23. Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien

Wie Mij heeft gezien.pdf

(Johannes 14:8-9) 8 Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. 9 Jezus zei tegen hem: Ben Ik zo’n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien?

,                      (Alle aanhalingen uit de Herziene Statenvertaling)

————————————————————————————————————–

Thema: Gods eigenschappen weerspiegeld in de Christus

De hemelse Vader YHWH en Jezus zijn verschillende personen of persoonlijkheden:

(Mattheüs 26:39) 39 En nadat Hij iets verder gegaan was, wierp Hij Zich met het gezicht ter aarde en bad: Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt.
(Markus 15:34) 34 En op het negende uur riep Jezus met luide stem: ELOÏ, ELOÏ, LAMA SABACHTANI, dat is vertaald: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?
(Johannes 6:38) 38 Want Ik ben uit de hemel neergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar de wil van Hem Die Mij gezonden heeft.
(Johannes 8:17-18) 17 En er staat ook in uw wet geschreven dat het getuigenis van twee mensen waar is. 18 Ik ben het Die van Mijzelf getuig, en de Vader, Die Mij gezonden heeft, getuigt van Mij.

De woorden die Jezus – als woordvoerder – ons vertelt zijn de woorden door God gegeven, en Hij werd naar de aarde gezonden om van het Goddelijke licht te getuigen:

(Johannes 1:1-2) 1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God.
(Johannes 12:48-50) 48 Wie Mij verwerpt en Mijn woorden niet aanneemt, heeft iets wat hem veroordeelt, namelijk het woord dat Ik gesproken heb; dat zal hem veroordelen op de laatste dag. 49 Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Hijzelf heeft Mij een gebod gegeven wat Ik zeggen en wat Ik spreken moet. 50 En Ik weet dat Zijn gebod eeuwig leven is. Wat Ik dan spreek, spreek Ik zoals de Vader Mij gezegd heeft.
(Johannes 15:21) 21 Maar al deze dingen zullen zij u aandoen omwille van Mijn Naam, omdat zij Hem niet kennen Die Mij gezonden heeft.

Jezus doet Gods werken en is grondig door YHWH geïnstrueerd:

(Johannes 9:4-5) 4 Ik moet de werken doen van Hem Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht waarin niemand kan werken. 5 Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het Licht der wereld.

Jezus ging wonen in Kapernaüm als een groot licht, zoals ook voorzegd in Jesaja:

(Mattheüs 4:13-16) 13 Hij verliet Nazareth en ging wonen in Kapernaüm, dat aan de zee lag, in het gebied van Zebulon en Naftali, 14 opdat vervuld zou worden wat door de profeet Jesaja gesproken werd toen hij zei: 15 Land Zebulon en land Naftali, gebied aan de weg naar de zee en over de Jordaan, Galilea van de volken, 16 het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor hen die zaten in het land en de schaduw van de dood, is een licht opgegaan.
(Jesaja 9:1) 1 Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen.

Gods woord is licht, en door Gods opdracht te gehoorzamen is Jezus de eerste licht-drager op aarde geworden:

(2 Korinthiërs 4:5-6) 5 Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Heere, en onszelf als uw dienstknechten om Jezus’ wil. 6 Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.

 Ik (Jezus) ben in Mijn Vader en de Vader is in Mij

Wat bedoelde Jezus met: ‘Dat Ik in de Vader ben en de Vader is in Mij’ ?

(Johannes 14:10-11) 10 Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken. 11 Geloof Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is, en zo niet, geloof Mij dan om de werken zelf.

Jezus bedoelt daarmee een figuurlijk in de Vader zijn en andersom. Door zo in de geest met elkaar verbonden te zijn dat we kunnen spreken van compleet afgestemd te zijn op elkaar. Al op 12-jarige leeftijd was Jezus zeer geïnteresseerd in Zijn Vader:

(Lukas 2:48-49) 48 En toen zij Hem zagen, stonden zij versteld, en Zijn moeder zei tegen Hem: Kind, waarom hebt U ons dit aangedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. 49 En Hij zei tegen hen: Waarom hebt u Mij gezocht? Wist u niet dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader?

