Mozes, een opmerkelijk man Gods versie 1.5
(Zacharia 4:11,14) 11…. Wat betekenen die twee olijfbomen aan de rechterkant van de kandelaar en aan de linkerkant ervan? ….14….Dat zijn de twee gezalfden, die bij de Heere van heel de aarde staan.
Inleiding:
Mozes was – voordat Jezus op aarde kwam – de meest inspirerende leider van Israël en een van de grootste profeten uit het Joodse volk (Lukas 7:28). Hij ontving via inspiratie het wetsverbond, de wet van Mozes, en was schrijver van de eerste 5 boeken (de Thora). Mozes wordt in de Schrift ‘de man Gods’ genoemd. Dit betekent dat Mozes een bijzondere en goede relatie met God had:
(Deuteronomium 33:1) 1 Dit nu is de zegen waarmee Mozes, de man Gods, de Israëlieten gezegend heeft, vóór zijn dood.
(1 Kronieken 23:14) 14 Wat betreft Mozes, de man Gods: zijn zonen werden genoemd onder de stam Levi. (zie ook Jozua 14:6 voor Mozes als de man Gods)
In deze artikelserie zullen we belichten wat Mozes voor een persoon was en wie hij werkelijk zou gaan worden. In het bijzonder voor wat hij in de zeer nabije toekomst voor ons zal betekenen. Hoe Mozes in deze laatste dagen opnieuw is verbonden met Gods volk, de Christelijke gemeenschap, door het samen dienen van onze Schepper YHWH (Op. 11:3-12).
Inhoudsopgave deel 6
- Voortschrijdend inzicht; – over het geestelijk lichaam
- Voortschrijdend inzicht; – over de transfiguratie
- Openbaring hoofdstuk 11 – vers voor vers
- De aankondiging van de twee getuigen profetie
- Gods Koninkrijk neemt een aanvang
. (Alle aanhalingen uit de Herziene Statenvertaling)
——————————————————————————————————–
In het vorige artikel hebben we gezien, dat Jozua de leiding overnam van Mozes.
Maar wat is de rol van Mozes in de nabije toekomst?
Zal Mozes opnieuw Gods volk, nu de Christenen, gaan leiden?
Op deze vragen gaan we uitgebreid in met de behandeling van Openbaring hfdstk 11.
Maar eerst een gedeelte ‘voortschrijdend inzicht’ over het geestelijk lichaam en de transfiguratie.
Voortschrijdend inzicht; – over het geestelijk lichaam
Er is volgens Paulus onderscheid tussen een natuurlijk lichaam en een geestelijk lichaam:
(1 Korinthe 15:44) 44 Een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam wordt opgewekt. Er is een natuurlijk lichaam en er is een geestelijk lichaam.
De grondtaal laat heel duidelijk zien wat het verschil is tussen een natuurlijk en een geestelijk lichaam. Het Griekse woord wat wordt gebruikt voor een natuurlijk lichaam is ‘psychikon’, wat wil zeggen; een natuurlijk lichaam, een levende ziel. Het Griekse woord wat wordt gebruikt voor een geestelijk lichaam is ‘pneumatikon’, wat wil zeggen; een geestelijk lichaam, een levende geest.
Om Jezus in de hemel te kunnen zien zoals Hij nu is, moeten we als Christenen met ons lichaam gelijk worden gemaakt aan Jezus. Gelijkgemaakt met een geestelijk lichaam met bijzondere eigenschappen:
(1 Johannes 3:2) 2 Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.
(Romeinen 6:4-5) 4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. 5 Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding.
Hemels leven kan alleen worden verkregen als ons lichaam eerst sterft
Paulus geeft nog een verdere uitleg over het geestelijke lichaam:
(1 Korinthe 15:50-53) 50 Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet. 51 Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden. 53 Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden.
Ons natuurlijke lichaam kan het Koninkrijk van God niet beërven en zal sterven. Slechts in een oogwenk zullen we vervolgens veranderd worden en met een geestelijk lichaam worden opgewekt.
Samengevat:
Vóór de opname in de hemel moet ons lichaam eerst sterven. De geest komt terecht in Hades, voor slechts een oogwenk. Dan worden we weer opgewekt met een geestelijk lichaam.
Eenieder die een geestelijk lichaam ontvangt moet dus eerst worden opgewekt (1 Kor. 15:44), voordat hij wordt opgenomen in de hemel.
De gouden regel luidt:
(Kolossenzen 1:18) 18 En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. (Op. 1:5)
Uit de doden is Jezus de eerste, de eerstgeborene, die is opgewekt tot hemels leven met een geestelijk lichaam (zie hiervoor ook het boek: De Erfgenamen)
Niemand van de mensen, ook niet in de oudheid, is dus opgestegen naar de hemel voordat Jezus is opgestegen naar de hemel, opdat Jezus in allen de Eerste zou zijn:
(Johannes 6:54) 54 Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
Een andere mogelijkheid is er niet om een geestelijk lichaam te ontvangen.
Dit opstaan of opwekken geldt dus voor zowel de overleden discipelen als – in een oogwenk – voor de nog levende discipelen.
Ook Jezus werd na zijn overlijden in een oogwenk weer opgewekt met een geestelijk lichaam om gedurende 3,5 dag te prediken tegen de zondige engelen in de gevangenis of Tartarus:
(1 Petrus 3:18-20) 18….Hij (Christus) is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest, 19 door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft, 20 namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach….
Niemand is opgevaren naar de hemel en weer teruggekomen
De volgende Schriftplaats is niet altijd goed begrepen:
(Johannes 3:12-13) 12 Als Ik aardse dingen tegen u zei en u niet gelooft, hoe zult u geloven als Ik hemelse dingen tegen u zeg? 13 En niemand is opgevaren naar de hemel dan Hij Die uit de hemel neergedaald is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is.
Niemand is opgevaren naar de hemel en weer neergedaald, een retourtje. Niemand is daarom gekwalificeerd om over hemelse zaken te spreken dan Hij die deze heeft gezien om hiervan getuigenis af te leggen. Niemand kan dan ook over hemelse zaken spreken dan Jezus die werkelijk is neergedaald uit de hemel of degenen die door God geïnspireerd zijn om hierover te spreken.
Voortschrijdend inzicht; – over de transfiguratie
(Lukas 9:27-28) 27 En Ik zeg u in waarheid: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven, voordat zij het Koninkrijk van God gezien hebben. 28 Het gebeurde ongeveer acht dagen na deze woorden dat Hij Petrus en Johannes en Jakobus meenam en de berg opklom om te bidden.
(Markus 9:1) 1 En Hij zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat er sommigen zijn van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij gezien zullen hebben dat het Koninkrijk van God met kracht gekomen is.
Petrus, Johannes en Jacobus kregen een voorproefje hoe het hemelse Koninkrijk eruit zag in een visioen op een hoge berg, een voorproefje van de glorie en kracht van Gods koninkrijk:
(Lukas 9:29-35) 29 En het gebeurde terwijl Hij bad, dat de aanblik van Zijn gezicht veranderd werd en Zijn kleding blinkend wit werd. 30 En zie, twee mannen spraken met Hem; het waren Mozes en Elia. 31 Zij verschenen in heerlijkheid en spraken over Zijn heengaan, dat Hij zou volbrengen in Jeruzalem. 32 Petrus en zij die bij hem waren, waren bevangen door slaap. Toen ze wakker geworden waren, zagen zij Zijn heerlijkheid en de twee mannen die bij Hem stonden. 33 En het gebeurde, toen zij bij Hem vandaan zouden gaan, dat Petrus tegen Jezus zei: Meester, het is goed dat wij hier zijn. Laten wij drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een en voor Elia een; hij wist echter niet wat hij zei. 34 Terwijl hij dit zei, kwam er een wolk, en die overschaduwde hen. Zij werden bevreesd toen zij de wolk ingingen. 35 En er kwam een stem uit de wolk, die zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem! (zie voor de stem ook: 2 Petr. 1:16-18)
Wat we echter wel kunnen constateren:
- Jezus, die in heerlijkheid verscheen en zijn goddelijkheid liet zien (Luk. 9:29), was nog niet gestorven, opgewekt en daarna opgestegen naar de hemel.
- De profeten, die in heerlijkheid verschenen (Luk. 9:31), konden nog niet zijn opgewekt met een geestelijk lichaam. Pas na Jezus hemelvaart was dat mogelijk (Kol. 1:18).
- Het Koninkrijk van God was krachtig en had dus een aanvang genomen (Mark. 9:1).
De drie apostelen mochten niemand over het visioen vertellen totdat de Mensenzoon was opgewekt. De overige apostelen moesten zonder het visioen geloof tonen in Jezus woorden, tot de opwekking:
HCSB vertaald (Mattheüs 17:9) 9 Toen ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: ‘Vertel niemand over het visioen totdat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt.’
