig: heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars en boven de hemelen verheven.
De hemel waar God verblijft, is dus compleet afwijkend van de wolkenhemel en de sterrenhemel.
De mogelijkheden van de engelen lijken beperkt te zijn tot Gods woonplaats en de aarde:
(Efeze 6,:12) 12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
Gods woonplaats is voor ons onzichtbaar en gevestigd in de ‘hemelse’ stad Jeruzalem.
Het aanzicht van God op Zijn troon in de hemelse tempel is volgens Johannes adembenemend:
(Openbaring 4:2-3, 6) 2 En meteen raakte ik in geestvervoering. En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand. 3 En Hij Die daar zat, zag eruit als de stenen jaspis en sardius. En er was een regenboog rondom de troon, die eruitzag als een smaragd….6 En vóór de troon was een glazen zee, als kristal.
God beschouwt de hemel als Zijn troon en de aarde als Zijn voetbank:
(Jesaja 66:1) 1 Zo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon en de aarde de voetbank van Mijn voeten….
We krijgen nu nog maar delen van de beschrijvingen te zien, van wat de hemel waar God verblijft werkelijk is. De puurheid, reinheid en rechtvaardigheid zullen iedereen verbazen. Getrouwe Christenen gaan dit allemaal meemaken, net zoals Paulus een voorproefje kreeg.
<hemelen – eind>
Er zal in Gods hemel dus geen plaats meer zijn voor de leugenaar en misleider:
CSB vertaald (1 Johannes 5:19) 19 We weten dat we bij God horen en dat de hele wereld onder de heerschappij van de boze ligt.
- (Op. 12:10-11) 10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus, 11 En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood. want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen.
Wanneer Satan uit de hemel is geworpen wint het koninkrijk meteen volop aan kracht.
Het Nieuwe Jeruzalem, de 144.000 heiligen samen met Jezus als koninkrijksregering (het kind dat door God wordt beschermd), kunnen zonder de dreiging van Satan en zijn engelen hun taak als koningen en priesters gaan vervullen (Op. 20:6).
En de heiligen zongen een nieuw lied vóór de troon, om hun Vader te danken met hun bevoorrechte taak om hun Vader te dienen in het hemelse koninkrijk (Op. 14:3).
Hun overwinning was alleen mogelijk door het bloed van de Christus en hun onwrikbaar geloof in de Christus en door hun getuigenis:
(Filippenzen 4:12-13) 12 En ik weet wat het is vernederd te worden, ik weet ook wat het is overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden. 13 Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft.
Ze hebben hun leven niet liefgehad maar hebben degene die macht had over de dood – dat is de duivel – overwonnen (Hebr. 2:14-15):
(1 Korinthe 15:54-55) 54 En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning. 55 Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning?
- (Op. 12:12) 12 Daarom, verblijd u, hemelen, en u die daarin woont! Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.
Niet alleen de bewoners van de hemel, maar ook de hemel zelf wordt benoemd als plaats die zich kan verheugen door de gebeurtenissen die daar plaatsvinden. Satan zal de hemel niet meer verontreinigen en daarom blijven de bewoners van de hemel rein voor Gods aangezicht, alsook het Nieuwe hemelse Jeruzalem dat rein zal blijven:
(Openbaring 21:23,27) 23 En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp….27 Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.
Satan weet dat hij op dat moment nog maar weinig tijd heeft om oorlog te voeren tegen Gods volk op aarde. Want het was Satan en zijn demonen bekend dat ze gestraft zouden worden:
(Mattheüs 8:28-29) 28 En toen Hij aan de overkant was gekomen, in het land van de Gergesenen, kwamen twee mensen die door demonen bezeten waren, Hem tegemoet; zij kwamen uit de grafspelonken en waren zeer gevaarlijk, zodat niemand langs die weg voorbij kon gaan. 29 En zie, zij riepen: Jezus, Zoon van God, wat hebben wij met U te maken? Bent U hier gekomen om ons te pijnigen vóór de tijd?
Vervolgens smeekten de demonen Jezus om in een kudde varkens te mogen gaan zodat ze niet meteen in Tartarus terecht kwamen.