Jezus werd exclusief op aarde verbonden met Zijn Vader, toen Hij werd geheiligd of gezalfd als Messias gedurende Zijn doop:

(Mattheüs 3:16) 16 En nadat Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen op uit het water; en zie, de hemelen werden voor Hem geopend, en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Zich komen.
(Handelingen 10:37-38) 37 U weet wat er gebeurd is in heel Judea, wat begon in Galilea na de doop die Johannes gepredikt heeft: 38 hoe God Jezus van Nazareth gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht en hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed en allen die door de duivel overweldigd waren, genas, want God was met Hem.

Maar niet alleen door de heiliging, de exclusieve verbinding met de Vader kwam ook voort door Zijn voortdurende gebed:

(Lukas 3:21) 21 En het geschiedde, toen al het volk gedoopt was, en Jezus ook gedoopt was en aan het bidden was, dat de hemel geopend werd,
(Lukas 6:12) 12 Het gebeurde in die dagen dat Hij naar buiten ging, naar de berg, om te bidden; en Hij bleef heel de nacht in gebed tot God.
(Lukas 9:18) 18 En het gebeurde, toen Hij in persoonlijk gebed was, dat de discipelen in Zijn nabijheid waren. En Hij vroeg hun: Wie zeggen de menigten dat Ik ben?
(Lukas 9:28) 28 Het gebeurde ongeveer acht dagen na deze woorden dat Hij Petrus en Johannes en Jakobus meenam en de berg opklom om te bidden.
(Lukas 11:1) 1 En het gebeurde, toen Hij ergens aan het bidden was, dat een van Zijn discipelen tegen Hem zei, toen Hij ophield: Heere, leer ons bidden, zoals ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft.
(Lukas 22:32) 32 Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders.

Gebed is intens contact hebben, verbondenheid. Jezus heeft Zijn Geest volledig afgestemd op Zijn Vader en is dus één met Zijn Vader. Beiden spreken als het ware met één mond, want Jezus spreken, uitleg en werken komen rechtstreeks voort uit de volmacht van God. Jezus openbaart aan ons de Vader in alles wat Hijzelf heeft gezegd en heeft gedaan. Dit gegeven is fundamenteel voor ons om te beseffen hoe ook wij, door onze verbondenheid met Jezus, ook intens verbonden zijn met onze hemelse Vader en één met onze broeders en zusters:

(Johannes 17:11,21) 11 En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld, en Ik kom naar U toe. Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij….21 opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt.

Jezus was als mens – zoals alle mensen – niet alleen een menselijke afbeelding van God, maar was tevens ook het toonbeeld van Goddelijk gedrag:

(Kolossenzen 2:9) 9 Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk.

Dat was ook al zo in de hemel, zoals we kunnen zien is in de samenwerking van de Vader met de Zoon gedurende de schepping:

(Genesis 1:26) 26 En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen!

Of betreffende de samenwerking in het beschermen van de 144.000 heiligen:

(Johannes 10:28-30) 28 En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. 29 Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. 30 Ik en de Vader zijn Één.

Wie Jezus liefheeft, bij die persoon zullen zowel de Vader als Jezus hun intrek nemen:

(Johannes 14:19-23) 19 Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar u zult Mij zien, want Ik leef en u zult leven. 20 Op die dag zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u. 21 Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. 22 Judas, niet de Iskariot, zei tegen Hem: Heere, hoe komt het dat U Zichzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld? 23 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.

Natuurlijk is deze intrek nemen als eerste bedoeld voor de verzegelde heiligen. Maar ook de grote schare, een heilig volk volgens Paulus, heeft hier enorm voordeel van:

Willibr. (Romeinen 11:13,16) 13 Want tegen u, de heidenen, zeg ik:…. 16 En als de eerstelingen heilig zijn, dan het deeg ook, en als de wortel heilig is, dan de takken ook.