Het Griekse woord dat in Mattheüs 17:9 voor ‘visioen’ wordt gebruikt, is ‘horama’:
Strong’s Lexicon:
horama: visioen
Betekenis: een schouwspel, visioen, dat wat gezien wordt.
Woordherkomst: Afgeleid van het Griekse werkwoord ὁράω (horaō), wat ‘zien’ of ‘aanschouwen’ betekent.
Gebruik: De term ‘horama’ verwijst naar een bovennatuurlijk visioen of aanblik, vaak gegeven door God om een boodschap of openbaring over te brengen. Het wordt in het Nieuwe Testament gebruikt om gevallen te beschrijven waarin individuen goddelijk inzicht of profetische openbaring ontvangen door een visuele ervaring.
Dit visioen was echter een geniaal visioen, en wel om diverse redenen:
Voor de drie apostelen was het een signaal om Jezus volledig te geloven over Zijn aankomende lijden (Luk. 9:22), ze kregen inzicht in de toekomst en ervoeren dat Jezus de volledige ondersteuning van God had. Want de stem van God kwam uit een wolk: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!’.
Mozes en Ela werden in het visioen zichtbaar gemaakt en werden meteen herkend door de apostelen, alsof Mozes, Elia en Jezus als vrienden samen waren, alsof het echte Koninkrijk Gods reeds een aanvang had.
De transfiguratie had voor de Christus de uitwerking om Hem te sterken voor zijn lijden en dood. En niet alleen dat, ook werd Jezus het bewijs ingescherpt dat Zijn offer ook voor een hemelse bestemming van reeds overleden getrouwe profeten was. Jezus begreep de rol van Mozes met het wetsverbond dat in Jezus werd vervuld en de rol van Elia met de profetieën die eveneens in Jezus werden vervuld.
Dit visioen blijkt een dus een visueel verslag van een gesprek van ‘na de twee getuigen profetie’ als Gods koninkrijk een aanvang neemt (Markus 9:1, Op. 11:14-15). Hier komen we in dit deel nog uitgebreid op terug. Het Koninkrijk komt met kracht (Mark. 9:1) nadat de 2 getuigen profetie is geëindigd en de heiligen zijn opgenomen in de hemel. Daarna gaan zowel Jezus als de Vader regeren. Maar dat is twee duizend jaar later:
(Openbaring 11:15) 15 En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid.
(Daniël 2:44) 44 In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden.
Het is daarom veel logischer, ook gezien de opmerkelijk snelle herkenning van de twee profeten door de apostelen en omdat Jezus als Koning als ‘niet gekroond’ verschijnt, dat het een drie dimensionale projectie is van slechts visioen-beelden waarbij Mozes en Elia alleen maar geprojecteerd worden. Opmerkelijk is nl. dat ze niet spraken met de apostelen, het waren slechts beelden in een visioen. Het was symboliek, het gebeurde niet echt. Voor de apostelen leek het echter wél echt.
Openbaring hoofdstuk 11 – vers voor vers (oudere versies van de 2 getuigen profetie worden aangevuld of er wordt in verwezen naar dit deel)
- (Openbaring 11:1) 1 En mij werd een meetlat gegeven, die op een staf leek. En de engel was erbij komen staan en zei: Sta op en meet de tempel van God, het altaar en hen die daarin aanbidden.
De meting van getrouwe Christenen
De wereld is de laatste jaren in en in slecht geworden. De dagen van spanningen, (burger-)oorlogen, terroristische aanslagen, Christenvervolging en van voedseltekorten zijn nu gekomen (Matt. 24:6-7, Op. 6:4,6,8). Zie ook: 26. Gods geduld raakt op.
De liefde in de wereld is door de propagandaoorlog en de daardoor ontstane polarisatie al verdeeld en verkoeld en zal nog veel verder verkoelen en harder worden:
(Mattheüs 24:12) 12 En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen.
Wetteloosheid is de situatie waarin de meeste wetten niet meer in acht worden genomen. Een groot aantal burgers neemt dan het heft in eigen hand. Er ontstaan hierdoor onlusten, oproer en geweld. De ware afmetingen van de letterlijke tempel waren bekend, maar de tempel was er niet meer gedurende Johannes visioen. Die hoefde dus ook niet letterlijk gemeten te worden. Dit meten was symbolisch bedoeld, Christenen zijn Gods tempel volgens 1 Kor. 3:16 en 2 Kor. 6:16 :
(1 Korinthe 3:16) 16 Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?
Het meten van de tempel betekent dus een nauwkeurige inventarisatie – zoals het meten met een meetlat – van de discipelen van Jezus, die werkelijk God YHWH nog aanbidden. Waarom moet dit gebeuren? In Zacharia 2:1-5 staat de reden hiervoor, ook hier moest een Man gaan meten:
(Zacharia 2:1-2,5) 1 Opnieuw sloeg ik mijn ogen op en zag, en zie, er was een Man met een meetsnoer in Zijn hand. 2 Toen zei ik: Waar gaat U heen? Hij zei tegen mij: Ik ga Jeruzalem opmeten om te zien hoe groot zijn breedte en hoe groot zijn lengte zal zijn….5 En Ík zal voor haar zijn, spreekt de HEERE, een muur van vuur rondom, en Ik zal in haar midden tot heerlijkheid zijn.
Het meten in Zacharia symboliseert de goddelijke bescherming van de inwoners van Jeruzalem. In het geval van Johannes betekent het opmeten van de tempel de ‘bescherming’ van de heiligen en van de grote schare. Johannes moest het heilige gedeelte, de na’os meten:
Na’os (of naō) is Grieks voor de heilige ruimtes van het tempelgebouw zelf, terwijl het Griekse woord Hi´e·ron het hele tempelcomplex inclusief de beide voorhoven en het heiligdom weergeeft. Niet alleen de heiligen verblijven in de na’os, ook over de grote schare wordt geschreven dat zij in de na’os verblijven en wel als dienaren:
(Openbaring 7:9,14-15) 9 Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam….14….Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam. 15 Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden.
Het (offer-)altaar meten is een indicatie hoeveel offers de huidige getrouwe Christenen nog brengen voor hun geloof. Dat ‘offer’ is het spreken over Jezus woorden geworden en de verdere geestelijke offers die getrouwe Christenen brengen:
(Hebreeën 13:15) 15 Laten wij dan altijd door Hem een lofoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van lippen die Zijn Naam belijden.
(1 Petrus 2:5) 5 dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus.
De nauwkeurige inventarisatie van Christenen
Wees getrouw in dit uur van inventarisatie (Rom. 2:9-11) om in de hemel – door een Goddelijke beslissing – genomineerd te worden als één van de restant heiligen die behoren tot de 144.000 heiligen of om genomineerd te worden als een discipel van de grote schare. Zodra het werk van de twee getuigen een aanvang heeft genomen, zal daarop volgend de Heilige Geest worden uitgestort over het restant heiligen en dezen zullen worden verzegeld aan hun voorhoofd (Op. 7:3-4):
(Joël 2:28-31) 28 Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. 29 Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. 30 Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende.
Het is net als de dubbele vervulling van de prediking van Jezus (nu door de 2 getuigen) en dus ook een dubbele vervulling van de profetie van Joël. Als eerste gedurende de dagen van de apostelen, voornamelijk de Israëlieten, en als laatste gedurende de 2 getuigen profetie. De restant heiligen in de laatste dagen zullen in talen spreken (Hand. 2:4) en de twee getuigen of profeten ondersteunen.
Want hoe kunnen we weten dat de verzegeling van de genomineerde restant heiligen in de allerlaatste dagen zal gebeuren?
(Openbaring 7:1-4) 1 Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom. 2 En ik zag een andere engel opkomen vanwaar de zon opgaat, met het zegel van de levende God. En hij riep met luide stem tegen de vier engelen aan wie het gegeven was de aarde en de zee schade toe te brengen, 3 en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. 4 En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten.
- (Openbaring 11:2) 2 Maar laat de buitenste voorhof van de tempel erbuiten en meet die niet, want die is aan de heidenen gegeven. En zij zullen de heilige stad vertrappen, tweeënveertig maanden lang.
Het is Johannes niet toegestaan om het voorhof te meten, dit met een bepaalde reden. Deze kan als verloren worden beschouwd en is al aan de heidenen gegeven. Want deze personen zijn in wezen verloren als ze geen berouw tonen. Omdat de fysieke tempel er niet meer is, betreft het dus het hemelse Jeruzalem vertrappen. Volgens ons onderzoek door ‘de heilige afgezanten van God’ te vertrappen, Gods volk, als eerste de heiligen maar in belangrijke mate ook de grote schare als heilig volk (Rom.11:16). Het vertrappen betekent hun laatste predikingswerk, het spreken over ‘het geloof stellen in de Zoon van God’ onmogelijk maken door vervolging. Ditzelfde thema komt ook terug in Jezus profetie over het vertrappen van Jeruzalem door de heidenen, als eerste in 70 na Chr.:
(Lukas 21:23-24) 23 Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land en toorn over dit volk. 24 En zij zullen vallen door de scherpte van het zwaard en in gevangenschap weggevoerd worden onder alle heidenen. En Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn.
