Het boek Openbaring, vers voor vers uitgewerkt versie 1.3
Inleiding:
Het boek ‘De Openbaring’ betreft het onthullen van Gods voornemen voor de nabije toekomst en voor het eeuwige leven en geeft inlichtingen en raad voor Zijn volk.
In ongeveer 96 n.Chr. zendt de uit de dood opgewekte en verheerlijkte Jezus een engel naar Johannes, die in gevangenschap was op het Griekse eiland Patmos.
De apostel Johannes was de enige nog levende apostel in die dagen.
Deze gezonden engel onthult in een visioen, welke plagen de mensheid allemaal zullen gaan treffen. Het visioen heeft vooral betrekking op de laatste dagen, op de wederkomst en opname van Christenen maar ook op het eeuwige leven.
Veel zorg is besteed om de symboliek zo nauwkeurig mogelijk te interpreteren.
Inhoudsopgave deel 7:
Hoofdstuk 20: Satan overwonnen, het oordeel wordt geveld voor alle mensen
Hoofdstuk 21: De Nieuwe hemel, Nieuwe aarde en het Nieuwe Jeruzalem
Hoofdstuk 22: Christus bevestigd zijn belofte en Zijn spoedige komst
. (Alle aanhalingen uit de Herziene Statenvertaling)
———————————————————————————————————
Patronen: De diepere betekenis van de geopende boekrol verklaard
In deel 2; De vier beschrijvingen van het directe einde
In deel 3; Het patroon van de drie weeën
In deel 4; De dubbele vervulling van: gruwel, verdrukking en 70e jaarweek
In deel 5; De antichrist, handlanger van Satan en Christenvervolger
In deel 6; Het grote Babylon, de oneerlijke vrouw, de stad die zich verheft
Nu in deel 7; De heilige betekenis van getallen en hun hiërarchie
Numerologie in Openbaring is het gebruik van getallen waarvan we proberen de betekenis volledig te plaatsen. Getallen in Openbaring hebben te maken met Goddelijke perfectie en heiligheid. We kennen helaas de Goddelijke maatstaven voor de getallen niet volledig, zoals de genoemde volmaaktheid en heiligheid van getallen.
Omdat het boek Openbaring veel symboliek bevat kunnen deze aantallen mogelijk een diepere betekenis hebben. Er is ook een hiërarchie in belangrijkheid:1 2 3 4 7 12
Het getal 1, er is maar één God
Er is geen andere God als YHWH:
(1 Timotheüs 2:5) 5 Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. (zie ook Deut. 6:4)
De Schepper van hemel en aarde is de rechtmatige Koning van het universum:
(Openbaring 11:17) 17 en zeiden: Wij danken U, Heere, God de Almachtige, Die is en Die was en Die komt, omdat U Uw grote kracht ter hand hebt genomen en Koning geworden bent. (zie ook Openbaring 19:6)
Het getal 2, het twee-voudige Koningschap
De almachtige Koning en de Onderkoning zijn als Koningen van de wereldbevolking volmaakt op elkaar afgestemd (Op. 11:15):
(Johannes 10:30) 30 Ik en de Vader zijn Één.
Beiden zijn de alpha en omega, het begin en het einde, de eerste en de laatste, de Koning der Koningen en Heer der Heren:
(1 Timotheüs 6:15) 15 De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal die op Zijn (Gods) tijd laten zien,….
God YHWH is de eerste en de laatste, God is concurrentieloos:
(Jesaja 44:6) 6 Zo zegt de HEERE , de Koning van Israël, zijn Verlosser, de HEERE van de legermachten: Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God. (zie ook Jesaja 48:12)
(Openbaring 21:6) 6 En Hij (God) zei tegen mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens.
Dezelfde benamingen gelden voor Jezus als Onderkoning:
(Openbaring 19:16) 16 Er stond op Zijn (van het Lam) bovenkleed en op Zijn dij deze Naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren. (zie ook Op. 17:14)
Jezus is alle macht gegeven (Mattheüs 28:18):
(Openbaring 1:17) 17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste,….
(Openbaring 22:12-13) 12 En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn. 13 Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste.
Hiervan afgeleid, in de voetsporen van het evangelie van de Christus, is de geldigheid van twee getuigen gedurende de twee getuigen profetie (Op. 11:3-13).
Het getal 3, de Goddelijke bevestiging
De Goddelijke waarschuwingen en vonnissen worden in drieën uitgevoerd:
3 fasen van plagen; de 7 zegels, de 7 bazuinen, de 7 schalen (Op. 6-19)
3 serafs bevestigen de komst van de 3 ruiters met hun plagen (Op. 6:3,5,7)
3 weeën; de 3 engelen met de 3 laatste bazuinen (Op. 8:13)
3 engelen kondigen het oordeel aan m.b.t. het merkteken (Op. 14:6-9)
3 onreine geesten, uit de bek van Satan, de VS en de Antichrist (Op. 16:13)
3 stukken uiteenvallen, het grote Babylon wordt vernietigd (Op. 16:19)
3 poorten van de stad, 3 in elke richting; noord, oost, zuid en west (Op. 21:13)
3 maal genoemde formule: 42 maanden, 1260 dagen, tijd en tijden en een halve tijd
Het getal 4, viermaal betekent hoge perfectie = de Goddelijke waarheid
4 evangeliën, het goede nieuws viermaal beschreven
4 beschrijvingen van het directe einde, zie patronen
4 serafs vol met ogen in het midden en voor de troon (Op. 4:6), vervullen in Openb. een actieve rol in het prijzen van God en het uitvoeren van Zijn vonnissen.
De serafs vol met ogen hebben toegang tot het reukoffer altaar (Op. 4:6, Jes. 6:6).
De 7 schalen worden uitgereikt door 1 van de 4 serafs (vol met ogen) aan de 7 serafs (als vuurfakkels voor Gods troon) om het vonnis van God uit te voeren (Op. 15:7).
4 engelenleiders die hun engelenlegers inzetten om groepen van ‘onreine engelen van verwoesting’, de vier winden over de hele aarde, tegen te houden (Op.7:1)
4 engelenleiders met hun legers worden losgemaakt om het derde deel van de mensheid te doden (Op. 9:14-19)
Het getal 7, de Goddelijke compleetheid
7 serafs als vuurfakkels voor de troon (Op. 3:1, 4:5, 5:6)
7 gemeenten (Op. 1:4)
7 gouden kandelaars (Op. 1:12)
7 sterren of engelen in de hand (Op. 1:16,20)
7 zegels (Op. 5:1)
7 bazuinen (Op. 8:2)
7 schalen (Op. 15:7)
7 hoorns en ogen van het Lam (Op. 5:6)
7 donderslagen die spreken (Op. 10:3)
7 koppen op de verschillende beesten (Op. 12)
7 kronen of diademen (Op. 12:3)
7 scheppingsdagen en dagen van de week (Gen. 4:15)
Het getal 12, de Goddelijke compleetheid in ‘heilige organisatie’
12 stammen van Israël
12 stammen die het volledig aantal heiligen bevat (Op. 7:4-8)
12 sterren in de kroon van de vrouw (Op. 12:1)
12 apostelen
12 x 2 = de 24 profeten
12 x 12 x 1000 = de 144.000 heiligen
12 poorten van de stad, 12 parels als poorten, 12 engelen bij de poorten (Op. 21:12)
12 namen van de stammen boven de poorten (Op. 21:12)
12 fundamenten van de stad met de 12 namen van de apostelen er op (Op. 21:14)
12 vruchtenoogsten per jaar aan de boom des levens (Op. 22:2)
12 is door God in de hemellichamen ingebouwd, de 12 maanden (omlooptijd van de maan) vormen een zonnejaar.
12 x 1000 stadiën in lengte, breedte en hoogte als kubus is de stad (Op. 21:16)
Het getal 10, volledigheid van het aantal, is geen absoluut aantal
Het getal 10 is in de Schrift een aanduiding voor ‘compleetheid of volledigheid’, zoals de 10 dienaren met 10 ponden om zaken mee te doen, de 10 meisjes met de 10 olielampen, enz.