Want allereerst is Jezus onze Middelaar betreffende de Vader in de hemel:

(1 Timotheüs 2:5) 5 Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.

Onze gebeden spreken we daarom uit in Jezus naam (Joh. 16:26-27) , we prediken in Jezus naam (Hand. 8:12) en we  worden gedoopt in Jezus naam (Hand. 2:38).
Het is een voorrecht voor Christenen om Gods aanwezigheid te voelen in ons hart.
Ook ons hart wordt dan Hun intrek, als een tempel die geschikt is voor Hun verblijf:

(1 Korinthe 3:16-17) 16 Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? 17 Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u.

Alhoewel het bovenstaande opnieuw als eerste geldt voor de uitverkoren heiligen, is het ook geldig voor de grote schare. Elke Christen staat onder invloed van God. Elke Christen koestert daarom Jezus woorden om hier gehoorzaam naar te luisteren, door  het uitdragen van Christelijke boodschappen, door onszelf hier mee te corrigeren of door er kracht mee te ontvangen.

Sommige zaken zijn voor mensen niet te bevatten of te begrijpen. Dat het universum oneindig is, of dat God YHWH er altijd is geweest en er altijd zal zijn. Maar misschien ook de Goddelijke relatie tussen de Vader en Zijn Zoon Jezus.
Deze bijzondere relatie tussen de Vader en de Zoon is veel omvattender als een gewone vader / zoon relatie. Jezus hield – als Gods woordvoerder – van goed te begrijpen uitspraken en heldere voorbeelden. Uitspraken die passen in het denkpatroon en beeldvorming van gewone mensen. Jezus wilde duidelijkheid, geen verwarring. Over Zijn Goddelijkheid als Zoon sprak Jezus niet veel. Wat we wel weten is, dat de hele schepping voor de Messias als ‘Erfgenaam van alles’ (Hebr.1:2) is bedoeld: ‘alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen’ (Kol. 1:16).

U bent goden

Jezus genas op de sabbat en zei: ‘Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook’:

(Johannes 5:18) 18 Daarom dan probeerden de Joden des te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen het gebod van de sabbat brak, maar ook zei dat God Zijn eigen Vader was, en daarmee Zichzelf aan God gelijkmaakte.

Bij een andere gelegenheid wilden de Joden Jezus opnieuw stenigen (Joh.10:31) omdat Jezus tegen hen zei: ‘De vader en ik zijn één’ (Joh.10:30) .
Vervolgens antwoordde Jezus hen: Ik heb u vele goede werken van Mijn Vader laten zien. Vanwege welk van die werken wilt u Mij stenigen? (Joh.10:32).
Ze antwoordden Hem: Wij stenigen U niet vanwege een goed werk, maar vanwege godslastering, omdat U, Die een Mens bent, Uzelf gelijk maakt aan God (Joh.10:33).
Jezus vertelde hen vervolgens, dat er in de Schrift over ‘goden’ gesproken wordt:

(Johannes 10:34-36) 34 Jezus antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: U bent goden? 35 Als de wet hén goden noemde tot wie het woord van God kwam, en de Schrift niet van kracht beroofd 36 zegt u dan tegen Mij, Die de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: U lastert God, omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon?
(Psalm 82:1-2,6-7) 1 Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering van God, Hij oordeelt te midden van de goden 2 Hoelang zult u onrechtvaardig oordelen en de goddelozen bevoordelen?….6 Ík heb wel gezegd: U bent goden, u bent allen zonen van de Allerhoogste; 7 toch zult u sterven als een mens, zoals iedere andere vorst zult u vallen.

Psalm 82; God (elohim -enkelvoud) stond in de vergadering van God zelf , en God oordeelde  de goden. Het betreft hier een hemels tafereel. De vergadering betrof de taken van de zonen van God, met de heilige engelen als goden (elohim – meervoud) in de hemel. Elohim als enkelvoud of als meervoud is te onderscheiden door de zinsbouw. In het scheppingsverhaal, in het boek Genesis, wordt voor God regelmatig de aanduiding Elohim gebruikt. Elohim heeft volgens verschillende onderzoekers  een veel omvangrijkere betekenis dan alleen het woord ‘God’ zelf. Het is de Hebreeuwse manier om Gods eigenschappen weer te geven, zoals betreffende God-zelf de eigenschappen als ‘de oneindige God’ of als ‘de almachtige God’.