In het binnenste voorhof van de tempel in Jeruzalem stond het tempelgebouw zelf en daarvoor het koperen offeraltaar. Het werd omgeven door een groot buitenste voorhof. Het binnenste voorhof was het voorhof waar de priesters dienst deden. In het buitenste voorhof (court of gentiles) van de tempel kwamen de Joden vaak samen en daar mochten ook de niet-Joden, de heidenen, komen. De natiën verkiezen het volgens Op. 11:2 om het voorhof van Gods tempel ‘te vertreden’, dat wil zeggen om niet respectvol het voorhof van Gods tempel te betreden, maar om opstandig en goddeloos te zijn, Christenen te vervolgen en om onberouwvol te zijn gedurende de 42 maanden of 3,5 jaar van de profetie. Want dit is dezelfde tijdsperiode van 3,5 jaar of 1260 dagen dat de twee getuigen hun werk zullen doen (Op. 11:3). De stad die hier wordt benoemd, de heilige stad, kan dus niets anders zijn dan Jeruzalem, waar de tempel stond, waar God in hun midden aanwezig was en wat nu de Christengemeenschap betekent volgens 1 Kor. 3:16 en 2 Kor. 6:16.
- (Openbaring 11:3) 3 En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen, in rouwkleding gekleed, twaalfhonderdzestig dagen lang profeteren.
De aankondiging van de twee getuigen profetie
In Openbaring wordt volgens Op. 11:3 aangekondigd dat er tijdens de grote verdrukking twee getuigen van de Heer Jezus – door God gemachtigd – op aarde zullen profeteren. Het boek Openbaring bevat zeer veel symboliek. Men zou vervolgens zo kunnen redeneren, dat het optreden van de twee getuigen slechts symbolisch gezien moet worden. Weten we dat dus wel zeker dat er nog een groot getuigeniswerk in de allerlaatste dagen zal plaatsvinden, zoals gedurende de dagen van de apostelen? Ja, dat weten we zeker, want direct na de vervulling van de 2 getuigenprofetie gebeuren er zeer heftige zaken:
(Openbaring 11:16-18) 16 En de vierentwintig ouderlingen, die voor God op hun troon zitten, wierpen zich met hun gezicht ter aarde en aanbaden God, 17 en zeiden: Wij danken U, Heere, God de Almachtige, Die is en Die was en Die komt, omdat U Uw grote kracht ter hand hebt genomen en Koning geworden bent. 18 En de volken zijn toornig geworden, en Uw toorn is gekomen en daarmee ook het tijdstip voor de doden om geoordeeld te worden, en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, de profeten, en aan de heiligen en aan hen die Uw naam vrezen, de kleinen en de groten, en om hen te vernietigen die de aarde vernietigden.
(Mattheüs 24:14) 14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.
De twee profeten zullen 1260 dagen of 3,5 jaar (profetische jaren van 360 dagen) profeteren en getuigen. In zakken gehuld betekent dat hun getuigeniswerk een boodschap inhoudt waar berouw bij past. Voor de 2 getuigen zelf betekent dit – volgens het geopende boekje van Johannes – dat het zoet is in de mond, maar bitter in de buik (Op. 10:9-11). Het getuigeniswerk van deze 2 profeten zal een getuigenis zijn voor alle natiën, de laatste kans om berouw te tonen, zich te vernederen en geloof te tonen in de hemelse Vader en Zijn Zoon. Over de genoemde periode van 1260 dagen wordt ook geschreven door Daniël:
(Daniël 12:7-9) 7 Toen hoorde ik de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Hem Die eeuwig leeft: Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft, wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen. 8 Ik echter, ik hoorde het wel, maar ik begreep het niet. En ik zei: Mijn Heere, wat zal het einde hiervan zijn? 9 Toen zei Hij: Ga heen, Daniël, want deze woorden blijven geheim en verzegeld tot de tijd van het einde.
————————————————————————————————————–
Vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft
Volgens diverse Bijbelstudenten hebben de in Daniël 12:7 gebruikte woorden ‘tijd’ en ‘tijden’ betrekking op ‘profetische’ jaren, omdat deze afwijken van de Hebreeuwse kalender met z’n ‘werkelijke’ maanden en jaren. Een Hebreeuwse maand is namelijk (luni-solair) gebaseerd op een maancyclus en begint op de nieuwe maan en duurt ongeveer 29,5 dag, dus er zijn maanden van 29 dagen en maanden van 30 dagen. 12 maanden x 29,5 dag = 354 dagen.
Een zonnejaar is echter 365 dagen lang. Om die reden werd er in de Hebreeuwse kalender (volgens schema) soms een extra 2e maand – Adar – ingevoegd. Maar een ‘profetisch’ jaar daarentegen blijkt dus slechts 360 dagen te tellen.
Dit kan worden afgeleid door Op. 12:6 te vergelijken met Op. 12:14 :
(Openbaring 12:6,14) 6 En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had, die door God voor haar gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden twaalfhonderdzestig dagen……. 14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang.
————————————————————————————————————–
Volgens Daniël 12:7 komt ‘het einde’ wanneer de macht van het heilige volk stuk zal zijn geslagen. Dus met het einde van het predikingswerk van de twee getuigen en hun ondersteuners zal niet lang daarna een einde aan al deze dingen komen. Ditzelfde tijdsaspect van de Antichrist komt ook terug in Daniël:
(Daniël 7:25-26) 25 Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd. 26 Daarna zal het gerechtshof zitting houden: men zal hem zijn heerschappij ontnemen, hem verdelgen en volledig vernietigen.
Het tijdperk van de Antichrist zal nu zeer spoedig beginnen. Gedurende de twee getuigen profetie (Op. 11:1-14) van 42 maanden (halve jaarweek) zal de Antichrist samen met ‘het beest uit de afgrond’ onze God YHWH lasteren en daarna de nog levende heiligen vertrappen, te gronde richten. Dit predikingswerk zal onder leiding van de 2 getuigen of profeten met machtige tekenen plaatsvinden (Op 11:6). De prediking van Jezus was gedurende drie en een half jaar, het predikingswerk van de twee getuigen zal ook gedurende 1260 dagen of 3,5 jaar zijn. De 70 weken profetie uit Daniël 9:23-27 spreekt echter over een laatste jaarweek, en die heeft eveneens een dubbele vervulling. Dus na de genoemde 3,5 jaar prediking gedurende de profetie, zal er nog eens gedurende 3,5 jaar gepredikt worden door de grote schare. De 2 getuigen profetie zal de laatste fase inluiden voor redding door middel van de 2 profeten. Een ander bepalend tijdselement dat in de Schrift wordt genoemd (Op. 17:11) is het 8e koninkrijk of wereldmacht, het financiële systeem dat nu regeert gedurende één Bijbels uur:
(Openbaring 17:12) 12 En de tien horens die u gezien hebt, zijn tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, maar die samen met het beest één uur koninklijke macht zullen ontvangen.
- (Openbaring 11:4) 4 Zij zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaars, die voor de God van de aarde staan.
Waarom worden deze twee getuigen beschreven als twee olijfbomen en twee kandelaars?
Deze beeldspraak komen we ook tegen in een visioen van Zacharia.
Het vijfde visioen van Zacharia: De buitengewone symbolische menora
Zacharia ontving van een engel een aantal visioenen. De profeet Zacharia was een priester en tijdgenoot van de profeet Haggaï (Zie hiervoor ook: 1. Zacharia; Wanneer Gods volk verzwakt) :
(Haggaï 1:1) 1 De profeten Haggaï, de profeet, en Zacharia, de zoon van Iddo, profeteerden onder de Joden die in Juda en in Jeruzalem waren;….
Het vijfde visioen ging over een gouden kandelaar en twee olijfbomen. Zacharia schreef het boek ‘Zacharia’ nadat de ballingen uit Babylon waren vrijgelaten en mochten terugkeren naar Jeruzalem.
Hij zag een visioen van een kandelaar van goud, met een olievaatje aan de bovenkant ervan en zeven bijbehorende lampen met telkens zeven toevoerbuisjes vanaf het olievaatje naar de lampen. Langs de kandelaar stonden 2 olijfbomen, één aan de rechterkant en één aan de linkerkant ervan:
(Zacharia 4:1-3) 1 De Engel Die met mij (Zacharia) sprak, kwam terug en wekte mij, zoals iemand die uit zijn slaap gewekt wordt. 2 Hij zei tegen mij: Wat ziet u? Daarop zei ik: Ik zie, en zie, een kandelaar, geheel van goud, met een olievaatje aan de bovenkant ervan en daarbovenop zeven bijbehorende lampen met telkens zeven toevoerbuisjes aan de lampen, die daarboven zitten, 3 met twee olijfbomen ernaast, een aan de rechterkant van het olievaatje en een aan de linkerkant ervan.