Satan wordt dus samen met zijn engelen naar de aarde verbannen. Hij kan zijn plannen daar helaas in grote woede verder uitvoeren. De opstand en onreinheid in de hemel mocht daar nooit meer terugkeren. Satan kan echter nog steeds in de ‘menselijke’ hemelen vertoeven, hij is immers een geest. Om die reden moet de engelenorganisatie (de vrouw) beschermd worden, want het engelenleger van God is zeer groot:
(Joël 2:11) 11 En de HEERE laat Zijn stem klinken voor Zijn leger uit, want Zijn leger is zeer groot, ja, machtig is Hij, Die Zijn woord ten uitvoer brengt. Groot is immers de dag van de HEERE en zeer ontzagwekkend. Wie zal hem kunnen verdragen?
Ook een zeer groot aantal engelen heeft op aarde de taak als beschermengel:
(Mattheüs 18:10) 10 Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
- (Op. 12:13-14) 13 En zodra de draak zag dat hij op de aarde was neergeworpen, ging hij de vrouw vervolgen die het mannelijke Kind gebaard had.14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, (halve jaarweek) buiten het gezicht van de slang.
Toen Satan zag dat zijn invloed beperkt moest blijven tot de aarde en dat ook nog slechts voor een beperkte tijd, ging hij de vrouw mateloos vervolgen. Aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, de machtigste van alle vogels en een van de snelste vogels tijdens de vlucht. De engelenorganisatie wordt voorbereid op een snelle vlucht, zodat deze haar achtervolger kan afschudden en een veilige plaats kan bereiken.
De vrouw zal vluchten naar een desolaat (verlaten) gebied wat veilig is voor haar is en waar de vrouw zal worden gevoed. Ze zal spiritueel worden gevoed met geestelijk voedsel:
(Mattheüs 4:3) 4 Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt.
- (Op. 12:15-16) 15 En de slang spuwde uit zijn bek water als een rivier, de vrouw achterna, om haar door de rivier te laten meesleuren. 16 Maar de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond en verzwolg de rivier die de draak uit zijn bek had gespuwd.
De slang (Satan), die uit zijn bek water spuwt als een rivier om de vrouw te laten meesleuren is beeldspraak. Uit een mond kan niet zoveel water komen, wel zoveel kwaad en onrecht:
(Psalm 10:7) 7 Zijn mond is vol vervloeking, bedrog en list, onder zijn tong is kwaad en onrecht.
Het betekent dat Satan (met zijn leger) in grote toorn een aanslag zal plegen op de vrouw (de engelenorganisatie) door een stortvloed van geweld toe te passen om haar weg te vagen of te vernietigen, maar hij zal hier niet in slagen. De aarde komt de vrouw die het mannelijke Kind gebaard had te hulp. Dit betekent dat de stortvloed van geweld zijn doel miste zoals water door de aarde wordt opgenomen en aan de oppervlakte verdwijnt. De dreiging van de stortvloed is daarmee verdwenen. Het is voor deze engelen een soortgelijke redding, als de Psalmist de redding door God beschrijft in Psalm 124:
(Psalm 124:2-7) 2 als de HEERE niet bij ons geweest was, toen mensen tegen ons opstonden, 3 dan hadden zij ons levend verslonden, toen hun toorn tegen ons ontbrandde; 4 dan hadden de wateren ons overspoeld en was een woeste stroom over onze ziel gegaan; 5 dan waren de onstuimige wateren over onze ziel gegaan. 6 Geloofd zij de HEERE, Die ons niet overgaf tot een prooi voor hun tanden. 7 Onze ziel is ontkomen als een vogel uit de strik van de vogelvanger; de strik is gebroken en wíj zijn ontkomen.
- (Op. 12:17) 17 En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben.
De draak of Satan is een slechte verliezer, en als hij in zijn toorn de vrouw niet kan verslaan richt hij zich op de overigen van haar nageslacht, getrouwe Christenen die tegen hun medemensen spreken over de Christus.