Psalm 82 vers 7: ’Toch zult u sterven als een mens’, is een duidelijke verwijzing naar de  dood van de Christus.
De organisatie van engelen wordt in de Schrift ook wel eens het engelenleger met hun vorsten genoemd:

(Psalm 89:7) 7 Want wie kan in de hemel met de HEERE gemeten worden? Wie is de HEERE gelijk onder de machtige vorsten?
(Genesis 2:1) 1 Zo zijn de hemel en de aarde voltooid, en heel hun legermacht.
(1 Koningen 22:19) 19 Verder zei Micha: Daarom, hoor het woord van de HEERE: Ik zag de HEERE op Zijn troon zitten, en heel het hemelse leger stond bij Hem, aan Zijn rechter- en aan Zijn linkerzijde.

Onze hemelse Vader is de enige almachtige God, de God der goden:

(Deuteronomium 10:17) 17 Want de HEERE, uw God, is de God der goden en de Heere der heren; die grote, machtige en ontzagwekkende God,….
(Jozua 22:22) 22 De God der goden, de HEERE, de God der goden, de HEERE, Hij weet het; Israël zelf zal het ook weten!….
(Deuteronomium 4:35) 35 Aan ú is dat getoond, opdat u zou weten dat de HEERE God is, niemand anders dan Hij alleen!
(Mattheüs 19:17) 17 Hij zei tegen hem: Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, namelijk God.
(Jakobus 2:19) 19 U gelooft dat God één is; daar doet u goed aan….
(Johannes 14:28) 28 U hebt gehoord dat Ik tegen u gezegd heb: Ik ga heen maar kom weer naar u toe. Als u Mij liefhad, zou u zich verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga heen naar de Vader; want Mijn Vader is meer dan Ik.

De Mensenzoon, een bijzondere titel voor een goddelijk Persoon

YHWH kreeg Jezus als het begin van de schepping, als het begin van Zijn weg voordat er verder iets was geschapen (Spreuken 8:22-23).
Jezus is door God Erfgenaam gemaakt van de hele schepping (Hebreeën 1:2).
De hele schepping is gemaakt door Jezus en voor Jezus (Kolossenzen 1:16).
De Zoon van God is de Alfa (en de Omega), het begin van de schepping (Op. 1:8).
Jezus werd geschapen als het begin van de schepping en is de eerstgeborene en Erfgenaam van de hele schepping en is derhalve van puur goddelijke oorsprong:

(Hebreeën 1:6) 6 En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem aanbidden.
(Kolossenzen 1:15) 15 Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping.

De engelen worden gemaand Jezus te erkennen en te eren. Feitelijk is Jezus hiermee aan God gelijk. Toch heeft Jezus zich nooit gelijk gesteld aan God (YHWH), maar de Vader steeds verhoogd (‘Vader in de hemel, Uw naam worde geheiligd’ – Lukas 11:2).
In Jesaja 9:5 staat over Jezus geschreven: Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
Ook in Hebreeën 1:8 (en Psalm 45:7-8) wordt de Vredekoning Jezus beschreven als ‘God’, in het Grieks als ‘Theos’ geschreven.

Monotheïsme betekent, dat er slechts één ware of almachtige God is.
Zeker is dus, dat Jezus niet de almachtige God YHWH is. De aanduiding van God met een hoofdletter is slechts de mening van de vertaler om diep respect te tonen.
De aanduiding ‘God’ moet dus niet verward worden met de almachtige God YHWH.
Jezus ontvangt de eeuwige troon met de scepter of staf van het rechtvaardige Koninkrijk:

(Hebreeën 1:7-9) 7 En van de engelen zegt Hij weliswaar: Die Zijn engelen maakt tot geesten en Zijn dienaren tot een vuurvlam, 8 maar tegen de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht. 9 U hebt gerechtigheid lief en haat ongerechtigheid. Daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen.