Deze symbolische menora had zeven ongebruikelijke toevoerbuisjes. De menora in Gods tempel, de lamp van God (1 Sam. 3:2-4), had geen toevoerpijpjes, maar reservoirs die door de priesters met olie werden gevuld.
Zacharia vroeg naar de betekenis van de twee olijfbomen:
(Zacharia 4:11-14) 11 Daarna antwoordde ik en zei tegen Hem: Wat betekenen die twee olijfbomen aan de rechterkant van de kandelaar en aan de linkerkant ervan? 12 En voor de tweede keer antwoordde ik en zei tegen Hem: Wat betekenen die twee olijftakken die door twee gouden buisjes gouden olie uit zich weg laten lopen? 13 Toen sprak Hij tot mij: Weet u niet wat deze dingen betekenen? Ik zei: Nee, mijn Heere. 14 Daarop zei Hij: Dat zijn de twee gezalfden, die bij de Heere van heel de aarde staan.
Olie symboliseert verlichting door Gods Heilige Geest. Waar kwam de olie vandaan? Van de twee olijfbomen en hun olijftakken. De olijfbomen kunnen hun olie voortbrengen omdat ze in de nabijheid van God staan, God is de bron van hun olieproductie. De twee gezalfden hebben een actief aandeel in het verspreiden van Gods licht. Ze zijn de twee getuigen uit het boek Op. 11:1-11. De kandelaar wordt continu door de twee gezalfden met olie aangevuld (Zach. 4:12), het licht zal dus nooit doven. De kandelaar in Gods tempel wordt de Menora, de lamp van God genoemd (1 Sam. 3:2-4).
In Op. 11:4 wordt echter – in tegenstelling met Zach. 4:2 – over twee kandelaars gesproken.
De twee getuigen, de olijfbomen, hebben een aandeel in twee verbonden. Als eerste in het oude verbond van de wetten van Mozes, maar nu ook in het nieuwe verbond van Jezus. De kandelaar in Zach. 4:2 is er dus maar één, omdat er toen maar van één verbond sprake was. Het licht van de kandelaar in het nieuwe verbond wordt eveneens gedurende de inspectie van de 7 gemeenten in Openbaring besproken. Iedere Christelijke gemeenschap wordt met het Goddelijke licht beschenen als deze gemeenschap getrouw is, alsof er in iedere getrouwe gemeenschap Gods kandelaar staat:
(Openbaring 1:20) 20 Het geheimenis van de zeven sterren die u in Mijn rechterhand hebt gezien, en van de zeven gouden kandelaren is: de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven kandelaren die u hebt gezien, zijn de zeven gemeenten.
(Openbaring 2:5) 5 Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert.
Het is de speciale rol van de twee gezalfden in de hemel, de twee olijfbomen met de olijftakken. De goddelijke lichtstralen, die buitengewone wijsheid brengen voor Christenen in deze dagen. Het licht dat verkwikt en moed geeft. In de bron, God, is volgens Jezus in het geheel geen duisternis:
(1 Johannes 1:5) 5 En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is.
Wie zijn dan deze twee olijfbomen, deze twee gezalfden?
Welke gezalfde Bijbelse personen hebben een opmerkelijk godvruchtig leven op aarde gehad? Het zijn Elia en Mozes.
Van Henoch wordt in de Schrift niet vermeld of hij gezalfd zou zijn. Henoch hoefde het stervensproces niet bewust mee te maken en werd weggenomen (Hebr. 11:5,13, Gen. 5:24).
Elia:
Elia leefde nog toen hij werd weggenomen richting de hemel:
(2 Koningen 2:9-12,15-18) 9 Het gebeurde nu, toen zij (de Jordaan) overgestoken waren, dat Elia tegen Elisa zei: Vraag mij wat ik voor u doen zal, voordat ik van u weggenomen word. Elisa zei: Laat er toch twee delen van uw geest op mij mogen zijn. 10 Maar hij zei: U hebt een moeilijke zaak gevraagd; als u mij zult zien als ik bij u vandaan weggenomen word, dan zal het u gebeuren, maar zo niet, dan zal het niet gebeuren. 11 Het gebeurde, terwijl zij al sprekend verdergingen, zie, dat er een vurige wagen met vurige paarden kwam, die tussen hen beiden scheiding maakte. Zo voer Elia in een storm naar de hemel. 12 Elisa zag het en hij riep: Mijn vader, mijn vader, wagen van Israël en zijn ruiters! En hij zag hem niet meer. Toen greep hij zijn kleren en scheurde ze in twee stukken…. 15 Toen nu de leerling-profeten uit Jericho, die aan de overzijde waren, hem zagen, zeiden zij: De geest van Elia rust op Elisa. Zij kwamen hem tegemoet en bogen zich ter aarde voor hem neer. 16 En zij zeiden tegen hem: Zie toch, er zijn bij uw dienaren vijftig dappere mannen. Laat hen toch uw meester gaan zoeken, of de Geest van de HEERE hem misschien niet heeft opgenomen en op een van de bergen of in een van de dalen geworpen heeft. Maar hij zei: Stuur hen niet. 17 Zij drongen echter bij hem aan, tot beschamens toe, en hij zei: Stuur hen dan maar. En zij stuurden vijftig mannen, die drie dagen zochten, maar hem niet vonden. 18 Toen kwamen zij bij hem terug, terwijl hij in Jericho verbleef, en hij zei tegen hen: Heb ik niet tegen u gezegd: Ga niet?
Elisa scheurde uit verdriet zijn kleding in twee stukken toen Elia werd weggenomen.
Elia behoorde tot de gezalfde profeten:
(1 Koningen 19:16) 16 En u [Elia] moet Jehu, de zoon van Nimsi, zalven tot koning over Israël. En Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mehola, moet u tot profeet zalven in uw plaats.
Elia stierf bij het opnemen en zijn lichaam werd weggenomen. Zijn geest sliep in Hades minimaal totdat Jezus hemelvaart had plaatsgevonden.
Mozes:
Mozes werd volgens de Schrift op een onbekende locatie in een dal in het land van Moab begraven:
(Deuteronomium 34:5-6) 5 Zo stierf Mozes, de dienaar van de HEERE, daar in het land van Moab, overeenkomstig het woord van de HEERE. 6 En Hij begroef hem in een dal in het land van Moab, tegenover Beth-Peor. En niemand weet waar zijn graf is, tot op deze dag.
(Jozua 1:2) 2 Mijn dienaar Mozes is gestorven. Nu dan, sta op, steek deze Jordaan over, u en heel dit volk, naar het land dat Ik aan hen, de Israëlieten, ga geven.
Wat gebeurde er met het lichaam van Mozes? God ontdeed zich van het lichaam van Mozes en begroef het. Mozes stierf en zijn lichaam is toen uitgedoofd, levenloos geworden. Mozes was net als Elia een gezalfde:
(Numeri 11:25) 25 Toen daalde de HEERE neer in de wolk en sprak tot hem, en Hij zonderde een deel af van de Geest Die op hem was [Mozes], en droeg dat over op de zeventig mannen, die oudsten. En het gebeurde, toen de Geest op hen rustte, dat zij profeteerden, maar daarna niet meer.
(Judas 1:9) 9 Michaël, de aartsengel, echter durfde, toen hij met de duivel redetwistte en een woordenwisseling had over het lichaam van Mozes, geen lasterlijk oordeel tegen hem uit te brengen, maar zei: Moge de Heere u bestraffen!
Satan redetwistte met een belangrijke hemelse vorst over het lichaam van Mozes, het was de aartsengel Michaël (Daniël 12:1).
Mozes stierf echter destijds en zijn geest sliep in Hades minimaal totdat Jezus hemelvaart had plaatsgevonden.
Mozes en Elia beelden de twee profeten af in de transfiguratie van Jezus:
Niet alleen werden Mozes en Elia gedurende de reeds besproken transfiguratie van Jezus genoemd, ze werden ook samen in de profetie van Maleachi genoemd:
(Maleachi 4:3-5) 3 U zult de goddelozen vertrappen. Voorzeker, stof zullen zij worden onder uw voetzolen op die dag die Ik bereiden zal, zegt de HEERE van de legermachten. 4 Denk aan de wet van Mozes, Mijn dienaar, die Ik hem geboden heb op Horeb voor heel Israël, aan de verordeningen en de bepalingen. 5 Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende dag.
Waarom vertegenwoordigen deze twee heilige profeten Jezus uitstekend?
Mozes en Elia behoren beiden tot de gezalfde profeten en komen als eerste hiervoor in aanmerking.
Zowel Mozes als Elia mochten destijds – net als Jezus – krachtige tekenen doen.