De nog levende heiligen zijn op dat moment al opgenomen in de hemel (1 Kor. 15:51-52) en Gods koninkrijk heeft een aanvang genomen. Er is immers al op de 7e of laatste bazuin geblazen (Op. 11:15). De ‘overigen’ van haar nageslacht zijn de grote schare getrouwen (Gen. 3:15) die zoals eerder aangegeven vertrapt zullen worden gedurende een ½ jaarweek (Op. 11:2) door Satan en zijn nageslacht of kinderen op aarde. Het is de grote verdrukking (Daniël 12:1, Matt. 24:21, Op. 7:14). Toch zal de grote schare een laatste wereldwijde prediking houden tegen alle goddelozen en afgodendienaren om berouw te tonen (Matt. 24:14). Daarna zal de deur voor redding definitief worden gesloten (Lukas 13:24-27).
Het voorgaande gedeelte in Openbaring beschrijft de grote lijnen. De Schrift vervolgt met de verdere invulling door symbolische beesten.
- (Op. 12:18) 18 En ik stond op het zand bij de zee.
Johannes stond in het visioen op het zand van de zee en kreeg toen een visioen van een beest dat uit het water opsteeg. Dit visioen lijkt sterk op het visioen in Daniël 7:2 waar de profeet vier beesten uit de zee zag opkomen, want ook nu is er een komst van een beest uit de zee, uit de mensenzee (Matt. 13:47-50).
Voor we verder gaan, is het zinvol eerst een samenvatting te geven over de verschillende beesten om een onderscheid tussen de beesten te kunnen maken en wat de koppen en hoorns betekenen:
<basis over de beesten en wereldmachten – begin>
De eerste droom van Nebukadnezar ging over een groot beeld, welke betekenis door Daniël in een visioen werd ontvangen (Daniël 2:31-33).
Koning Nebukadnezar met zijn Babylonische rijk vertegenwoordigde het gouden hoofd:
(Daniël 2:37-38) 37 U, o koning, bent een koning der koningen, want de God van de hemel heeft u het koningschap, macht, sterkte en eer gegeven. 38 Overal waar de mensenkinderen wonen, heeft Hij de dieren van het veld en de vogels in de lucht in uw hand gegeven. Hij heeft u aangesteld tot heerser over dit alles. U bent dat gouden hoofd.
Na het Babylonische rijk zou een rijk het zilver vertegenwoordigen, daarna een rijk het brons, daarna een rijk het ijzer. Gevolgd door een verdeeld koninkrijk, het ijzer vermengd met leem en als laatste de tenen van de voeten, gedeeltelijk van ijzer en gedeeltelijk van leem (Daniël 2:39-43). Zie: 3. De geheimen uit het boek Daniël ontrafeld
Al deze wereldmachten of koninkrijken zouden er komen, te beginnen met Babylon vanaf de laatste koning van Juda, Zedekia, totdat de God van de hemel een eeuwig koninkrijk zal doen opkomen, dat al deze koninkrijken met een steen zal verbrijzelen (Daniël 2:34-35).
Opnieuw krijgt Daniël een visioen over 4 wereldmachten die zouden komen over Gods volk (de Joden in die dagen) vanaf de laatste koning Zedekia van Juda in de lijn van David. In het eerste regeringsjaar van Belsazar ontving Daniël een visioen met vier grote dieren. Het visioen beeldde vier koningen of wereldmachten af (Dan. 7:2-24).
In Daniël 8:20-21 worden de wereldmacht van de koningen van Medië en Perzië en de daarop volgende wereldmacht van de koning van Griekenland (Alexander de Grote) beschreven.
Het grote beeld Visioen van de 4 dieren
Daniël 2:31-34 Wereldmachten Daniël 7:3-7
. Egypte
. Assyrië
Hoofd van goud Babylon Leeuw, met vleugels van een arend
Borst en armen van zilver Medo-Perzië Beer, met drie ribben in zijn muil
Buik en dijen van brons Griekenland Luipaard, met vier vleugels, 4 koppen
Benen van ijzer Romeinse rijk Schrikwekkend, zeer sterk dier, 10 horens
Voeten van ijzer en leem Verenigde Staten Een verdeeld koninkrijk
Na deze 10 horens of koningen wordt er gesproken in (Dan. 7:24) over een andere koning. Dat is de koning van het voetenrijk van ijzer en leem, de voormalige kolonie, de Verenigde Staten van Amerika. De tenen van ijzer en leem van het grote beeld (Daniël 2:42), de Centrale banken, daar komen we nog uitgebreid op terug.