Hieronder nog enkele voorbeelden meer uit de Schrift van Jezus als ‘Theos’:

(Romeinen 9:5) 5 Tot hen behoren de vaderen, en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus voortgekomen, Die God is, boven alles, te prijzen tot in eeuwigheid. Amen!
(1 Johannes 5:20) 20 Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven.

Ook wordt éénmaal het woord Theos gebruikt voor Satan, als de ‘god van deze eeuw’:

(2 Korinthe 4:4) 4 Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen.

Jezus gaf zijn instemming om als een vrucht ingeplant te worden bij Maria (Lukas 1:26-38) en bood zichzelf daarmee vrijwillig aan als slaaf, uit liefde voor ons. Hij heeft nooit Zijn  positie misbruikt om zich te verheffen boven de almachtige God YHWH:

(Filippenzen 2:6-7) 6 Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, 7 door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden.

De demonen op aarde wisten heel goed dat Jezus de Zoon van God was:

(Markus 3:11-12) 11 En telkens wanneer de onreine geesten Hem zagen, vielen zij voor Hem neer en riepen: U bent de Zoon van God! 12 En Hij gebood hun streng en met klem dat zij niet bekend zouden maken wie Hij was. (zie ook Lukas 4:40-41)

De Schrift vertelt ons, dat Jezus – als mens – voor korte tijd minder was gemaakt dan de engelen, maar na Zijn opstanding werd Jezus met bovenmatige heerlijkheid en eer gekroond:

(Hebreeën 2:7) 7 U hebt hem voor korte tijd minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt U hem gekroond….
(1 Petrus 3:22) 22 Die aan de rechterhand van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn.
(Daniël 7:13-14) 13 Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. 14 Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.

Na Zijn opstanding is Jezus verhoogd naar de verheerlijkte positie die Hij voorheen had, maar nu met een nog voortreffelijker Naam:

(Filippenzen 2:9) 9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam,….
(Openbaring 19:16) 16 Er stond op Zijn bovenkleed en op Zijn dij deze Naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren.

Jezus is verheerlijkt door Zijn getrouwheid, tevens is God – die Hem had gezonden – verheerlijkt door de ultieme getrouwheid van Jezus:

(Johannes 13:31-32) 31 Toen hij (de verrader Judas) dan naar buiten gegaan was, zei Jezus: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt, en God is in Hem verheerlijkt. 32 Als God in Hem verheerlijkt is, zal God Hem ook in Zichzelf verheerlijken, en Hij zal Hem meteen verheerlijken.

Jezus getrouwheid is een afbeelding van Gods ultieme getrouwheid aan Zijn woord.

De twijfelende discipelen

Opmerkelijk in de Schrift is Jezus reactie op zowel Thomas als op de apostelen:

(Johannes 20:27-28) 27 Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig. 28 En Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God!
(Mattheüs 28:17-18) 17 En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden. 18 En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

Jezus corrigeerde hen allen niet, zowel Thomas niet, alsook de apostelen niet.
De goddelijke positie van Jezus moet gemeengoed worden in onze geest. Waar het meestal aan schort is dat we nog twijfels hebben in ons geloof:

(Mattheüs 21:18-22) 18 ’s Morgens vroeg, toen Hij terugkeerde naar de stad, kreeg Hij honger. 19 En toen Hij een vijgenboom langs de weg zag, ging Hij ernaartoe en vond er niets aan dan alleen bladeren. Hij zei tegen hem: Laat er aan u geen vrucht meer groeien in eeuwigheid! En de vijgenboom verdorde onmiddellijk. 20 Toen de discipelen dat zagen, verwonderden zij zich en zeiden: Hoe is de vijgenboom zo ineens verdord? 21 Maar Jezus antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u:  Als u geloof had en niet twijfelde, zou u niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gedaan, maar zelfs als u tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, dan zou het gebeuren. 22 En alles wat u in het gebed vraagt, in geloof, zult u ontvangen.