Mozes kreeg de autoriteit om grote wonderen te doen, zoals de 10 plagen in Egypte (Ex. hfdstk 7-12), de doorgang door de golf van Aqaba (Ex. hfdstk 14) en de twee waterbronnen uit een rots.
Elia kreeg o.a. de autoriteit om de pot met meel en olie van de weduwe te blijven aanvullen (1 Kon. 17:14) en haar zoon weer tot leven op te wekken (1 Kon. 17:21-22).
Maar Jezus had echter de autoriteit om grotere wonderen te doen dan zowel Mozes als Elia.
Er is ook een opmerkelijke overeenkomst van 40 dagen vasten van zowel Jezus, Elia en Mozes, waarbij God aan zowel Elia als aan Mozes verscheen op de berg Sinaï (in het Horeb gebergte):
(Exodus 34:28) 28 Hij (Mozes) was daar (berg Sinaï) namelijk veertig dagen en veertig nachten bij de HEERE. Hij at geen brood en dronk geen water.
(1 Koningen 19:8) 8 Toen stond hij (Elia) op, at en dronk, en liep door de kracht van dat voedsel veertig dagen en veertig nachten, tot aan de berg van God, de Horeb.
(Lukas 4:1-2) 1 Jezus, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest naar de woestijn geleid, 2 waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel….
Veertig wordt in de Bijbel gebruikt als het getal van Goddelijke zuivering of schoonwassen. Het gaat altijd vooraf aan een belangrijke gebeurtenis, zoals de 40 dagen op de zij liggen van Ezechiël voor de ongerechtigheid van Jeruzalem (Eze. 4:6).
Zowel Mozes als Jezus ontkwamen als kindjes aan een genocide (Ex. 1:22, Matt. 2:13-16).
En zowel Mozes als Jezus waren zeer zachtmoedig (Num. 12:3, Matt. 11:28-30).
Jezus is echter de grotere Mozes, onder Wiens leiding Gods kinderen zullen ontsnappen:
(Hebreeën 3:1-6) 1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten aan de hemelse roeping, let op de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis: Christus Jezus. 2 Hij is getrouw aan God, Die Hem aangesteld heeft, zoals ook Mozes trouw was in heel Zijn huis. 3 Want Christus is zoveel meer heerlijkheid waard geacht dan Mozes, evenals hij die het huis gebouwd heeft, meer eer ontvangt dan het huis zelf. 4 Immers, elk huis wordt door iemand gebouwd, maar Hij Die dit alles gebouwd heeft, is God. 5 En Mozes is wel trouw geweest in heel Zijn huis, maar als dienaar, om te getuigen van wat later gesproken zou worden; 6 Christus echter is getrouw over Zijn huis als Zoon. Zijn huis zijn wij, als wij tenminste de vrijmoedigheid en de roem van de hoop tot het einde toe onwrikbaar vasthouden.
Wat Elia betreft, Johannes de doper was als eerste volgens Jezus de tegen-beeldige Elia:
(Mattheüs 11:10, 12-14) 10 Want hij is het over wie geschreven staat: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken….12 En van de dagen van Johannes de Doper af tot nu toe wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en geweldenaars grijpen het. 13 Want al de profeten en de Wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. 14 En als u het wilt aannemen: hij is Elia, die komen zou.
Jezus sprak op een ander moment (Matt. 17:11) opnieuw over de komst van Elia:
(Mattheüs 17:11) 11 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Elia zal wel eerst komen en alles herstellen.
Jezus refereerde hier aan het gedeelte in Maleachi 4:5 over de komst van Elia, die zal zijn gedurende Gods dag. In Mal. 4:5 wordt daardoor het verband gelegd tussen Elia en de twee getuigen profetie.
Het zijn dus vrijwel zeker Elia en Mozes, die door de twee getuigen afgebeeld worden.
Zullen ze zelf terugkomen? Het is onwaarschijnlijk, omdat er bij het eerdere verschijnen van Elia werd gezegd dat Johannes de doper ‘niet letterlijk’ Elia zou zijn, maar dat hij in ‘de geest en de kracht’ van Elia werkzaam zou zijn:
(Lukas 1:17) 17 En hij zal voor Hem uitgaan in de geest en de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken.
Vlak voor de grote dag van God zal er dus hoogstwaarschijnlijk een nieuwe Elia verschijnen, een profeet in de geest en in de kracht van Elia (Lukas 1:17), samen met een nieuwe Mozes, een profeet in de geest en in de kracht van Mozes. Tevens hebben zowel Mozes als Elia als de figuurlijke hemelse olijfbomen een geestelijk lichaam, dat kan niet anders. Echter de 2 getuigen zullen worden gedood met een natuurlijk lichaam:
(Openbaring 11:7) 7 En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden.
Dat de 2 getuigen worden gedood met een natuurlijk lichaam betekent dus dat ze niet letterlijk Elia en Mozes zelf kunnen zijn maar de tegen-beeldige Mozes en Elia, in de geest en kracht van Mozes en Elia. De 2 profeten worden na 3,5 dag tot leven opgewekt, maar nu met een geestelijk lichaam, om geschikt te zijn voor de hemel (1 Kor. 15:51-52) :
(Openbaring 11:11) 11 En na die drieënhalve dag kwam er een levensgeest uit God in hen en zij gingen op hun voeten staan.
De aankondiging van de Koning
Door de menselijke geschiedenis heen was het gebruikelijk om een bode de komst of bezoek van de Koning te laten aankondigen. Zo’n bode moest niet alleen aankondigen dat de koning in aantocht was, maar had ook de taak om alles daarvoor in gereedheid te brengen, zodat alles goed voorbereid was. Johannes de Doper had als ‘bode’ de taak om de komst van de Koning Jezus voor te bereiden als Messias. De twee getuigen zijn de ‘boden’ voor de komst van de Koning Jezus als redder van zijn discipelen. Het juridisch getuigenis van de twee getuigen in Openbaring hfdstk 11 heeft een ondersteunende waarde voor de betrouwbaarheid van hun getuigenis:
(Deuteronomium 19:15) 15 Eén enkele getuige mag tegen niemand opstaan met betrekking tot enige ongerechtigheid of tot enige zonde, bij elke zonde die men ook zou kunnen doen. Op de verklaring van twee getuigen of op de verklaring van drie getuigen staat de zaak vast.
- (Openbaring 11:5) 5 En als iemand hun schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en dat verslindt hun vijanden. En als iemand hun schade wil toebrengen, moet hij op dezelfde manier gedood worden.
Zij hoeven zich niet bezorgd te maken over hoe of wat zij moeten spreken, de geest van de hemelse Vader spreekt door hen:
(Mattheüs 10:19-20) 19 Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. 20 Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt.
Hun vijanden zullen hier niets tegen in kunnen brengen, hun getuigenis zal hen de mond snoeren en de tegenwerpingen van hun vijanden zal hen zelf veroordelen:
(Jeremia 5:14) 14 Daarom, zo zegt de HEERE, de God van de legermachten: Omdat u dit woord spreekt, zie, Ik ga Mijn woorden in uw mond tot vuur maken en dit volk tot hout, zodat het hen zal verteren.
Ze zullen zichzelf met vuur uit hun mond beschermen wanneer ze hun hemelse Vader aanroepen, net zoals de hemelse Vader dat kan, wanneer Hij in toorn is ontstoken:
(Psalm 18:7-9) 7 In mijn nood riep ik de HEERE aan, ik riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis, mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren. 8 Toen daverde en beefde de aarde, de fundamenten van de bergen sidderden en daverden, omdat Hij in toorn ontstoken was. 9 Rook steeg op uit Zijn neus en vuur uit Zijn mond verteerde. Kolen werden daardoor aangestoken.
Als Christenen hebben ook wij de plicht afvalligen en goddelozen te waarschuwen.
Wees dus grondig voorbereid, want Gods woord zal nog bij velen resultaat hebben:
(Jesaja 55:11) 11 zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.
(Maleachi 4:6) 6 Hij (Elia) zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen, en het hart van de kinderen tot hun vaders, opdat Ik niet zal komen en de aarde met de ban zal slaan.
In de dagen van Ezechiël was het Joodse volk afvallig en goddeloos geworden, net als de mensheid nu. Ezechiël kreeg destijds nog verdere informatie wat hij als wachter over het volk moest doen:
(Ezechiël 3:17-19) 17 Mensenkind, Ik heb u aangesteld tot wachter over het huis van Israël. Wanneer u uit Mijn mond een woord hoort, moet u hen namens Mij waarschuwen. 18 Als Ik tegen de goddeloze zeg: U zult zeker sterven, en u hebt hem niet gewaarschuwd en u hebt niet gesproken om de goddeloze voor zijn goddeloze weg te waarschuwen om hem in het leven te behouden: die goddeloze zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar Ik zal zijn bloed van uw hand eisen. 19 Maar u, als u de goddeloze waarschuwt en hij zich niet van zijn goddeloosheid en van zijn goddeloze weg bekeert, zal hij in zijn ongerechtigheid sterven, maar u hebt uw leven gered.