10 dagen verdrukking in gevangenis (Op. 2:10)
10 hoorns of koningen op de diverse beesten (Op. 12:3,13:1,17:3,12)
10e deel van de stad stort in (Op. 11:13)
10 x 10 x 10 = De Goddelijke hoeveelheid 1000 of millennium
Hoofdstuk 20: Satan overwonnen, het oordeel wordt geveld voor alle mensen
- (Op. 20:1-3) 1 En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. 2 En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, 3 en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten.
Duizend jaar is de periode die gewoonlijk wordt aangeduid als het millennium.
Na de opname van de discipelen in de hemel zal de vijand van God (Satan) voor duizend jaar in de afgrond, in Tartarus, opgesloten worden (Op. 20:2).
Tartarus is de plaats (de gevangenis) van de ongehoorzame engelen, een plaats waar ze in diepe duisternis moeten leven, dus totaal zonder Goddelijk licht. Dat gebeurde eveneens tijdens de vloed met de engelen die gezondigd hadden (2 Petrus 2:4). Na die duizend jaar gevangenis zal Satan voor een korte periode weer worden losgelaten (Op. 20:3) en weer velen weten te beïnvloeden en te misleiden.
Alleen een engel met buitengewone macht kan Satan opsluiten. De aartsengel Michaël kon met zijn leger de Satan met zijn engelen uit de hemel verwijderen en neerwerpen naar de aarde (Op. 12:7-9).
Jezus heeft van Zijn Vader alle sleutels of macht ontvangen:
(Mattheüs 28:18) 18 En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Jezus had de macht of de sleutel om de demonen in de afgrond te sturen:
(Lukas 8:30-31) 30 Jezus vroeg hem: Wat is uw naam? Hij zei: Legio; want er waren veel demonen in hem gegaan. 31 En zij smeekten Hem dat Hij hun niet zou bevelen in de afgrond te gaan.
Met een symbolisch slot en ketting wordt Satan opgesloten. Het is dus waarschijnlijk de Christus die de Satan overwint. De Satan heeft geen macht over het Lam (Joh. 14:30) en Jezus kan hem vervolgens opsluiten in Tartarus.
Alle vijanden van Christus, alle demonen van Satan, worden eveneens opgesloten.
De opwekking van de overleden discipelen van de grote schare, de rechtvaardigen
We hebben in De Openbaring deel 6 gezien dat in hoofdstuk 19 de bruiloft of verbintenis beschreven is van Jezus met het voltallig aantal heiligen, de levend opgenomen heiligen en de opgewekte heiligen (1Thess. 4:16-17). Wat de grote schare betreft, het zullen geen enorme aantallen van de grote schare zijn, die levend door de grote verdrukking komen:
(Mattheüs 7:13-14) 13 Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; 14 maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.
Maar dan staat er iets opmerkelijks in Op. 7:9, waar Johannes zich over verbaasde:
(Openbaring 7:9,14) 9 Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand….14 En ik zei tegen hem: U weet het, mijn heer. En hij zei tegen mij: Dezen (de grote schare rechtvaardigen) zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam.
De voltallige getrouwe Christenen, de levende en de opgewekte discipelen van de grote schare, zijn de bruiloftsgasten die niemand tellen kon (Op. 7:9).
De grote schare, de geestelijke Israëlieten, behoren tot de erfgenamen van Abraham (Gal. 3:29) en zullen door de apostelen worden geoordeeld en indien rechtvaardig bevonden, hemels leven ontvangen nog vóór het bruiloftsfeest:
(Mattheüs 19:28) 28 En Jezus zei tegen hen (de apostelen): Voorwaar, Ik zeg u dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, als de Zoon des mensen zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid, ook zult zitten op twaalf tronen en de twaalf stammen van Israël zult oordelen.
Deze rechtvaardige discipelen van Christus worden in vreugde uit de dood opgewekt en vervolgens in de hemel opgenomen met een geestelijk lichaam:
Willibr, (Johannes 5:24) 24 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie luistert naar mijn woord en gelooft in Hem die Mij zond, heeft eeuwig leven en is aan geen oordeel onderworpen, hij is immers reeds uit die dood naar het leven overgegaan.
(Johannes 3:17-18, 36) 17 Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God….36 Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.
(Johannes 6:40) 40 En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
Het is de tweede opstanding van overleden getrouwe Christenen die opgewekt worden. Bewust gedoopte Christenen, die jaarlijks het gedachtenismaal gevierd hebben. Jezus zei eens het volgende over getrouwe discipelen:
(Johannes 6:53-54) 53 Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als u het vlees van de Zoon des mensen niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in uzelf. 54 Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
Het visioen gaat verder met het oordelen van de onrechtvaardigen.
- (Op. 20:4-5) 4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang. 5 Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding.
De 144.000 heiligen, die Johannes nu op tronen ziet zitten, bestaan uit getrouwe discipelen waarvan velen onthoofd zijn om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld onder geen beding aanbeden hebben en die het merkteken geweigerd hebben. Zij ontvangen de eerste opstanding. Ze mogen nu samen met Jezus het oordeel vellen over de overleden wereldburgers:
(1 Korinthe 6:2) 2 Weet u niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen?….
Tijdens de oordeelsdag zullen dus niet alleen de rechtvaardigen (de grote schare), echter ‘allen’ in de graven, ook de onrechtvaardigen, de stem van de Zoon horen:
(Handelingen 24:15) 15 Ik heb hoop op God – zij zelf verwachten het ook – dat er een opstanding van de doden zal zijn van zowel rechtvaardigen als onrechtvaardigen.
Willibr.(Johannes 5:28-29) 28 Verwondert u niet hierover: er zal een uur komen, waarop allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen. 29 Dan zullen zij die het goede deden, eruit tevoorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel.
In Op. 20:5 staat een tussengevoegde zin, die ook wel eens tussen haakjes wordt geplaatst: ‘Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren.’
De opstanding ten oordeel betekent niet een opstanding met een ‘geestelijk lichaam’. Bij die opstanding zal alleen het oordeel worden meegedeeld.
De overleden onrechtvaardigen, die nog niet of weinig over de Christus gehoord hebben, zullen geoordeeld worden op basis van hun werken:
(Openbaring 20:12) 12….En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken.
Deze slapende geesten in Hades zullen tijdelijk worden gewekt (ze zullen immers Zijn stem horen) en aan hen zal alleen het oordeel worden meegedeeld. Als het een positief oordeel is, mogen ze weer verder ‘slapen’ totdat de 1000 jaar is verstreken.
Na de 1000 jaar ontvangen ze een opstanding met een natuurlijk lichaam op ‘de nieuwe aarde’ voor een herkansing.
De goddelozen, allen die niet in het boek van het leven staan, worden uitgewist:
(2 Thessalonicenzen 1:8-9) 8 wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn. 9 Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht,
(2 Petrus 3:7) 7 Maar de hemelen die er nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde Woord als een schat weggelegd en worden voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen.
- (Op. 20:6) 6 Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
De groep van 144.000 heiligen, voor een groot deel gevormd door overleden heiligen uit de eerste opstanding, worden volgens de Schrift ‘uitverkoren’ met het voorrecht om met Jezus als koningen en priesters in de hemel te regeren:
(Openbaring 5:10) 10 En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde.
Ze zullen nooit de onomkeerbare tweede dood van vernietiging smaken, en zullen de volle bescherming krijgen van de Zoon:
(Johannes 10:27-29) 26 Maar u (de omringende Joden) gelooft niet, want u bent niet van Mijn schapen, zoals Ik u gezegd heb. 27 Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. 28 En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken.
Na 1000 jaar regeren is er voor de heiligen, maar ook voor de grote schare, in de hemel volmaaktheid bereikt.
Ook is na duizend jaar alle leven op aarde opnieuw geschapen en weer in zuivere balans, want God maakt de schepping op aarde helemaal nieuw (Op. 21:5).
- (Op. 20:7-8) 7 En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. 8 En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee.
Na de 1000 jaar daalt het Nieuwe Jeruzalem (d.w.z. de Koninkrijks-organisatie) neer uit de hemel (Op. 21:20) en zal de nieuwe tempel worden gebouwd (volgens Ezechiëls beschrijving) en pas dan komt God bij de mensen wonen.