(Het getal 10 is in de Schrift een aanduiding voor ‘compleetheid of volledigheid’: zoals de 10 slaven met 10 minen om zaken mee te doen, de 10 meisjes met de 10 olielampen, enz. De 10 horens in een wereldmacht duiden de volledigheid van koningen aan)
Samengevat de wereldmachten die zullen heersen over Gods volk:
De 4 wereldmachten volgens de dieren die zouden komen over (destijds) Gods volk de Joden vanaf de laatste koning Zedekia van Juda tot het einde van het Oude Verbond: Babylon, Medo-Perzië, Griekenland, Romeinse rijk.
De 5 wereldmachten volgens het grote beeld die zouden komen over Gods volk (eerst de Joden, nu de Christenen) vanaf koning Zedekia tot het einde van het Nieuwe Verbond: Babylon, Medo-Perzië, Griekenland, Romeinse rijk, de VS
De 7 wereldmachten die volgens Op. 13:1-2 zullen komen vanaf de roeping van Abraham uit Ur over Gods volk (nu de Christenen) tot de aanvang van Gods koninkrijk: Egypte, Assyrië, Babylon, Medo-Perzië, Griekenland, Romeinse rijk, de VS
In Openbaring 13 (zie hieronder) wordt gesproken over een beest met 7 koppen en 10 hoorns. De 7 koppen betekenen 7 wereldmachten en de eigenschappen als een panter, een beer en een leeuw komen vrijwel overeen met het visioen van de 4 dieren uit Daniël 7:3-7.
<basis over de beesten en wereldmachten – eind>
- (Openbaring 13:1-2) 1 En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien hoorns had, en op zijn hoorns waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. 2 En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw. En de draak (Satan) gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht.
De draak of Satan gaf hem zijn kracht, hij is de vorst van deze wereld (Joh. 12:31, 14:30):
(Openbaring 12:3) 3 En er verscheen een ander teken in de hemel. En zie: een grote vuurrode draak met zeven koppen en tien hoorns. En op zijn koppen zeven diademen.
In Op. 12:3 wordt dus bevestigd dat Satan macht heeft over de 7 koppen of wereldmachten. De zeven diademen of kronen is een aanduiding voor de 7 wereldleiders of koninkrijken.
De 7 wereldmachten van Satan, de 7 krankzinnige wereldmachten, moesten door Nebukadnezar uitgebeeld worden. Hij ontving (na de eerste droom over het grote beeld) zijn tweede droom. Uiteindelijk zou Gods koninkrijk alle andere koninkrijken verbrijzelen.
De betekenis van de droom van een hoge boom die omgehakt en omsloten werd; Dit betekende dat Nebukadnezar ‘7 tijden’ als een krankzinnige in het veld moest verblijven totdat hij door vernedering tot inzicht kwam:
(Daniël 4:24-25,37) 24 dit is de uitleg ervan, o koning, en het is een besluit van de Allerhoogste dat mijn heer de koning overkomt: 25 Men zal u namelijk uit de mensenwereld verstoten, en u zult uw verblijf hebben bij de dieren van het veld. Men zal u gras te eten geven, zoals aan runderen, en u zult bevochtigd worden door de dauw van de hemel. Zeven tijden zullen over u voorbijgaan, totdat u erkent dat de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van de mensen en dat geeft aan wie Hij wil…..37 Ik, Nebukadnezar, prijs, roem en verheerlijk nu de Hemelkoning, omdat al Zijn daden waarheid zijn en Zijn paden gerechtigheid: Hij is in staat te vernederen wie in hoogmoed hun weg gaan.
De koning verbleef zeven tijden of zeven profetische jaren onder de dieren totdat hij God en Zijn rechtmatige koninkrijk erkende. Pas toen werd de boom ontsloten en werd hij in ere hersteld.
Tot slot:
Het geweld door handhavers en politie neemt toe in deze wereld. Veel mensen in deze wereld zijn dan ook verdoofd, getraumatiseerd of depressief gemaakt door kinderen van Satan die angst blijven aanzwengelen. Christenen zijn hiervoor beschermd en beantwoorden deze angst met Christelijke liefde en kracht:
(2 Timoteüs 1:7) 7 Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.
In het volgende artikel gaan we verder met de verschillende beesten en hun betekenis.
De gedachtenisviering is 15 april 2022 na zonsondergang.