Zachtmoedige Christenen uit alle delen van de wereld zullen de stem van de twee getuigen herkennen als van Goddelijk geïnspireerde oorsprong en hen ondersteunen:
(Johannes 10:27) 27 Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.
- (Openbaring 11:6) 6 Zij hebben macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen zal vallen in de dagen dat zij profeteren. En zij hebben macht over de wateren om die in bloed te veranderen, en de aarde te treffen met allerlei plagen, zo vaak zij dat willen.
Als profeet had Elia de autoriteit ontvangen om het niet te laten regenen:
(1 Koningen 17:1) 1 En Elia, de Tisbiet, uit de inwoners van Gilead, zei tegen Achab: Zo waar de HEERE, de God van Israël, leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, er zal deze jaren geen dauw of regen komen, behalve op mijn woord!
(Jacobus 5:17,18) 17 Elia was een mens net zoals wij en hij deed een vurig gebed dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde, drie jaar en zes maanden. 18 En hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort.
Gedurende 3,5 profetisch jaar (of 42 maanden van 30 dagen) regende het niet:
(Lukas 4:25) 25 Maar Ik zeg u naar waarheid: Er waren veel weduwen in Israël in de dagen van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood kwam over heel het land,….
Deze tijdsperiode komt overeen met de periode van 42 maanden (van 30 dagen) of 1260 dagen die de twee getuigen in de laatste dagen zullen profeteren (Op. 11:3).
Als profeet had Mozes de autoriteit ontvangen om water te veranderen in bloed en om de andere plagen in Egypte uit te voeren:
(Exodus 7:20) 20 Mozes en Aäron deden precies zoals de HEERE geboden had. Hij hief de staf op en sloeg voor de ogen van de farao en zijn dienaren het water dat in de Nijl was. En al het water dat in de Nijl was, werd in bloed veranderd.
Hun krachtige tekenen zullen niet onopgemerkt blijven, vergezeld van hun heldere getuigenis om berouw te tonen. Niemand kan naderhand zeggen, ik was niet gewaarschuwd:
(Romeinen 10:13-15,18) 13 Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. 14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Wie zij niet geloven? En hoe zullen zij in Hem geloven van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt? 15 En hoe zullen zij prediken, als zij niet gezonden worden? Zoals geschreven staat: Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die vrede verkondigen, van hen die het goede verkondigen!….18 Maar ik zeg: Hebben zij het dan echt niet gehoord? Zeker wel: Hun geluid is over heel de aarde uitgegaan, en hun woorden tot de einden van de wereld.
Om gedurende hun getuigenis gered te kunnen worden is geloof in Jezus pure noodzaak:
(Johannes 3:17-18) 17 Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.
- (Openbaring 11:7) 7 En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden.
Het scharlakenrode wilde beest – dat uit de afgrond opstijgt – zal oorlog tegen hen voeren.
Dit scharlakenrode beest uit de afgrond (Op. 17:8) blijkt een financieel systeem te betekenen:
(Openbaring 17:8) 8 Het beest dat u gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond en naar het verderf gaan. En zij die op de aarde wonen, van wie niet vanaf de grondlegging van de wereld de naam geschreven staat in het boek des levens, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat was en niet is, hoewel het er toch is.
Het is het 8e koninkrijk of wereldmacht, de 10 ongekroonde koningen van de centrale banken. Zie voor het scharlakengekleurde wilde beest ook: https://www.dojc.nl/?p=62.
(Openbaring 17:11,12) 11 En het beest dat was en niet is, is ook zelf de achtste. En hij is uit de zeven, en gaat naar het verderf. 12 En de tien horens die u gezien hebt, zijn tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, maar die samen met het beest één uur koninklijke macht zullen ontvangen.
Het scharlakenrode wilde beest komt uit de 7 wereldmachten en zal dus de 8e wereldmacht vormen met de 10 ongekroonde koningen van de centrale banken.
Het predikingswerk van de twee getuigen zal op zijn minst een drieledige boodschap hebben.
Een boodschap om berouw te tonen t.a.v. de Schepper en Zijn Zoon. Het zal tevens een boodschap zijn tegen de afgoderij en tegen de liefde voor geld, en als 3e om juist de Zoon te verhogen (Joh. 3:14).
Wanneer de twee getuigen hun getuigenis hebben volbracht zal deze financiële macht hen overwinnen. Deze financiële macht is zelf juist de ongekroonde koning van het geld en zal – in samenwerking met de Antichrist (Daniël 7:25-26) – dus tot het uiterste gaan om deze gezalfden de mond te snoeren en hen na 3,5 jaar zelfs te doden (Op. 11:7).
- (Openbaring 11:8) 8 En hun dode lichamen zullen liggen op de straat van de grote stad, die in geestelijke zin genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook onze Heere werd gekruisigd.
In deze Schriftplaats wordt niet de ‘heilige’ stad Jeruzalem bedoeld (Op. 11:2), maar een ‘grote’ stad die in de laatste dagen sterk tot de verbeelding zal spreken.
Deze ‘grote’ stad is wel een geestelijke afbeelding van ‘Jeruzalem’ uit Jezus dagen, waar Jezus werd gemarteld en gedood. De stad die beweerde God te aanbidden maar die net als Sodom zondig was geworden aan (geestelijke) hoererij en evenals Egypte deel was geworden aan afgoderij:
(Jesaja 1:8-10) 8 De dochter van Sion is overgebleven als een hutje in een wijngaard, als een nachthutje op een komkommerveld, als een belegerde stad. 9 Als de HEERE van de legermachten ons niet een gering aantal ontkomenen had overgelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk geworden zijn. 10 Hoor het woord van de HEERE, leiders van Sodom! Neem de wet van onze God ter ore, volk van Gomorra!
(Zacharia 13:1-2) 1 Op die dag zal er een bron geopend worden voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem tegen de zonde en tegen de onreinheid. 2 Op die dag zal het gebeuren, spreekt de HEERE van de legermachten, dat Ik uit het land de namen van de afgoden zal uitroeien, zodat aan hen niet meer gedacht zal worden. Ja, ook de profeten en de onreine geest zal Ik uit het land wegdoen.
Welke stad wordt er dan bedoeld met de ‘grote’ stad?
De grote stad wordt ook wel beschreven als ‘het grote Babylon’:
(Openbaring 17:5) 5 En op haar voorhoofd stond een naam geschreven: Geheimenis, het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde.
Babylon was destijds een stad van zonde met diverse tempels gewijd aan vele vormen van afgoderij. Volgens historici had de stad Babel vele tempels met afgoden zoals Mardoek, de zonnegod Sjamasj, de maangod Sin, en afgoden als Anu, Enlil, Ea, Bel en Merodach:
(Daniël 3:12) 12 Nu zijn er Joodse mannen die u over het bestuur van het gewest Babel hebt aangesteld, namelijk Sadrach, Mesach en Abed-Nego. Deze mannen hebben op uw bevel, o koning, geen acht geslagen. Uw goden vereren zij niet, en het gouden beeld dat u hebt opgericht, aanbidden zij niet.
(Jeremia 50:2) 2 Verkondig onder de heidenvolken, laat het horen, hef een banier omhoog, laat het horen, verberg het niet, zeg: Babel is ingenomen, Bel staat beschaamd, Merodach is verpletterd. Zijn afgoden staan beschaamd, zijn stinkgoden zijn verpletterd.
Het oude Babylon met zijn afgoderij heeft hetzelfde lot ondergaan als Sodom en Gomorra:
(Jesaja 13:19-20) 19 Babel, het sieraad van de koninkrijken, de luister en de trots van de Chaldeeën, zal zijn als toen God ondersteboven keerde Sodom en Gomorra. 20 Niemand zal er verblijven, nooit meer, en niemand, van generatie op generatie, zal er wonen….
De hoer – die wordt geassocieerd met de grote stad, het grote Babylon – is het wereldwijde financiële geldsysteem van banken en financiële instellingen, de bron van alle oorlogen, corruptie en onrecht:
(Openbaring 17:3,18) 3 En in de geest bracht hij mij weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol van godslasterlijke namen was, met zeven koppen en tien hoorns….18 En de vrouw die u gezien hebt, is de grote stad, die koninklijke heerschappij voert over de koningen van de aarde.
Zie als ondersteuning van het financiële machtsstelsel ook: 5. Aanbidding van het ‘beeld’.
‘De grote stad’ zelf vertegenwoordigt dus de verheffing boven God zoals door het oude Babylon.
In de laatste dagen zal er een stad zijn, NEOM, die zich buitengewoon zal verheffen boven Gods schepping, met de wetenschap als afgod. NEOM is de nieuwe ‘grote stad’ die nu in een woestijngebied in Saoedi-Arabië gebouwd wordt. ‘Jebel al Lawz’ (of de berg Sinaï) valt binnen deze nieuwe ‘grote stad’. Dit stond er voorheen op hun site: www.neom.com onder het tabblad BIOTECH:
‘De gezondheidszorg van morgen zal zijn aanvang hier hebben. De wereld zal naar NEOM kijken voor de volgende generatie gentherapie, genomica, stamcelonderzoek, nano biologie en bio-engineering.’
Zie hiervoor ook: 4. Aanbidding van het ‘beeld’.
In de laatste dagen betreft de afgoderij geen houten en stenen afgodsbeeldjes, maar heeft de afgoderij betrekking op het ultieme geloof in de voortschrijdende wetenschap met zijn injecties, genetische modificatie, transhumanisme, digitale identificatie methodes en klimaatpropaganda.
Het is het paradepaardje van de exorbitant rijke bankiers en miljardairs. Het genetisch modificeren gaat rechtstreeks in tegen Gods ‘zeer goede’ schepping (Gen. 1:31).
Rendering of the proposed mega-city. Image courtesy of Neom.
The Line; De bedoeling is om een enorme lengtestad te bouwen in een lijn van 170 km
De locatie NEOM is de plaats, waar de financiële instituten of investerings-partijen (de geldhoer) fors in zullen investeren als het centrum van de nieuwste wetenschap.
Er is echter zoveel geld nodig van investeerders, het lijkt wel een bodemloze put.
De rode marker op het rechter plaatje is de berg Jebel Al-Lawz, de berg Sinaï.
NEOM is dus gesitueerd op de plek, waar ook het oude Midian lag.
Het woord NEOM betekent ‘Nieuwe Toekomst’. ‘In 2025 moet de eerste fase van de bouw zijn afgerond’, meldde onlangs persbureau Reuters.
Ook is NEOM gesitueerd aan zowel de Rode Zee als aan de golf van Aqaba:
(Openbaring 18:17-18) 17 En elke stuurman, al het volk op de schepen, zeelieden en allen die op zee hun werk doen, bleven van verre staan, 18 en zij riepen toen zij de rook van haar verbranding zagen: Welke stad was aan deze grote stad gelijk?
Maar ook het chimaera afgodsbeeld zal daar aanbeden worden (Op.13:14-15).
Het illustreert de afgoderij van goddeloze mensen, die de Zoon van God loochenen en daarmee ook de Vader loochenen:
(1 Johannes 2:22-23) 22 Wie is de leugenaar anders dan hij die loochent dat Jezus de Christus is? Dat is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent. 23 Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet.
De Schrift beschrijft ‘het grote Babylon’ als een echte stad, zoals NEOM een echte en zeer grote stad is, die net als het oude Babylon compleet vernietigd zal worden:
(Openbaring 16:18-19) 18 …. En er kwam een grote aardbeving, zo een als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde geweest zijn: zo’n aardbeving, zo groot! 19 En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de heidenvolken stortten in. En het grote Babylon kwam bij God in gedachtenis, en Hij gaf haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn.
(Openbaring 18:21) 21 En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen, en wierp die in de zee, en zei: Zó zal Babylon, de grote stad, met geweld neergeworpen worden, en het zal nooit meer gevonden worden.
- (Openbaring 11:9) 9 En de mensen uit de volken, stammen, talen en naties zullen hun dode lichamen drieënhalve dag zien, en zullen niet toelaten dat hun dode lichamen in het graf gelegd worden.
Het is een schande en een vernedering om gestorven onschuldige mensen niet te begraven. Alleen verachte misdadigers werden niet begraven, maar op de vuilnisbelt van Gehenna (dal van Hinnom) met fosfor verbrand. Er gaat een diepe minachting van deze ongelovigen uit, om de begrafenis van de 2 getuigen – uit wraak voor hun plagen – niet toe te laten. De propaganda van de 8e financiële wereldmacht, geassisteerd door de Antichrist, doet zijn werk bij de goddelozen. De drieënhalve dag zonder teken van leven heeft een parallel met Jezus, die pas na drieënhalve dag weer levend werd gezien (Matt. 12:40, 27:63).
- (Openbaring 11:10) 10 En zij die op de aarde wonen, zullen zich over hen verblijden, en zullen feest gaan vieren en elkaar geschenken sturen, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen, zo gekweld hadden.
De kinderen van Satan, de kinderen van de ongehoorzaamheid, houden het liefst zoveel mogelijk mensen in de wereld in een traumatische angstpsychose en in stress. Wanneer dan de plagen van de twee profeten voltrokken worden zoals droogte (daarmee hongersnood) en water dat in bloed veranderd (daarmee waterproblemen) komt dat bovenop hun angsten en stress en voelen ze zich verschrikkelijk gekweld. De mensen bekeerden zich echter niet, maar nu waren eindelijk de plagen gestopt:
(Openbaring 9:21) 21 Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal.
Deze onberouwvolle mensen zijn duidelijk verheugd over de dood van de twee profeten en gaan elkaar opgelucht geschenken geven en zelfs met elkaar feest vieren. Ze vieren dat de kwellingen voor hen eindelijk voorbij zijn. Dat denken ze tenminste.
- (Openbaring 11:11-12) 11 En na die drieënhalve dag kwam er een levensgeest uit God in hen en zij gingen op hun voeten staan. En grote vrees overviel hen die hen zagen. 12 En zij hoorden een luide stem uit de hemel tegen hen zeggen: Kom hier omhoog. En zij gingen omhoog naar de hemel, in de wolk, en hun vijanden keken hen na.
Het zal een gewonnen positie lijken, het zal lijken dat de twee profeten roemloos verslagen en vernederd zijn. Maar na 3,5 dag komt er levensgeest van God in hen en krijgen de twee getuigen een opwekking en de mensen worden zeer bevreesd. Ze zien een groot teken van God als de profeten op hun voeten gaan staan. Ze zijn uit de dood opgewekt met een geestelijk lichaam (1 Kor. 15:42-50), en materialiseren zich om gezien te worden. Het is dezelfde tijdsperiode – 3,5 dag – dat Jezus niet levend werd gezien, wat Jezus het teken van Jona in de vis noemde (Jona 1:17, Matt: 12:39).
Net zoals Jezus worden ze met een geestelijk lichaam opgewekt, want vlees en bloed kunnen het Koninkrijk van God niet beërven (1 Kor. 15:50).
Er klonk een luide stem uit de hemel, waarschijnlijk van de Christus; ‘Kom hier omhoog’:
(1 Thessalonicenzen 4:16) 16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel….
En net zoals Jezus worden ze in de hemel opgenomen terwijl een wolk hen onttrekt aan het oog van hun toeschouwers:
(Handelingen 1:9) 9 En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
Met een geestelijk lichaam stijgen ze dus op naar de hemel. Direct hierna – gedurende de laatste bazuin – worden de reeds overleden en de nog levende heiligen opgenomen (1 Tess. 4:16-17) .
- (Openbaring 11:13) 13 En op datzelfde uur vond er een grote aardbeving plaats, en het tiende deel van de stad stortte in. En bij die aardbeving werden zevenduizend met name bekende personen En de overigen werden zeer bevreesd, en gaven eer aan de God van de hemel.
Kort na hun opname in de hemel, in hetzelfde Bijbelse uur, kwam er een grote aardbeving, net zoals er een aardbeving kwam toen Jezus Zijn leven gaf:
(Mattheüs 27:54) 54 En toen de hoofdman over honderd en zij die met hem Jezus bewaakten, de aardbeving zagen en de dingen die gebeurden, werden zij erg bevreesd en zeiden: Werkelijk, Dit was Gods Zoon!
De aardbeving is de Goddelijke bevestiging dat de profetie niet lichtzinnig moet worden opgevat.
Het tiende deel van de grote stad, het grote verdorven Babylon, stort in. Het is deze grote stad die zich verheft boven God door zijn genetische modificatie. Er worden na de hemelopname van de twee getuigen 7000 bekende mensen gedood, omdat ze blijkbaar Gods toorn toekomen. Zoals altijd laten allerlei beroemdheden, acteurs, actrices, artiesten, atleten en mensen die graag in de belangstelling staan zich gebruiken om afgoderij te ondersteunen. De overige bewoners van NEOM zien in grote angst de vernietiging van deze 7000 bekende personen gade, en realiseren zich dat het een actie van God is en dat een deel van het grote Babylon, de goddeloze stad Neom, is ingestort (Op. 14:8). De vrees neemt verder toe en ze geven zelfs heerlijkheid aan de God van de hemel. Dat zij vervolgens eer geven aan de God van de hemel wil overigens niet zeggen dat ze gered zullen worden:
(Jesaja 26:10,14,16) 10 Al wordt de goddeloze genade bewezen, hij leert niet wat gerechtigheid is: in een land van recht bedrijft hij onrecht en de hoogheid van de HEERE ziet hij niet………14 Doden zullen niet herleven; gestorvenen zullen niet opstaan. Daarom hebt U hen gestraft, hen weggevaagd, elke gedachtenis aan hen doen vergaan……… 16 HEERE, in de benauwdheid hebben zij U gezocht, een fluisterend gebed uitgestort, toen Uw vermaning over hen kwam.
Om gered te worden is geloof in Jezus onlosmakelijk nodig:
(Johannes 3:17-18) 17 Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.
- (Openbaring 11:14) 14 Het tweede wee is voorbijgegaan. Zie, het derde wee komt spoedig.
De 5e, 6e en 7e bazuin zijn als drie weeën van een barende vrouw. In het volgende vers (Op. 11:15) wordt op de 7e bazuin geblazen. De weeën komen steeds sneller en worden steeds heviger. Jezus gebruikt dit gegeven ook in zijn illustraties:
(Mattheüs 24:7-8) 7 Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. 8 Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.
foto: SVG SILH
Waren de voorgaande plagen pijnlijk, met het 3e wee (door het blazen op de 7e bazuin) beginnen de daadwerkelijke heftige pijnscheuten.
De weeën van de symbolische vrouw worden door de hele schepping gevoeld, zowel in de hemel als op aarde.
Want wie is deze zwangere vrouw? Satan weet bijzonder goed wie deze hemelse vrouw is. Dat blijkt uit Genesis:
(Genesis 3:15) 15 En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht;…..
Deze ‘symbolische’ vrouw is getooid met de zon en de maan is onder haar voeten en ze heeft een kroon van 12 sterren (Op. 12:1). Het is een afspiegeling van de 12 stammen van Gods verbondsvolk. Zij betekent de belofte van God die via Mozes tot de Israëlieten werd gesproken van een koninkrijk van priesters, van een heilig volk (Ex. 19:5-6).
De 7e engel gaat zich nu gereed maken om te blazen op zijn bazuin.
- (Openbaring 11:15) 15 En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid.
Gods Koninkrijk neemt een aanvang
En dan is het zover. De 144.000 heiligen worden bij de laatste of 7e bazuin in de hemel opgenomen:
(1 Korinthe 15:52) 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.
De Koninkrijksregering is compleet en Gods lang verwachte Koninkrijk neemt eindelijk een aanvang (Matt. 6:9-10). Dat voorspelt niet veel goeds voor de onberouwvolle aardbewoners (Op. 11:18).
- (Openbaring 11:16-17) 16 En de vierentwintig ouderlingen, die voor God op hun troon zitten, wierpen zich met hun gezicht ter aarde en aanbaden God, 17 en zeiden: Wij danken U, Heere, God de Almachtige, Die is en Die was en Die komt, omdat U Uw grote kracht ter hand hebt genomen en Koning geworden bent.
De 24 ouderlingen zijn de 24 heilige profeten uit de Hebreeuwse Geschriften.
Zie hiervoor ook de beschrijving van Op. 4:4 in het Boek: De Openbaring deel 1.
Ze werpen zich nederig neer en aanbidden hun hemelse Vader. Ze zijn dankbaar dat God weer de Koninkrijksmacht op zich heeft genomen. Gods koninkrijk zal dan alle koninkrijken van de wereld gaan omvatten en God zal weer Koning zijn tot in eeuwigheid, samen met Zijn Zoon Jezus als Onderkoning:
(Openbaring 10:7) 7 Maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer die op de bazuin zal blazen, zal ook het geheimenis van God volbracht worden, zoals Hij aan Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft.
Had God – als Schepper – dan geen Koninkrijksmacht meer? Door de zonden en de ongehoorzaamheid van de eerste mensen in het paradijs kreeg Satan de mensheid in zijn macht, ze hadden hém immers geloofd. Het is vrijwel zeker dat de zondeval het moment is geweest dat Satan God heeft aangeklaagd, met de reden dat onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan God niet vanzelfsprekend hoeft te zijn. En dat hij vervolgens de ruimte heeft geëist om dat te bewijzen en de rol als heerser heeft afgedwongen voor God en voor alle engelenzonen. Het was een belangrijke vraag, een strijdvraag, en alle engelenzonen waren hier getuige van:
(Lukas 4:6) 6 En de duivel zei tegen Hem: Ik zal U al deze macht en de heerlijkheid van deze koninkrijken geven, want die is aan mij overgegeven en ik geef die aan wie ik maar wil; (Joh. 14:30)
God YHWH heeft om deze reden in het paradijs het rechtmatige Koningschap moeten afleggen, maar heeft het Koningschap na Satans totale mislukking van regeren – de wereld werd in armoede, honger en oorlog gedompeld – nu weer opgenomen:
(Zacharia 14:9) 9 De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige.
Deze laatste Schriftplaats spreekt over de nieuwe aarde, als alle vijanden inclusief ‘de dood’ verslagen zijn (Op. 21:4) en Jezus als Onderkoning ‘de ultieme Koninkrijksmacht’ overdraagt aan Zijn Vader (1 Kor. 15:24).
- (Openbaring 11:18) 18 En de volken zijn toornig geworden, en Uw toorn is gekomen en daarmee ook het tijdstip voor de doden om geoordeeld te worden, en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, de profeten, en aan de heiligen en aan hen die Uw naam vrezen, de kleinen en de groten, en om hen te vernietigen die de aarde vernietigden.
De mensen van de wereld zijn – volgens Johannes – toornig geworden van de plagen en het predikingswerk van de twee getuigen. Maar nu is Uw toorn gekomen over de kinderen van de ongehoorzaamheid die blijven volharden in hun goddeloosheid en afgoderij:
(Kolossenzen 3:5-6) 5 Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is. 6 Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen.
Nu zal er een oordeel geveld worden over de doden, en over het geven van beloningen aan Gods dienaren; de profeten, de heiligen en de grote schare, eeuwig leven op de nieuwe aarde:
(Jesaja 24:23) 23 De volle maan zal rood worden van schaamte, de gloeiende zon zal beschaamd worden, als de HEERE van de legermachten zal regeren op de berg Sion, en in Jeruzalem; en voor Zijn oudsten zal er heerlijkheid zijn.
Degenen die gewetenloos en zelfzuchtig de aarde vernietigden zullen nu zelf worden vernietigd.
- (Openbaring 11:19) 19 En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van Zijn verbond werd zichtbaar in Zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
Na het openen van het tempelheiligdom (na´os) in de hemel volgen een aardbeving en grote hagel. Er is nu ook in de hemelse tempel geen scheidings-gordijn meer, de toegang tot het allerheiligste is geopend. Via de Middelaar is God voor Zijn kinderen te bereiken. Nu de tempel volledig is geopend, is ook de ark van het verbond met de cherubs erop zichtbaar.
De ark van het verbond was de tegen-beeldige troon van God:
(Exodus 25:22) 22 Dan zal Ik u daar ontmoeten en van boven het verzoendeksel, van tussen de twee cherubs, die zich op de ark van de getuigenis zullen bevinden, zal Ik met u spreken over alles wat Ik u voor de Israëlieten gebieden zal.
Sinds de Babylonische ballingschap is de ark van het verbond op aarde verdwenen.
Dat de ark wordt getoond, betekent dat God wil aangeven dat Hij tussen Zijn huidige volk, de Christenen, wil verblijven. Vooral nu nog, op de huidige ‘oude’ aarde.
De ark van het verbond bevatte langs de staf met de naam van Aäron er op en de stenen tafelen van het verbond ook een gouden kruik met manna (Hebr. 9:4).
Het manna dat de Israëlieten 40 jaar in de woestijn gegeten hebben voorkwam niet dat ze stierven. Aan Jezus discipelen geeft de Vader echter het ‘ware brood’ uit de hemel opdat een mens daarvan symbolisch kan eten en niet zal sterven. Christus dwingt niemand om dit leven gevende manna (het brood en de wijn) te nemen, maar Christus geeft het aan allen die ernaar verlangen en stappen hebben genomen om er geschikt voor te zijn:
(Johannes 6:47-51) 47 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. 48 Ik ben het Brood des levens. 49 Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven. 50 Dit is het brood dat uit de hemel neerdaalt, opdat de mens daarvan eet en niet sterft. 51 Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld.
De donderslagen, bliksemstralen en aardbevingen (Op. 11:19) zijn opnieuw een manifestatie van Gods aanwezigheid, van Gods autoriteit. De stemmen die te horen zijn betekenen de luide instemming van de 24 profeten.
Zijn wij als Christenen in deze dagen net zo begaan met Gods Koninkrijk voor eeuwig leven?
Zo niet, dan is het nu de hoogste tijd om een einde te maken aan onze zwakheden en om zelf onze levenswijze te dwingen, om onze God YHWH te eren (Matt. 5:28-30).
Einde