‘De overigen’ krijgen na hun opstanding een kostbare nieuwe kans. Maar na de duizend jaar zal Satan echter voor een korte periode worden losgelaten uit Tartarus en hij zal nog velen beïnvloeden en weten te misleiden en het zal hem ten dele lukken. Gedurende die oorlog tegen Gods volk zal blijken dat vele personen weer ontaarden in goddeloos gedrag.
Gog en Magog zijn aanduidingen voor tegenstanders van Gods volk op de nieuwe aarde zoals beschreven in Zacharia 12:1-10.
Velen die een tweede kans krijgen zullen de leugenaar Satan geloven en in afgoderij vervallen. Satan zal de vorst Gog en het volk van Magog als een talrijk leger verzamelen (Eze. 38:2,10-16) voor de oorlog tegen Gods volk:
(Ezechiël 38:2,11) 2 Mensenkind, richt uw blik op Gog, het land van Magog, de oppervorst van Mesech en Tubal, en profeteer tegen hem….11 U zult zeggen: Ik zal optrekken tegen een niet ommuurd land, komen bij mensen die rustig en onbezorgd wonen, die allen zonder muur en grendel wonen en geen poorten hebben (zie ook Ezechiël 39:1-5)
- (Op. 20:9) 9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen.
De geliefde stad met Gods volk, het Nieuwe Jeruzalem op aarde, wordt omsingeld.
YHWH zal niet meer toestaan dat Zijn volk op de nieuwe aarde wordt aangevallen en zal Zijn volk wonderbaarlijk redden en voor een buitengewone uitweg zorgen:
(Micha 1:3-4) 3 Want zie, de HEERE komt uit Zijn woonplaats, Hij daalt af en treedt op de hoogten van de aarde. 4 De bergen smelten onder Hem weg, de dalen splijten als was voor het vuur, als water dat langs een helling vloeit.
Als de kinderen van God in Jeruzalem geen kant meer uit kunnen, dan zal God de Olijfberg splitsen net zoals God destijds, via Mozes, de Golf van Aqaba scheidde (in de Schrift ook wel de Schelfzee genoemd):
(Zacharia 14:3-5,12) 3 Dan zal de HEERE uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd. 4 Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. Er zal een zeer groot dal ontstaan, als de ene helft van de berg naar het noorden zal wijken en de andere helft ervan naar het zuiden. 5 Dan zult u vluchten door het dal van Mijn bergen, want het dal tussen de bergen zal reiken tot Azal….12 En dit zal de plaag zijn waarmee de HEERE al de volken zal treffen die tegen Jeruzalem hebben gestreden: Hij zal ieders vlees, terwijl hij nog op zijn voeten staat, doen wegteren; de ogen van allen zullen wegteren in hun kassen en de tong van allen zal wegteren in hun mond.
(Zie voor het uitgebreide verslag: 9. Zacharia; Wanneer Gods volk verzwakt)
De Olijfberg wordt gescheiden van de stad Jeruzalem door de smalle bedding van de Kidron vallei.
Onze Koning Jezus, de grotere koning David, zal op de nieuwe aarde samen met de kinderen van God moeten vluchten door de Oostpoort richting de Olijfberg. En de Olijfberg zal door Gods voeten in het midden gespleten worden met een doorgang van het oosten naar het westen toe, om een ‘zeer groot of lang dal’ te vormen vanaf Jeruzalem in de richting van de Jordaan. De Olijfberg is hoger dan de stad en blokkeert de weg naar een snelle ontsnapping:
(Joël 3:12-13) 12 Laten de heidenvolken opgewekt worden en oprukken naar het dal van Josafat, want daar zal Ik zitten om te berechten alle heidenvolken van rondom! 13 Sla de sikkel erin, want de oogst is rijp. Kom en daal af, want de wijnpers is vol. De perskuipen stromen over, want hun kwaad is groot.
De opstandigen op de nieuwe aarde die tegen Jeruzalem hebben gestreden en niet door het vuur in de Olijfberg vallei zijn gedood zullen hun straf niet ontlopen:
(Zacharia 14:12) 12 En dit zal de plaag zijn waarmee de HEERE al de volken zal treffen die tegen Jeruzalem hebben gestreden: Hij zal ieders vlees, terwijl hij nog op zijn voeten staat, doen wegteren; de ogen van allen zullen wegteren in hun kassen en de tong van allen zal wegteren in hun mond.
In het Kidron-dal (dal van Josafat) op de nieuwe aarde zal God volgens Joël 3:12 over zowel de opstandige heidenvolken als over Satan rechtspreken. Gedurende deze rechtspraak zal beslist gaan worden dat zowel Satan alsook de opstandige goddelozen de tweede onomkeerbare dood zullen ontvangen (Op. 20:10,15) :
(Romeinen 16:20) 20 En de God van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren….
Het leger, dat Gods kinderen zal achtervolgen door de vallei van de Olijfberg heen, zal door zwavel en vuur uit de hemel worden vernietigd (Op. 20:9). Op dezelfde wijze als destijds de goddeloze steden Sodom en Gomorra werden vernietigd (Gen. 19:24). De afgrijselijke aanblik van de gedode goddelozen zal voor Gods volk een eeuwige herinnerings-aanblik vormen (Jesaja 66:18,23-24).
- (Op. 20:10) 10 En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.
Gehenna, de tweede dood, is onomkeerbaar. Engelen zijn geesten, spirituele wezens, en kunnen om die reden niet sterven. Alleen door God kunnen engelen (zoals Satan) vernietigd worden. Na deze laatste opstand en aanval zal Satan compleet worden uitgewist en komt de gekoesterde eeuwige vrede:
(Micha 4:3-5) 3 ….Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren. 4 Maar zij zullen zitten, ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgenboom, niemand zal ze schrik aanjagen, want de mond van de HEERE van de legermachten heeft het gesproken. 5 Want alle volken gaan op weg, elk in de naam van zijn god, maar wij zullen op weg gaan in de Naam van de HEERE, onze God, voor eeuwig en altijd.
(Zefanja 3:14-15) 14 Zing vrolijk, dochter van Sion! Juich, Israël! Wees blij en spring op van vreugde met heel uw hart, dochter van Jeruzalem! 15 De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd. De Koning van Israël, de HEERE, is in uw midden: u zult geen kwaad meer zien.
Dit is tevens het slot van het 4e einde; zie Patronen In deel 2; De vier beschrijvingen.
De boekrol met 7 zegels die alleen het Lam kan openen is hiermee volledig geopend.
Er volgen vanaf dit punt een aantal ‘verklarende beschrijvingen’ in Openbaring;
De verklarende beschrijving over hoe het oordeel over alle mensen wordt geveld:
- Willibr. (Op. 20:11-13) 11 Toen zag ik een grote, witte troon, en Hem die daarop gezeten is. De aarde en de hemel vluchtten weg van zijn aanschijn en hun plaats werd niet meer gevonden. 12 En ik kon de doden, groot en klein, voor de troon zien staan. En de boeken werden geopend. Nog een ander boek werd geopend, het boek des levens. En de doden werden geoordeeld naar hun daden, zoals die in de boeken beschreven stonden. 13 En de zee gaf haar doden terug, en de dood en de onderwereld gaven hun doden terug, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn daden.
Johannes ziet een witte troon met daarop de door God aangestelde Rechter Jezus:
(Mattheüs 16:27) 27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.
(Mattheüs 25:31-32) 31 Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid.
32 En vóór Hem zullen al de volken bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de herder de schapen van de bokken scheidt.
(Johannes 5:22) 22 Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft heel het oordeel aan de Zoon gegeven,…. (Zie ook Hand. 10:42, 2 Tim. 4:8, 2 Kor. 5:10)
En de zee gaf de doden op die erin waren (Op. 20:13), een ieder die begraven was in de diepten van de zeeën en oceanen. Ook Hades (of Hebreeuws Sjeool) gaf de slapende geesten van de doden op.
Er is door God een dag bepaald waarin het oordeel in 1 keer wordt afgewikkeld en waarbij de boeken worden geopend:
(Daniël 7:10) 10 Een rivier van vuur stroomde en ging voor Zijn aangezicht uit. Duizendmaal duizenden dienden Hem en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Zijn aangezicht. Het gerechtshof hield zitting en de boeken werden geopend.
In Op. 20:12 staat eveneens dat er ‘meer boeken’ geopend zullen worden, wat betekent dat er op dat moment meer informatie beschikbaar zal komen voor de mate van beloning voor al degenen die ‘leven’ zullen ontvangen. En ook voor belastende informatie voor degenen, die ‘geen leven’ maar de vernietiging zullen ontvangen:
Willibr. (Johannes 5:28-29) 28 Verwondert u niet hierover: er zal een uur komen, waarop allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen. 29 Dan zullen zij die het goede deden, eruit tevoorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel.
(Daniël 12:2) 2 En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen.
Klein en groot, jong en oud, goed en slecht, rijk en arm worden geoordeeld. Hier wordt het advies bekrachtigd waarmee Openbaring begint in de brieven aan de 7 gemeenten, een beloning naar ieders werken Op. 2:7,11,17,26 en Op. 3:5,12,21.
Allen zullen op de laatste dag worden geoordeeld naar hun werken:
(Romeinen 2:5-7) 5 Maar in overeenstemming met uw hardheid en uw onbekeerlijke hart hoopt u voor uzelf toorn op tegen de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God, 6 Die ieder vergelden zal naar zijn werken, 7 namelijk hun die met volharding het goede doen en heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: het eeuwige leven.
- (Op. 20:14-15) 14 En de dood en het rijk van de dood (Hades) werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. 15 En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.
Vriendschap met de wereld wordt als vijandschap met God aangemerkt:
(Jacobus 4:4) 4 Overspelige mannen en vrouwen, weet u dan niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dan nu een vriend van de wereld wil zijn, wordt als vijand van God aangemerkt.
Christenen kunnen helaas niet alle goddeloze contacten vermijden (1 Kor. 5:9-10).
Allen die op de aarde wonen en de Satanische propaganda uitvoeren en daarmee het beest – de krankzinnige VS als wereldmacht – vereren en het merkteken accepteren, ze staan niet in het boek des levens:
(Mattheüs 25:41) 41 Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is.
De dood, de eerste dood waarbij de geest verblijft in Hades, zal er niet meer zijn:
De poel van vuur waarin de eerste dood wordt geworpen is duidelijk figuurlijke taal.
Nadat de laatste vijand, de dood door ouderdom en ziekte, is weggedaan zal Jezus Zichzelf onderwerpen aan de Vader, opdat YHWH alles in allen zal zijn:
(1 Korinthe 15:24-28) 24 Daarna komt het einde, wanneer Hij (Jezus) het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan. 25 Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. 26 De laatste vijand die tenietgedaan wordt, is de dood.
Jezus (aangeduid als David) zal tot in eeuwigheid Vorst of Onderkoning blijven:
(Ezechiël 37:25) 25 Zij zullen wonen in het land dat Ik aan Mijn knecht, aan Jakob, gegeven heb, waarin uw vaderen gewoond hebben. Zij zullen daarin wonen, zij met hun kinderen en hun kleinkinderen, tot in eeuwigheid, en Mijn Knecht David zal tot in eeuwigheid hun Vorst zijn.
Hoofdstuk 21: De Nieuwe hemel, Nieuwe aarde en het Nieuwe Jeruzalem
De verklarende beschrijving over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde:
- (Op. 21:1) 1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.
Johannes zag in het visioen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Nog éénmaal zal de schepping worden vernieuwd, voor een ‘compleet nieuwe’ hemel en aarde. Wat zal er daarom gebeuren op Gods grote en ontzagwekkende dag?
(Zefanja 1:2-3) 2 Ik zal alles volkomen wegvagen van de aardbodem, spreekt de HEERE. 3 Ik zal mens en dier wegvagen, Ik zal de vogels in de lucht en de vissen in de zee wegvagen en de struikelblokken, samen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen uitroeien van de aardbodem, spreekt de HEERE.
Duidelijke taal in het bovenstaand gedeelte van Zefanja. De kosmische planeet aarde zelf zal blijven functioneren als drager van een ‘nieuwe’ mantel of gewaad. Het enige wat verwisseld of vernieuwd zal worden is de bovenlaag:
Zie hiervoor: Hebreeën 1:10-12, Psalm 102:26-27 en Jesaja 51:6 .
In 2 Petrus staat geschreven dat de hemelen en aarde voor het vuur zijn opgespaard tot de dag van het oordeel:
(2 Petrus 3:7,10) 7 Maar de hemelen die er nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde Woord als een schat weggelegd en worden voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen.….10 Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.
Als de aarde met zijn atmosfeer weer tot rust is gekomen, kan door God het herstel worden ingezet van zowel de ‘nieuwe’ aarde als de ‘nieuwe’ hemelen. De ‘nieuwe’ aarde zal een compleet nieuwe schepping van leven zijn:
(2 Petrus 3:13) 13 Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
Het gebruikte woord voor ‘nieuwe’ afgeleid van het Griekse woord ‘kainos’.
Volgens W.E. Vine’s Expository Dictionary of New Testament Words betekent kainos: ‘nieuw’, als in dat wat ongebruikt is, ‘nieuw’ wat betreft vorm of kwaliteit, vers, ongebruikt, gloednieuw. Zoals ook toegepast op nieuwe wijn in Mattheüs 9:17.
De zee, de oude zee, zal verdampen en daarna weer opnieuw gevormd worden op de nieuwe aarde. Ook de dampkring zal compleet nieuw gevormd worden:
(Jesaja 65:17) 17 Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart. (zie ook Jesaja 66:22, 2 Petrus 3:13)
- (Op. 21:2) 2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is.
Als de nieuwe schepping gereed is, zal het Nieuwe Jeruzalem uit de hemel neerdalen naar de nieuwe aarde (Op. 3:12) :
(Openbaring 21:10) 10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.
God beloofde al in Jeremia en Ezechiël, dat er een nieuwe stad zou komen, het Nieuwe Jeruzalem, een stad van rechtvaardigheid. En zo zal deze stad worden genoemd: ‘YHWH is onze gerechtigheid’:
(Jeremia 33:14-16) 14 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik het goede woord gestand zal doen dat Ik gesproken heb tot het huis van Israël en over het huis van Juda. 15 In die dagen en in die tijd zal Ik voor David een SPRUIT van gerechtigheid doen opkomen. Hij zal recht en gerechtigheid doen op aarde. 16 In die dagen zal Juda verlost worden en zal Jeruzalem onbezorgd wonen. Dit is hoe men de stad noemen zal: DE HEERE ONZE GERECHTIGHEID.
(Ezechiël 48:35) 35 …….En de naam van de stad zal vanaf die dag zijn: DE HEERE IS DAAR.
De beschreven hemelse stad heeft enorme proporties; 12000 stadiën in de hoogte, breedte en diepte (Op. 21:16). Griekenland: 1 stadie = 192 m. 12000 stadiën = +/- 2304 km. Door de extreme afmetingen is het duidelijk dat alleen de organisatie wordt bedoeld die afdaalt. De symbolische hemelse stad (als kubus) heeft de naam die de stad op de nieuwe aarde zal krijgen. Alleen de stadsbewoners van het Nieuwe Jeruzalem, de organisatie van; Jezus, de 24 profeten, de heiligen en de grote schare zullen dus na 1000 jaar afdalen naar de nieuwe aarde.
- (Op. 21:3-4) 3 En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. 4 En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
Dan komt er een luide aankondiging uit de hemel, het grote nieuws dat de tent van God bij de mensen is en tussen Zijn volk wil wonen:
(Ezechiël 37:27) 27 Mijn tabernakel zal bij hen zijn, Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn.
(Ezechiël 43:7) 7 en Hij zei tegen mij: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten….
‘De tent van God’ kan niets anders betekenen als Gods tabernakel of huis.
Mogelijk zal er op de nieuwe aarde opnieuw een tijdelijke tent worden gemaakt.
De Israëlieten maakte bij de berg Sinaï in de woestijn, via Mozes als profeet, een verplaatsbare tent (of tabernakel) voor God (Ex. 25:1-9).
In tegenstelling tot de Levitische hogepriesters blijft Jezus onze Hogepriester tot in eeuwigheid (Hebreeën 7:23-26):
(Psalm 110:4) 4 De HEERE heeft gezworen en Hij zal er geen berouw van hebben: U bent Priester voor eeuwig, naar de ordening van Melchizedek.
Op de nieuwe aarde zal een replica van de hemelse tempel gebouwd worden:
(Zacharia 6: 12-13) 12 en zeg tegen hem: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Zie, een Man – Zijn Naam is SPRUIT – zal uit Zijn plaats opkomen, en Hij zal de tempel van de HEERE (YHWH) bouwen. 13 Ja, Híj zal de tempel van de HEERE bouwen, Híj zal met majesteit bekleed zijn, Hij (Jezus) zal zitten en heersen op Zijn troon. Hij zal Priester zijn op Zijn troon; tussen die Beiden zal vredesberaad plaatsvinden.
Wanneer het huis van God gereed is, dan komt God tussen Zijn volk wonen.
Jezus zal als Koning/Hogepriester in de nieuwe tempel een nauwe band hebben met Zijn Vader. De beschreven tempel in het visioen van Ezechiël zal een heerlijkheid hebben, die nog groter zal zijn dan de heerlijkheid van de 1e tempel van Salomo:
(Hagaï 2:10) 10 De heerlijkheid van dit toekomstige huis zal groter zijn dan die van het eerste, zegt de HEERE van de legermachten. In deze plaats zal Ik vrede geven, spreekt de HEERE van de legermachten.
De nieuwe tempel volgens Ezechiël.
Het nieuwe Jeruzalem zal het centrum worden van aanbidding:
(Jeremia 3:17) 17 In die tijd zal men Jeruzalem de Troon van de HEERE noemen. Alle heiden volken zullen er samenstromen, tot de Naam van de HEERE, tot Jeruzalem. Zij zullen niet meer hun verharde, boosaardige hart achternagaan.
(Openbaring 22:3) 3 En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen….
God zal alle tranen afwissen en de dood zal er niet meer zijn:
(Jesaja 25:8-9) 8 Hij (de HEERE van de legermachten) zal de dood voor altijd verslinden, de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde, want de HEERE heeft gesproken. 9 Op die dag zal men zeggen: Zie, Dit is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons verlossen. Dit is de HEERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn heil.
(Openbaring 7:17) 17 Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
En in dat nieuwe paradijs, op de nieuwe aarde, zal de natuurlijke dood, pijn en ouderdom niet meer zijn:
(1 Korinthe 15:54-55) 54 En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning. 55 Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning?
(Hosea 13:14) 14 Ik zal hen verlossen uit de macht van het graf. Ik zal hen vrijkopen uit de dood. Dood, waar zijn uw pestziekten? Graf, waar is uw verderf? Berouw verbergt zich voor Mijn ogen!
Want de vroegere dingen zoals rouwen, jammeren, verdriet en pijn zijn opgehouden te bestaan:
(Jesaja 35:10) 10 Want wie door de HEERE zijn vrijgekocht, zullen terugkeren; zij zullen Sion binnenkomen met gejuich. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn, vreugde en blijdschap zullen zij verkrijgen, verdriet en gezucht zullen wegvluchten.
(Jesaja 65:18-19) 18 Maar wees vrolijk en verheug u tot in eeuwigheid in wat Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem een vreugde en zijn volk blijdschap. 19 En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. Geen stem van geween zal erin meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw.
God zal alle tranen uit de ogen wegwissen en de eerste dood door ziekte en ouderdom, zoals we die nu kennen, zal niet meer zijn (Op. 21:3-4).
- (Op. 21:5) 5 En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar.
Degene die op de troon zit, Jezus (zie ook Op. 21:6), zegt tegen Johannes dat de hele schepping van leven ‘nieuw gemaakt’ wordt en dat deze woorden de waarheid zijn en dat deze woorden betrouwbaar zijn.
De Zoon van God, de Woordvoerder, heeft de huidige gehele schepping in samenspraak met Zijn Vader geschapen. Jezus zal hoogstwaarschijnlijk opnieuw de uitvoerder zijn:
(Johannes 1:3) 3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is… (zie ook Hebr. 1:2, Efeze 3:9)
(Kolossenzen 1:16) 16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen.
Alles wat de profeten hebben gesproken is nu gerealiseerd:
(Mattheüs 5:17-18) 17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. 18 Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is.
De zuivere aanbidding is hersteld op een prachtige nieuwe aarde:
(Jesaja 11:6-9) 6 Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven. 7 Koe en berin zullen samen weiden, hun jongen zullen bij elkaar neerliggen.Een leeuw zal stro eten als het rund. 8 Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder, en in het nest van een gifslang zal een peuter zijn hand steken. 9 Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt.
- (Op. 21:6) 6 En Hij zei tegen mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens.
‘Het is geschied’, als eerste gesproken bij de voltooiing van Gods toorn in Openbaring 16:17 bij het uitgieten van de laatste schaal, en hier opnieuw bij het in gebruik nemen van de vredige en prachtige nieuwe schepping.
Ik ben de Alfa en Omega, het begin en het einde. Zoals het boek opent in Openbaring 1:8, met de bekendmakingen van Gods toorn, zo sluit het ook met het voorrecht in het prachtige paradijs. Wie dorst heeft, zal te drinken worden gegeven:
(Johannes 4:13-14) 13 Jezus antwoordde en zei tegen haar: Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen, 14 maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.
Op de nieuwe aarde zal de beloofde bron van levend water uit de tempel stromen:
(Openbaring 22:17) 17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets.
Christenen zullen eeuwig kunnen genieten van die nieuwe schepping, want tot in eeuwigheid mogen ze op de nieuwe aarde wonen (Joh. 6:40,47).
- (Op. 21:7) 7 Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn.
De overwinnaars zullen de hele schepping als erfenis ontvangen:
(Hebreeën 8:10) 10 Want dit is het verbond dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
(Mattheüs 5:5) 5 Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.
Wees een erfgenaam van God door Gods kind te worden, om voor eeuwig en altijd bij God te wonen (Romeinen 8:17) :
(Zacharia 8:8) 8 Ik zal hen hierheen brengen, zij zullen midden in Jeruzalem wonen. Zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ík zal hun tot een God zijn, in waarheid en in gerechtigheid.
- (Op. 21:8) 8 Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.
Wanneer de ‘overige doden’ opgewekt worden voor hun 2e kans, zullen al degenen die ontuchtig en goddeloos gedrag vertonen geen toegang hebben tot het levende water en de boom des levens (Op. 22:1,2,14). Daar, van toegang tot het Nieuwe Jeruzalem buitengesloten, is er geen redding meer mogelijk, hun einde zal komen, het is de onomkeerbare tweede dood:
(Openbaring 22:15) 15 Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet.
In het Nieuwe Jeruzalem, op de nieuwe aarde, zal geen plaats meer zijn voor slechte mensen en goddelozen, ze zullen buiten de stad moeten verblijven.
Voor Christenen is het heel helder waarom God de wereld destijds vernietigd heeft door een zondvloed en waarom God vuur en zwavel heeft laten regenen op de steden Sodom en Gomorra zoals in de dagen van Noach, toen engelen hun plek verlieten en betrekkingen hadden met de vrouwen van de mensen (Gen. 6:2,4).
Of de mannen van Sodom, die gemeenschap wilden met de twee (mannelijke) engelen (Gen. 19:4-5). Het zal op de nieuwe aarde niet meer getolereerd worden.
De verklarende beschrijving over de bruid en het hemelse Nieuwe Jeruzalem:
- (Op. 21:9-10) 9 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam naar mij toe en hij sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien. 10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.
Een van de 7 engelen met de schalen van toorn, waarschijnlijk een van de 7 serafs als fakkels voor Gods troon (Op. 4:5), wil Johannes de bruid van het Lam laten zien.
Johannes wordt in de geest meegevoerd naar een grote en hoge berg met het Nieuwe Jeruzalem op de berg. De berg Sion op de nieuwe aarde, met het Nieuwe Jeruzalem en de gloednieuwe tempel, zal als berg verheven zijn:
Heel het gebied rondom Jeruzalem zal zo goed als vlak worden en Jeruzalem zelf zal verheven worden, als een hoge berg:
(Zacharia 14:10) 10 Heel het land zal als de Vlakte worden, van Geba tot Rimmon, ten zuiden van Jeruzalem. Maar Jeruzalem zal verheven worden en op zijn plaats bewoond blijven, van de poort van Benjamin af tot de plaats van de vroegere poort toe, tot aan de Hoekpoort, en van de Hananeëltoren af tot aan de perskuipen van de koning.
Gedurende de ballingschap van de Joden in Babylon ontving Ezechiël een buitengewoon visioen van een stad op een zeer hoge berg:
(Ezechiël 40:2) 2 In visioenen van God bracht Hij mij naar het land van Israël. Hij zette mij op een zeer hoge berg, met daarop aan de zuidzijde iets als het bouwsel van een stad.
(Micha 4:1-2) 1 Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen. 2 Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE (YHWH) uit Jeruzalem. (Zacharia 8:3) 3 Zo zegt de HEERE: Ik ben naar Sion teruggekeerd en Ik zal midden in Jeruzalem wonen. Jeruzalem zal ‘stad van de waarheid’ genoemd worden, de berg van de HEERE van de legermachten ‘de heilige berg’.
Johannes ziet de ‘bruid’ van het Lam, die als een bestuursorganisatie wordt afgebeeld. Hij ziet het nieuwe Jeruzalem neerdalen uit de hemel, de stad die zijn oorsprong heeft bij God, als een Koninkrijks-organisatie naar de aarde komen.
- (Op. 21:11-14) 11 Zij had de heerlijkheid van God, en haar uitstraling was als een zeer kostbare edelsteen, als een kristalheldere steen jaspis. 12 Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten. 13 Drie poorten op het oosten, drie poorten op het noorden, drie poorten op het zuiden, en drie poorten op het westen. 14 En de muur van de stad had twaalf fundamenten met daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.
Johannes beschrijft, na het aardse Nieuwe Jeruzalem op een hoge berg, nu de hemelse stad die in het visioen van Johannes de heerlijkheid van God heeft. De heerlijkheid als van een kostbare edelsteen, als van een jaspis. De stad is gereedgemaakt, versierd en mooi gemaakt, als een bruid, omdat deze stad schoonheid en kostbaarheid moet afbeelden. De hemelse stad heeft 12 poorten, 3 in elke richting, en heeft 12 fundamenten met de namen van de 12 apostelen daarop:
(Openbaring 21:19) 19 En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd….
(Efeziërs 2:19-20) 19 Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is,….
Het hemelse Nieuwe Jeruzalem heeft Jezus als hoofdhoek-fundamentsteen:
(1 Petrus 2:6) 6 Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
Volgens de brief aan de gemeente in Filadelfia zal eenieder die als heilige overwint als een zuil gemaakt worden in Gods hemelse tempel:
(Openbaring 3:12) 12 Wie overwint, hem zal Ik tot een zuil in de tempel van Mijn God maken, en hij zal daaruit niet meer weggaan. En Ik zal de Naam van Mijn God op hem schrijven en de naam van de stad van Mijn God, het nieuwe Jeruzalem, dat neerdaalt uit de hemel, bij Mijn God vandaan, en Mijn nieuwe Naam.
- (Openbaring 21:15-21) 15 En hij die met mij sprak, had een gouden meetlat om de stad op te meten, en haar poorten, en haar muur. 16 En de stad lag daar als een vierkant, haar lengte was even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de meetlat op: twaalfduizend stadiën. Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk. 17 En hij mat haar muur op: honderdvierenveertig el, een mensenmaat, die ook de maat van een engel is. 18 En het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas. 19 En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd, 20 het vijfde onyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist. 21 En de twaalf poorten waren twaalf parels. Elke poort apart bestond uit één parel, en de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas.
De seraf die met Johannes sprak heeft een gouden meetlat om de hemelse stad te meten. Het meten doet denken aan de meting van Johannes in Op. 11:1 die symbolisch bedoeld was en betekende dat Johannes degenen moest inventariseren die God YHWH aanbidden in de geestelijke tempel. Hij moest de getrouwe Christenen inventariseren. De seraf met de gouden meetlat moet de rechtvaardige heiligen, profeten en grote schare inventariseren in het Nieuwe Jeruzalem.
Het hemelse Nieuwe Jeruzalem, de stad, is een kubus van 12000 stadiën.
In Salomo’s tempel op aarde was het Allerheiligste ook een kubus:
(1 Koningen 6:19-20) 19 Het binnenste heiligdom midden in het huis maakte hij binnenin gereed, om daar de ark van het verbond van de HEERE te plaatsen. 20 Het binnenste heiligdom vooraan was twintig el in zijn lengte, twintig el in zijn breedte en twintig el in zijn hoogte….
In de beschrijving van het Nieuwe Jeruzalem komt een vervoeging van het getal 12 frequent voor als Goddelijke compleetheid in de ‘heilige organisatie’:
12 poorten van de stad, 12 parels als poorten, 12 engelen bij de poorten (Op. 21:12)
12 namen van de stammen boven de poorten (Op. 21:12)
12 fundamenten van de stad met de 12 namen van de apostelen er op (Op. 21:14)
12 vruchtenoogsten per jaar aan de boom des levens (Op. 22:2)
12 x 1000 stadiën in lengte, breedte en hoogte als kubus is de stad (Op. 21:16)
Geen letterlijke stad zou ooit zulke afmetingen kunnen hebben. Het is duidelijk dat een stad met dergelijke afmetingen en versieringen met edelstenen en kostbare materialen een symbolische hemelse stad wordt bedoeld.
Op aarde blijkt de stoffelijke nieuwe tempel met zijn Allerheiligste wel nodig te zijn voor de aanbidding. Pas als de tempel klaar is zal God bij Zijn volk gaan wonen, zoals destijds in de tempel van Salomo, en zich begeven onder Zijn volk:
(Jesaja 49:8-13) 8 Zo zegt de HEERE: In de tijd van het welbehagen heb Ik U verhoord, en op de dag van het heil heb Ik U geholpen. Ik zal U beschermen en U geven tot een Verbond voor het volk, om de aarde weer op te richten, om de verwoeste erfelijke bezittingen te ontvangen, 9 om te zeggen tegen de gevangenen: Ga uit!, tegen hen die in duisternis verkeren: Kom tevoorschijn! Op de wegen zullen zij weiden, op alle kale hoogten zullen hun weidegronden zijn. 10 Zij zullen geen honger hebben of dorst lijden, hitte en zon zullen hen niet steken, want hun Ontfermer zal hen leiden, Hij zal hen zachtjes leiden naar waterbronnen. 11 Ik zal al Mijn bergen tot een weg maken, Mijn gebaande wegen zullen verhoogd worden. 12 Zie, sommigen zullen van ver komen: zie, anderen uit het noorden en uit het westen, en weer anderen uit het land Sinim. 13 Juich, hemel, en verheug u, aarde, bergen, breek uit in gejuich, want de HEERE heeft Zijn volk getroost, Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen.
- (Op. 21:22-23) 22 Ik zag geen tempel in haar, want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam. 23 En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.
In het hemelse Nieuwe Jeruzalem, de symbolische stad, zal geen tempel zijn.
God YHWH en het Lam zijn de tempel in het hemelse Nieuwe Jeruzalem.
In het aardse Nieuwe Jeruzalem zal, zoals eerder beschreven, wél een tempel zijn.
- (Op. 21:24-26) 24 En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin. 25 En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. 26 En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen.
In het aardse Nieuwe Jeruzalem zal ‘Gods licht’ onderwijs in liefde, inzicht, wijsheid, waardering en beheersing betekenen. De burgers van de natiën en hun koningen zullen moeite doen om in Gods licht te mogen zijn:
(Jesaja 60:3) 3 En heidenvolken zullen naar uw licht gaan en koningen naar de glans van uw dageraad….5 Dan zult u het zien en stralen, uw hart zal diep ontzag hebben en zich verruimen, want de menigte van de zee zal zich naar u toekeren, het vermogen van de heidenvolken zal naar u toe komen….11 Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden.
Want in de nieuwe tempel volgens Ezechiël op aarde zal God zijn verblijf hebben en Gods licht zal daar eeuwig schijnen:
(Habakuk 3:3-4) 3 God komt aan uit Teman, de heilige komt van het Parangebergte. Zijn luister overstraalt de hemel, de aarde is vol van zijn glorie. 4 Hij schittert als de zon; twee stralen gaan uit van zijn handen: daarin is zijn kracht verborgen.
De natiën zullen Gods dienaren ondersteunen in hun levensbehoeften:
(Jesaja 61:5-6) 5 Vreemden zullen klaarstaan en uw kudden weiden, vreemdelingen zullen uw akkerbouwers en uw wijnbouwers zijn. 6 Ú echter zult genoemd worden: priesters van de HEERE, men zal u noemen: dienaren van onze God. U zult het vermogen van heidenvolken eten, u zult u beroemen in hun luister.
- (Op. 21:27 Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.
Het Nieuwe Jeruzalem op aarde zal een reine stad worden waar goddelozen en afgodendienaars niet meer in mogen komen:
(Openbaring 22:15) 15 Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet.
(Psalm 69:28-29) 28 Voeg misdaad bij hun misdaad, laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. 29 Laat hen uitgewist worden uit het boek des levens, laat hen bij de rechtvaardigen niet opgeschreven worden.
(Joël 3:17) 17 Dan zult u weten dat Ik, de HEERE, uw God ben, Die op Sion, Mijn heilige berg, woont. Jeruzalem zal een heiligdom zijn en vreemden zullen er niet meer doorheen trekken.
Alleen degenen die geschreven staan in de boekrol des levens van het Lam, reine personen, mogen in het Nieuwe Jeruzalem komen en alleen zij mogen van de bladeren tot genezing nemen. Zij mogen het Nieuwe Jeruzalem dus slechts onder voorwaarden betreden.
Daar, op de nieuwe aarde, met hun tweede kans, is er voor onberouwvolle goddeloze mensen verder geen redding meer mogelijk. Hun einde zal dan komen door ouderdom, ziekte of vernietiging:
(Openbaring 22:14) 14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.
(Jesaja 65:19-20) 19 En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. Geen stem van geween zal erin meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. 20 Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden.
(Psalm 104:35) 35 De zondaars zullen van de aarde verdwijnen, de goddelozen zullen er niet meer zijn.
Jesaja is helder, wie dan nog een zondaar is, zal op de nieuwe aarde vervloekt zijn.
Hoofdstuk 22: Christus bevestigd zijn belofte en Zijn spoedige komst
De verklarende beschrijving over het levende water:
- (Op. 22:1-2) 1 En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam. 2 In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken.
Het water des levens, helder als kristal (Op. 4:6), stroomt voor eeuwig uit de tempel:
(Zacharia 14:6-8) 6 Op die dag zal het geschieden dat het kostbare licht er niet zal zijn, evenmin de dikke duisternis. 7 Maar er zal één dag zijn, die de HEERE bekend zal zijn, geen dag en geen nacht. Het zal geschieden ten tijde van de avond dat het licht blijft. 8 Op die dag zal het geschieden dat er levend water vanuit Jeruzalem zal stromen, de ene helft ervan naar de zee in het oosten en de andere helft ervan naar de zee in het westen: ’s zomers en ’s winters zal het plaatsvinden.
(Ezechiël 47:1-2,12) 1 Daarna bracht Hij mij terug naar de ingang van het huis. En zie, er stroomde water uit, van onder de drempel van het huis naar het oosten, want de voorkant van het huis lag naar het oosten. Het water stroomde naar beneden van onder de rechterzijde van het huis, ten zuiden van het altaar. 2 Vervolgens bracht Hij mij naar buiten via de noorderpoort en leidde mij buitenom rond naar de buitenpoort, in de richting die naar het oosten gekeerd is. En zie, uit de rechterzijde borrelde water.….12 En langs de beek, langs de oever ervan, zullen aan deze kant en aan de andere kant allerlei vruchtbomen opkomen, waarvan het blad niet zal verwelken en waarvan de vrucht niet zal opraken. Elke maand zullen ze nieuwe vruchten voortbrengen, want het water ervoor stroomt uit het heiligdom. De vrucht ervan zal tot voedsel dienen en het blad ervan tot genezing.
(Joël 3:18) 18 Op die dag zal het gebeuren dat de bergen van jonge wijn zullen druipen, de heuvels van melk zullen stromen, en alle waterstromen van Juda zullen overlopen van water. Een bron zal uit het huis van de HEERE ontspringen, die het dal van Sittim zal bevochtigen.
In deze profetieën stroomt het water uit de tempelbron, aan de oostzijde van de tempel. Het dal van Sittim (Shittim) wordt ook wel het Acaciadal genoemd. Het dal ligt aan de overzijde van de Jordaan, tegenover Jericho. Het Lam zal iedere getrouwe Christen van het water des levens geven:
(Openbaring 2:7) 7 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.
(Openbaring 7:17) 17 Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.(zie ook Op. 21:6, 22:17)
Er zal eeuwig leven zijn voor Gods volk die eeuwig jong zullen blijven door de bron van leven, die ook de boom des levens van water voorziet:
(Zacharia 13:1-2) 1 Op die dag zal er een bron geopend worden voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem tegen de zonde en tegen de onreinheid. 2 Op die dag zal het gebeuren, spreekt de HEERE van de legermachten, dat Ik uit het land de namen van de afgoden zal uitroeien, zodat aan hen niet meer gedacht zal worden. Ja, ook de profeten en de onreine geest zal Ik uit het land wegdoen.
Niet alleen de vruchten zullen bijdragen aan het geven van leven, maar ook de bladeren zullen geneeskrachtig zijn voor het in stand houden van het leven.
Jeruzalem zal tot aan de beek Kidron heilig zijn en afgeschermd zijn voor toegang:
(Jeremia 31:38-40) 38 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat de stad herbouwd zal worden voor de HEERE, van de Hananeëltoren tot aan de Hoekpoort, 39 en dat het meetlint nog verder zal lopen, rechtdoor, tot aan de heuvel Gareb en zal afbuigen naar Goa. 40 Heel het dal met de dode lichamen en de as en al de velden tot aan de beek Kidron, tot aan de hoek van de Paardenpoort naar het oosten toe, zal een heiligheid voor de HEERE zijn. Voor eeuwig zal er niets meer worden weggerukt of afgebroken.
- (Op. 22:3-4) 3 En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen, 4 en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn.
Met de nieuwe aarde zal de vloek van de ‘oude’ aardbodem opgeheven zijn (Gen. 3:17). Het zwoegen omdat het land bedekt is met doornen en distels is voorbij. Getrouwen zullen niet langer te maken hebben met ziekte, tranen en de dood. Jeruzalem zal niet meer door hoererij vervloekt zijn maar een baken van licht zijn:
(Zacharia 14:9-11) 9 De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige….11 Zij zullen erin wonen, een banvloek zal er niet meer zijn: Jeruzalem zal onbezorgd wonen.
Op iedere heilige zal de Naam van God geschreven worden (Op. 3:12).
Ze zullen als de Zijne worden aangeduid en ze zullen Zijn aangezicht zien (Op. 22:4) :
(Ezechiël 43:7) 7 en Hij zei tegen mij: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten.
Alle altaardiensten zijn toegewezen aan de zonen van de getrouwe Leviet Zadok:
(Ezechiël 40:46) 46 De kamer waarvan de voorkant op het noorden uitziet, is voor de priesters bestemd die hun taak ten behoeve van het altaar vervullen. Dat zijn de zonen van Zadok, die uit de Levieten tot de HEERE mogen naderen om Hem te dienen. (zie ook Ezechiël 48:11)
De volken zullen niet meer hun verharde zelfzuchtige hart achternagaan:
(Jesaja 65:17-18) 17 Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart. 18 Maar wees vrolijk en verheug u tot in eeuwigheid in wat Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem een vreugde en zijn volk blijdschap.
- (Op. 22:5) 5 En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid.
God zal de stad voor eeuwig met Goddelijke waarheid en liefde verlichten, dag en nacht:
(Jesaja 60:19-20) 19 De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad. 20 Uw zon zal niet meer ondergaan en uw maan zal zijn licht niet intrekken, want de HEERE zal voor u tot een eeuwig licht zijn en aan de dagen van uw rouw zal een einde komen.
Jezus zal samen met de 144.000 heiligen regeren tot in eeuwigheid:
(Daniël 7:27) 27 Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen.
De verklarende beschrijving over de aanmoedigingen voor de laatste dagen:
- (Op. 22:6) 6 En hij zei tegen mij: Deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig. En de Heere, de God van de heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden om Zijn dienstknechten te laten zien wat met spoed moet gebeuren.
Een van de 7 engelen, die de 7 schalen van toorn hadden (een seraf, zie hiervoor de beschrijving bij Op. 15:1) zegt opnieuw, net zoals hij deed in Op. 21:5, dat de gesproken woorden betrouwbaar en waar zijn. Het zal met spoed gaan gebeuren. Zoals ook de inleiding in Op. 1:1 aangeeft, het zijn waarschuwingen van onze God voor Zijn volk.
- (Op. 22:7) 7 En zie, Ik kom spoedig. Zalig is hij die de woorden van de profetie van dit boek in acht neemt.
Christenen moeten in deze laatste dagen bijzonder waakzaam blijven:
(Markus 13:37) 37 En wat Ik tegen u zeg, zeg Ik tegen allen: Wees waakzaam!
(Openbaring 1:3) 3 Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.
De waarschuwingen in Openbaring zijn voor Christenen van levensbelang.
- (Op. 22:8-9) 8 En ik, Johannes, ben het die deze dingen gezien en gehoord heeft. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel die mij deze dingen liet zien. 9 En hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Want ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, de profeten, en van hen die de woorden van dit boek in acht nemen. Aanbid God.
Johannes is opnieuw, net als in Op. 19:10, volledig overweldigd door het visioen en heeft de impuls om de boodschapper te aanbidden. Maar de engel of seraf verbiedt Johannes om hem te aanbidden en berispt hem. ‘Aanbid God’.
Ook Paulus en Barnabas wilden onder geen beding aanbeden worden en scheurden hun kleding toen de menigte dat wilde doen (Hand. 14:8-15).
- (Op. 22:10) 10 En hij zei tegen mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de tijd is nabij.
Verzegel de woorden van de profetieën niet, maar maak ze aan eenieder bekend.
Jesaja en Daniël kregen echter de opdracht hun profetieën te verzegelen, zie Daniël 8:26, Daniël 12:4, Jesaja 8:16, Jesaja 30:8 :
(Daniël 12:9) 9 Toen zei Hij: Ga heen, Daniël, want deze woorden blijven geheim en verzegeld tot de tijd van het einde.
De diepere betekenis van die woorden, de profetieën van Daniël en Jesaja, zullen nu in de laatste dagen ontsloten worden.
- (Op. 22:11) 11 Wie onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen. En wie vuil is, laat hij nog vuiler worden. En wie rechtvaardig is, laat hij nog meer gerechtvaardigd worden. En wie heilig is, laat hij nog meer geheiligd worden.
Laat de onrechtvaardigen maar begaan en laat hun vuiligheid maar groter worden:
(Romeinen 2:6-10) 6 Die ieder vergelden zal naar zijn werken, 7 namelijk hun die met volharding het goede doen en heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: het eeuwige leven. 8 Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden. 9 Verdrukking en benauwdheid zullen komen over de ziel van ieder mens die het kwade teweegbrengt, eerst over de Jood, en ook over de Griek, 10 maar heerlijkheid en eer en vrede over ieder die het goede werkt, eerst over de Jood, en ook over de Griek.
Onze hemelse Vader en Jezus zullen hun Christelijke dienaren door de hele verdrukking heen ondersteunen en hen kracht geven. De kracht van het gebed is groot en zal ons in staat stellen om goed te doen en om onze vijanden lief te hebben:
(Mattheüs 5:44) 44 Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen;
Wees zorgzaam voor alle mensen die de Christelijke zorg nodig hebben:
(Mattheüs 12:20) 20 Het geknakte riet zal Hij niet breken en de walmende vlaspit zal Hij niet doven, totdat Hij het oordeel uitvoert tot overwinning.
De verklarende beschrijving over de beloften van de Christus en Zijn komst:
- (Op. 22:12) 12 En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn.
De tijd is kort geworden en de tijd om te oordelen is zeer nabij:
(Psalm 62:13) 13 Ook de goedertierenheid is van U, Heere, want U zult eenieder vergelden naar zijn werk.
(Mattheüs 16:27) 27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.
(Romeinen 14:12) 12 Zo zal dan nu ieder van ons voor zichzelf rekenschap geven aan God.
Jezus heeft het loon bij zich om dit aan eenieder te geven (zie Matt. 25:31-46).
- (Op. 22:13) 13 Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste.
God YHWH is de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, God is oneindig:
(Jesaja 44:6) 6 Zo zegt de HEERE , de Koning van Israël, zijn Verlosser, de HEERE van de legermachten: Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God. (zie ook Jesaja 41:4 en 48:12)
(Openbaring 21:6) 6 En Hij (God) zei tegen mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens.
God zal Koning zijn over de hele aarde en Gods naam zal de enige naam zijn. YHWH heeft het hele reddingsplan bedacht, en Hij zal het reddingsplan ook met succes afsluiten.
- (Op. 22:14) 14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.
Een groot deel van de ongelovigen, die van goede wil zijn, zullen opgaan naar het huis van de Heer om onderwezen te worden:
(Jesaja 2:2-3) 2 Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heiden volken ernaartoe zullen stromen. 3 Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. (zie ook Micha 4:1 en Jesaja 66:23)
(Zefanja 3: 9) 9 Voorzeker, dan zal Ik bij de volken de lippen veranderen in reine lippen, zodat zij allen de Naam van de HEERE zullen aanroepen, om Hem schouder aan schouder te dienen.
De Messias heeft met Zijn bloed voor ons allen betaald (Jesaja 53:1-12).
- (Op. 22:15) 15 Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet.
Slechte mensen worden in de Schrift vergeleken met honden:
(Psalm 22:17 17 Want honden hebben mij omsingeld, een horde kwaaddoeners heeft mij omgeven;
Vele ‘overige’ doden – die in het boek des levens stonden – zullen na 1000 jaar worden opgewekt voor hun 2e kans, maar zullen echter ontaarden in goddeloos gedrag en alsnog gewist worden uit het boek des levens:
(Openbaring 21:27) 27 Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.
In het Nieuwe Jeruzalem op de nieuwe aarde zal geen plaats meer zijn voor slechte mensen en goddelozen, ze zullen buiten de stad moeten verblijven.
- (Op. 22:16) 16 Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om bij u in de gemeenten van deze dingen te getuigen. Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster.
In Op.1:1 staat geschreven dat Jezus Zijn engel heeft gezonden om het visioen over te dragen aan Johannes. Jezus is het nageslacht van David:
(Romeinen 15:12) 12 En verder zegt Jesaja: De wortel van Isaï zal er zijn en Hij Die opstaat om heerschappij te voeren over de heidenen, op Hem zullen de heidenen hopen (Jes. 11:10).
Isaï was de vader van koning David:
(Openbaring 5:5) 5 En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.
Engelen worden ook wel (morgen-)sterren genoemd (Job 38:6-7).
Jezus is de blinkende Morgenster en bevestigd onvoorwaardelijk wat de engel heeft gecommuniceerd.
- (Op. 22:17) 17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets.
Zowel de Heilige Geest alsook de bruid doen een dringende oproep om van het levende water te nemen, om te komen drinken van het eeuwig leven gevende water:
(Johannes 7:37-38) 37 En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. 38 Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
- (Op. 22:18) 18 Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn.
Niets mag aan dit Goddelijk geïnspireerde boek worden toegevoegd:
(2 Timotheüs 3:16-17) 16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.
- (Op. 22:19) 19 En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn.
God YHWH zal ingrijpen door het boek des levens te wijzigen als iemand niet heel precies Gods woorden vertaalt of begrippen zoals stadiën en el omzet in hedendaagse begrippen. De gebruikte maten en getallen moeten precies zo blijven staan.
- (Op. 22:20) 20 Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! 21 De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
De engel bevestigd nogmaals de spoedige komst van Jezus. De onverdiende vergeving van zonden door het vergoten bloed van Christus wordt ons allen in liefde toegewenst. Amen.
Slot