Overwin uw twijfels, want Jezus wijst ons perfect de weg naar de toegang tot God.

Nederigheid

Jezus kwam nederig op een ezelsveulen om als hun voorbestemde Koning, de Zoon van David, geïdentificeerd en ingehuldigd te worden:

(Mattheüs 21:1-5) 1 En toen zij Jeruzalem naderden en in Bethfagé bij de Olijfberg gekomen waren, zond Jezus twee discipelen uit en zei tegen hen: 2 Ga het dorp in dat voor u ligt, en u zult meteen een ezelin vinden die vastgebonden is, en een veulen bij haar; maak ze los en breng ze bij Mij. 3 En als iemand iets tegen u zegt, moet u zeggen dat de Heere ze nodig heeft, en hij zal ze meteen sturen. 4 Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden wat gesproken is door de profeet, toen hij zei: 5 Zeg tegen de dochter van Sion: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen dat een jong van een jukdragende ezelin is.
(Zacharia 9:9) 9 Verheug u zeer, dochter van Sion! Juich, dochter van Jeruzalem! Zie, uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland, arm, en rijdend op een ezel, op een ezelsveulen, het jong van een ezelin.

Het was niet alleen de nederigheid van Jezus, het was ook de wil van de Vader dat de voorbestemde Koning nederig zou verschijnen op een ezelsveulen i.p.v. een koets met paarden. De Vader in de hemel wil zich namelijk niet verheffen en is Zelf ook nederig. Jezus spreekt en handelt en doet de werken precies zoals de Vader Hem geboden heeft (Joh. 12:48-49). Het zijn dan ook Gods exacte eigenschappen  waar Jezus in Matt. over spreekt:

(Mattheüs 11:27-30) 27 Alle dingen zijn Mij overgegeven door Mijn Vader; en  niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon, en hij aan wie de Zoon het wil openbaren. 28 Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. 29 Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart;  en u zult rust vinden voor uw ziel; 30 want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.

De Vader is zo van harte bereid om iemand te vergeven die berouw toont (Lukas 6:36), maar maak niet de fout om de Vader of de Zoon te onderschatten. Dien Hen beiden met een diepe eerbied en onwankelbare trouw. God haat onrecht en Gods vijanden zullen het niet overleven. YHWH zal ondubbelzinnig opkomen voor rechtvaardigheid:

(Hebreeën 12:28-29) 28 Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied. 29 Want onze God is een verterend vuur.

Tot slot:

Wie Jezus eigenschappen en handelen heeft gezien heeft dus de Vader gezien. Jezus lijkt in Zijn gedrag en handelen als twee druppels water op de Vader. Echter meer van de Vader zien is voor mensen op aarde niet mogelijk. Geen enkel mens op aarde kan de hemelse Vader zien en in leven blijven:

(Exodus 33:9,11,18,20,22-23) 9 Zodra Mozes de tent binnenging, gebeurde het dat de wolkkolom neerdaalde en bij de ingang van de tent bleef staan en dat de HEERE met Mozes sprak….11 De HEERE sprak tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals een man met zijn vriend spreekt….18 Toen zei Mozes: Toon mij toch Uw heerlijkheid!….20 Hij zei verder: U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven….22 En het zal gebeuren, als Mijn heerlijkheid voorbijtrekt, dat Ik u in een kloof van de rots neer zal zetten en u met Mijn hand zal bedekken totdat Ik voorbijgegaan ben. 23 En zodra Ik Mijn hand wegneem, zult u Mij van achteren zien, maar Mijn aangezicht zal niet gezien worden.
(Johannes 6:46) 46 Niet dat iemand de Vader gezien heeft, behalve Hij Die van God is; Híj heeft de Vader gezien.

Einde artikel
Deze site wordt landelijk streng gecensureerd, verspreid dit artikel waar u kunt!!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *