Podcast; Free wil:
. Boom des levens Boom van de kennis van goed en kwaad
(Genesis 2:9) 9 En de HEERE God liet allerlei bomen uit de aardbodem opkomen, begerenswaardig om te zien en goed om van te eten; ook de boom des levens, in het midden van de hof, en de boom van de kennis van goed en kwaad.
. Alle aanhalingen uit de Herziene Statenvertaling
————————————————————————————————————-
De vrije wil in de Schrift
God maakte de mensheid naar Zijn evenbeeld, niet alleen wat de lichaamsvorm betreft, maar ook met de mogelijkheid om vrij te kunnen kiezen:
(Genesis 1:26-27) 26 En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! 27 En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.
Dieren zijn met een uniek instinct geschapen, maar mensen lijken op hun Schepper waarmee we door dat voorrecht tevens eigenschappen als vrije wil, liefde en rechtvaardigheid hebben ontvangen.
Deze vrijheid om te mogen kiezen is een daad van liefde van God voor ons. Het is niet God die bepaalt wat we moeten kiezen maar het voorrecht van mensen om in vrijheid eigen beslissingen te nemen. De eigen keuzes hebben echter wel morele en spirituele consequenties en dat betekent dat we verantwoordelijk zijn voor onze keuzes. Dat betekent dat we ook als Christenen keuzes moeten maken op basis van wat God goedkeurt, waarvan we dus zeker weten wat goed is. Als het een moeilijke keuze is kunnen we in gebed God altijd om hulp vragen:
(Jozua 24:15) Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen!
(Deuteronomium 30:19-20) 19 Ik roep heden de hemel en de aarde tot getuigen tegen u: het leven en de dood heb ik u voorgehouden, de zegen en de vloek! Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht, 20 door de HEERE, uw God, lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen en u aan Hem vast te houden – want Hij is uw leven en de verlenging van uw dagen – om te blijven in het land dat de HEERE uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft hun te geven.
Als we geen vrije wil zouden hebben, dan zou ‘de bewuste keuze’ maken voor onze Schepper volledig ontkracht worden en zonder betekenis zijn.
De juiste keuze maken
Vrije wil betekent dus niet dat Christenen maar kunnen doen wat ze willen. De Schrift is er heel duidelijk over dat we niet alleen de mogelijkheid hebben om te kiezen, maar ook de verantwoordelijkheid hebben om met inzicht en wijsheid te kiezen. In de evangeliën wordt betreffende die keuze telkens geopperd: ‘Bekeer u’ en ‘Toon geloof’:
(Mattheüs 4:17) 17 Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
(Mattheüs 9:22) 22 Jezus keerde Zich om, zag haar en zei: Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u behouden. En de vrouw was vanaf dat moment gezond.
Elke aansporing van Jezus voor bekering of voor geloof tonen is een aansporing tot een juiste keuze. Echter velen van de grote schare discipelen van Jezus maken helaas uit gemakzucht de verkeerde keuze (Ef. 2:2), en geven daarmee aan dat ze niet echt geïnteresseerd zijn om bij het bruiloftsmaal van het Lam – in Gods hemelse koninkrijk – aanwezig te zijn (Op. 19:9):
(Lukas 14:15-24) 15 Toen een van hen die mee aanlagen, deze dingen hoorde, zei hij tegen Hem: Zalig is hij die brood zal eten in het Koninkrijk van God. 16 Maar Hij (Jezus) zei tegen hem: Een zekere man bereidde een grote maaltijd en nodigde er velen. 17 En hij stuurde zijn dienaar eropuit tegen de tijd van de maaltijd om de genodigden te zeggen: Kom, want alle dingen zijn nu gereed. 18 En zij begonnen zich allen eensgezind te verontschuldigen. De eerste zei tegen hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet er nodig op uit om die te bekijken. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd. 19 En een ander zei: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga erheen om ze te keuren. Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd. 20 En weer een ander zei: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen. 21 En die dienaar kwam terug en berichtte deze dingen aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes boos en zei tegen zijn dienaar: Ga er snel op uit naar de straten en stegen van de stad en breng de armen en verminkten en kreupelen en blinden hier binnen. 22 En de dienaar zei: Heer, het is gebeurd, zoals u bevolen hebt en nog is er plaats. 23 En de heer zei tegen de dienaar: Ga eropuit naar de landwegen en heggen en dwing hen binnen te komen, opdat mijn huis vol wordt. 24 Want ik zeg u dat niemand van die mannen die genodigd waren, mijn maaltijd proeven zal.
Het is de Heilige Geest die in ons werkt om ons na ‘de bewuste waterdoop’ onszelf te vernieuwen in ware rechtvaardigheid en heiligheid:
(Efeze 4:24) 24 en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
(Romeinen 8:14-17) 14 Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. 15 Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! 16 De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. 17 En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.
Gelukkig kunnen we uit vrije wil onze Schepper YHWH liefhebben en onze naasten liefhebben. Die keuzes maken we zelf, omdat we dat vanuit ons hart beslist graag willen doen:
(Mattheüs 22:37) 35 En een van hen (Farizeeën), een wetgeleerde, vroeg om Hem te verzoeken: 36 Meester, wat is het grote gebod in de wet? 37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dit is het eerste en het grote gebod. 39 En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. 40 Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.
Filosofen en de vrije wil in de wereld
Het bestaan van de vrije wil is onder filosofen en wetenschappers een veelbesproken vraag. Sommigen zeggen dat er een vrije wil bestaat, terwijl anderen zeggen dat onze beslissingen worden bepaald door externe en interne factoren, zoals emoties, natuurwetten, ideeën en opvoeding. Determinisme is het idee dat geen gebeurtenis willekeurig is, maar dat er altijd een reden achter ligt. Het is de makkelijke redenering om alle kwaad in de wereld goed te praten. Gelukkig zijn er ook nog filosofen te vinden die wel degelijk geloven in een vrije wil.
De balans in de schepping
God zag dat Hij de schepping goed had gemaakt, zeer goed:
(Genesis 1:31) 31 En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag.
De hele schepping was vanaf het eerste begin in balans. God heeft de vruchten van beide bomen in het midden van de hof van Eden bepaald. Het was een eigen keuze voor de eerste mensen, voor Adam en Eva, om als volmaakte mensen om hieruit te kiezen:
(Genesis 2:16-17) 16 En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, 17 maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.
Boom des levens – leven Boom van de kennis van goed en kwaad – sterven
Goed doen – God gehoorzamen Kwaad doen – opstandigheid tegen God
Is de keuze maken uit de vruchten echt bepalend geweest? Zelfs aanraken van de vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad was niet toegestaan:
(Genesis 3:2-3) 2 En de vrouw zei tegen de slang: Van de vrucht van de bomen in de hof mogen wij eten, 3 maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten en hem niet aanraken, anders sterft u.
De juiste vruchten kiezen is dus werkelijk bepalend geweest, dat was door God zo verordend, het was een moreel beginsel. De vruchten hadden – via de Heilige Geest – invloed op de geest van de eerste mensen, van volmaaktheid naar onvolmaaktheid. Nadat ze de keuze hadden gemaakt om van de vrucht van de boom van de kennis van goed en kwaad te eten mochten ze niet meer eten van de boom des Levens. Hiermee was ook lichamelijk hun lot bezegeld.
De boom van de kennis van goed en kwaad; ontleding van de woorden goed en kwaad
◄ 2896. towb ►
Strong’s Lexicon
towb: Goed, aangenaam, aangenaam, gunstig, mooi, best, beter, overvloedig, vrolijk, op je gemak, eerlijk, gunst, prima, blij, goed, gracieus, vreugdevol, vriendelijk, liefdevol, vrolijk, aangenaam, kostbaar, voorspoed, gereed, zoet, rijkdom, welzijn, welgevallig
Betekenis: goed
Gebruik: Het Hebreeuwse woord “towb” brengt voornamelijk het idee van goedheid over in verschillende vormen, hetzij moreel, esthetisch of praktisch. Het wordt gebruikt om te beschrijven wat gunstig, aangenaam of moreel juist is. Als bijvoeglijk naamwoord beschrijft het vaak de kwaliteit van objecten, acties of mensen. Als zelfstandig naamwoord kan het verwijzen naar het concept van goedheid zelf. Als werkwoord impliceert het de handeling van goed zijn of goed doen.
Culturele en historische achtergrond: In de oude Hebreeuwse cultuur was het concept van “goed” nauw verweven met het karakter en de aard van God. Het scheppingsverhaal in Genesis gebruikt herhaaldelijk “towb” om Gods schepping te beschrijven, met de nadruk op de perfectie en harmonie ervan. De term weerspiegelt ook het Hebreeuwse begrip van het leven, waar goedheid wordt geassocieerd met goddelijke gunst, welvaart en morele integriteit.
Goed
Het beste voorbeeld van goed is God. God is goedheid, en ging met zijn goedheid aan Mozes voorbij:
(Exodus 33:19) 19 Maar Hij zei: Ík zal al Mijn goedheid bij u voorbij laten komen, en in uw aanwezigheid zal Ik de Naam van de HEERE uitroepen, maar Ik zal genadig zijn voor wie Ik genadig zal zijn, en Ik zal Mij ontfermen over wie Ik Mij ontfermen zal.
(Mattheüs 19:17) 17 Hij zei tegen hem: Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, namelijk God. Maar wilt u tot het leven ingaan, neem dan de geboden in acht.
(2 Thessalonicenzen 1:11) 11 Daarom bidden wij ook altijd voor u dat onze God u de roeping waard acht en Hij al het welbehagen van Zijn goedheid en het werk van het geloof met kracht volbrengt,
◄ 7451. ra’ ►
Strong’s Lexicon
ra’: Kwaad, slecht, slecht, schadelijk, onaangenaam
Betekenis: slecht, kwaad
Gebruik: Het Hebreeuwse woord “ra'” is een veelzijdige term die in het Oude Testament wordt gebruikt om alles te beschrijven dat moreel, ethisch of fysiek negatief is. Het kan verwijzen naar acties, gedachten, bedoelingen of omstandigheden die in strijd zijn met Gods aard en geboden. Als bijvoeglijk naamwoord beschrijft het iets als kwaad of slecht, terwijl het als zelfstandig naamwoord slechtheid of kwaad zelf kan aanduiden.
Culturele en historische achtergrond: In de oude Nabije Oosten context werd het concept van “ra'” begrepen in relatie tot de verbondsrelatie tussen God en Zijn volk. Alles wat afweek van Gods wetten en geboden werd beschouwd als “ra'”. De Israëlieten werden geroepen om een heilig volk te zijn, afgezonderd van de omringende naties, en moesten dus “ra'” in al zijn vormen vermijden. De term weerspiegelt ook de bredere oude wereldvisie waarin moreel en fysiek kwaad vaak met elkaar verweven waren.
Het kwaad
Kwaad of slecht (7451. ra’) wordt in de betekenis van ‘goddeloos’ gebruikt in Gen. 6:5 :
(Genesis 6:5) 5 En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.
Waarom Satan de eerste mensen, Adam en Eva, wilde misleiden
Waarom was Satan er zo op gebrand om de eerste mensen te misleiden?
Adam en Eva waren in eerste instantie volmaakt, ze kenden geen kwaad.
Het was, zoals eerder gezegd, Gods beslissing dat mensen een vrije wil zouden hebben. Ze wisten dat ze niet van de boom van de kennis van goed en kwaad mochten eten omdat ze dan zouden sterven.
Normaal gesproken waren ze er, waarschijnlijk uit gehoorzaamheid, vanaf gebleven.
Ze wisten dat ze gezondigd hadden na het eten van de boom:
(Genesis 3:7) 7 Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren. Zij vlochten vijgenbladeren samen en maakten voor zichzelf schorten.
Na het eten van die vrucht wisten ze wat werkelijk goed en kwaad betekent. Het kwaad was ongehoorzaamheid en opstandigheid tegen God. Ze hadden het serpent of Satan gelooft.
Satan betekent ‘tegenstander’ en hij was een tegenstander van God. Hij maakte alles kapot wat God zeer goed had gemaakt.
In Ezechiël wordt gesproken over een boodschap aan de koning van Tyrus, maar in werkelijkheid betreft het een beschrijving van Satans (wan-)gedrag:
Eigen vertaling (Ezechiël 28:11-18) 11 Het woord van de HEER kwam tot mij: 12 Mensenzoon, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus en zeg tegen hem: Dit zegt de HEER GOD: U was het zegel van volmaaktheid, vol wijsheid en volmaakt in schoonheid. 13 U was in Eden, de tuin van God. Elke soort kostbare steen bedekte u: carneool, topaas en diamant, beril, onyx en jaspis, saffier, turkoois en smaragd. Je bevestigingen en zettingen waren van goud vervaardigd; ze werden vervaardigd op de dag dat je werd geschapen . 14 U was een gezalfde bescherm-cherub, omdat ik u had aangesteld. U was op de heilige berg van God; u liep tussen de vurige stenen. 15 Vanaf de dag dat u werd geschapen, was u onberispelijk in uw gedrag, totdat er ongerechtigheid in u werd gevonden. 16 Door de overvloed van uw handel werd u gewelddadig in uw midden en zondigde u. Daarom heb ik u in schande verdreven van de berg van God, en heb ik u, bescherm-cherub, verbannen van tussen de vurige stenen. 17 Uw hart werd trots vanwege uw schoonheid. Ter wille van uw pracht hebt u uw wijsheid verdorven. Dus wierp ik u op de aarde; Ik heb u als een schouwspel gemaakt voor de koningen. 18 U hebt uw heilige positie ontheiligd door de omvang van uw ongerechtigheden in uw oneerlijke handel. Dus liet ik vuur uit uw binnenste komen, en het verteerde u. Ik bracht u tot as op de aarde voor de ogen van iedereen die naar u keek.
Satan is een cherub, een engel van een hoge orde met beschermende vleugels, die voorheen heilige taken voor het aangezicht van God vervulde.
Zoals de twee cherubs de ark van het verbond met hun vleugels beschermden:
Satan was een bevoorrecht schepsel, vol van schoonheid en wijsheid (Eze. 28:12).
Hij was op de heilige berg van God en had toegang tot Gods woonplaats en liep tussen de vurige stenen. Hij was in de directe nabijheid van God en onberispelijk in zijn gedrag. Vanaf zijn schepping was hij onberispelijk (Eze. 28:14-15).
Door de overvloed van zijn handel werd hij gewelddadig, door zijn hebzucht, en ging hij zondigen (Eze. 28:16). Want het was oneerlijke handel (Eze. 28:18). Hij was in Gods nabijheid niet meer te handhaven en werd om die reden in schande verdreven van de berg van God (Eze. 28:16). Satan werd trots in zijn hart vanwege zijn schoonheid en ontwikkelde een trots hart (Eze. 28:17).
Nadat Satan was verbannen uit Gods directe nabijheid ging hij erop uit om in het paradijs, in Eden, de eerste mensen te misleiden:
(2 Korinthe 11:14) 14 En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht.
Alhoewel de eerste mensen minimaal onderwezen waren van wat ‘kwaad’ inhield, hebben mensen van nature een geweten ontvangen om Gods wil te doen en om de waarheid te onderscheiden van leugens:
(Romeinen 2:14-15) 14 Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet. 15 Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van, en hun gedachten onderling beschuldigen of ook verontschuldigen elkaar.
Ook Satan wist dat de eerste mensen van nature een geweten hadden waarmee ze vrij precies de waarheid van de leugen konden onderscheiden. Daarom pakte hij zijn leugens in.
Hij mengde zijn leugens met waarheid of met wat heel aannemelijk leek en hij paste deze truc toe in het paradijs, bij de ‘boom van de kennis van goed en kwaad’. Satan sprak in de gedaante van een slang (of serpent) tegen Eva om haar aan het twijfelen te brengen en om haar te misleiden:
(Genesis 3:1-5) 1 De slang nu was de listigste onder alle dieren van het veld, die de HEERE God gemaakt had; en hij zei tegen de vrouw: Is het echt zo dat God gezegd heeft: U mag niet eten van alle bomen in de hof? 2 En de vrouw zei tegen de slang: Van de vrucht van de bomen in de hof mogen wij eten, 3 maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten en hem niet aanraken, anders sterft u. 4 Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. 5 Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend.
Hij, Satan, wist echter dat God over een ondubbelzinnig feit sprak ‘van sterven als ze van deze boom aten’ en dat het sterven de werkelijkheid voor Adam en Eva zou worden als ze niet gehoorzaamden.
Maar Eva vond het na Satans woorden erg aangenaam om naar de boom te kijken en begeerde het om van de boom te eten vooral om er wijsheid van te verkrijgen. Om net als God te zijn en speciale wijsheid te bezitten (Gen. 3:5). Dus nam ze wat van zijn vrucht en at ervan en ze gaf ook wat aan haar man en ook hij at ervan:
(Genesis 3:7) 7 En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.
Ze werden zich na het eten van de boom bewust van hun naaktheid. Na deze ernstige overtreding van Adam en Eva werden ze uit het paradijs verdreven (Gen. 3:24). Uiteindelijk stierven Adam en Eva op hoge leeftijd. Satan (als slang – zie Op. 12:9) zaaide dus eerst twijfel en sprak vervolgens leugens tegen Eva. God zei vervolgens ‘dat de mens nu geworden is als één van Ons, goed en kwaad kennend (Gen. 3:22)’. Jezus gaf eens een helder antwoord betreffende Satan aan de huichelachtige Farizeeën:
(Johannes 8:44) 44 U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.
Net zoals dat het geval was bij Adam en Eva, heeft Satan de begeerte (Joh. 8:44) om de relatie tussen God en de hele mensenwereld te verstoren en om de mensenwereld te misleiden.
Kaïn, het eerste kind van Adam en Eva, werd beïnvloed door Satan en luisterde naar hem. Hij doodde zijn rechtvaardige broer Abel (Gen. 4:8):
(1 Johannes 3:11-12) 11 Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben; 12 niet zoals Kaïn: hij was uit de boze en sloeg zijn broer dood….
Kaïn was een kind van Satan geworden, zoals nu ook veel kinderen van Satan in de wereld werkzaam zijn.
De ongehoorzaamheid en opstandigheid tegen God
Satan zette aan tot opstandigheid tegen God, vervreemding van God, een staat van zonde. De lichamen van de eerste mensen zouden eeuwig jong blijven door van de boom des Levens te eten, maar nu zou hun lichaam verouderen en uiteindelijk sterven. Ze ontdekten in hun trieste ervaring wat voor mooi en zegenrijk leven ze hadden verloren waar ze eeuwig van hadden kunnen genieten, en wat voor kwaad ze zichzelf (en hun nageslacht) hadden aangedaan. Na het eten van de verboden vrucht werd hun leven niet meer hetzelfde. Het resultaat kwam niet overeen met het voordeel dat ze hadden verwacht. Hun leven was wél drastisch veranderd. Ze moesten verder met schaamte voor hun naaktheid, met een schuldgevoel dat zij voorheen niet hadden (Gen. 2:25). Hun manier van leven werd echter in alle opzichten zwaarder en moeilijker (Gen. 3:16-19). Sindsdien wordt de wereld geplaagd door kwaadaardigheid, zonde, lijden, ziekte, en als belangrijkste zouden alle nakomelingen van Adam en Eva net als zij moeten sterven.
Is de keuze van Adam en Eva hen aan te rekenen?
Zonder meer, ze hadden een vrije wil en ze waren uitdrukkelijk gewaarschuwd.
Maar het is Satan nog veel meer aan te rekenen, hij wist nog veel beter wat er stond te gebeuren.
Hij vertoefde al heel lang in Gods aanwezigheid, en wist precies wie onze Schepper was.
Daarbij is het egocentrische aanbidding, wat Satan wil. Hij wil zich volgens Jesaja gelijkstellen met de almachtige God (YHWH) en zich verheffen boven de Zoon van God:
(Jesaja 14:12-14) 12 Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken! 13 En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. 14 Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste.
Alhoewel Satan een geestelijk wezen is, zal vernietiging uiteindelijk zijn deel zijn:
(Openbaring 20:10) 10 En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.
Wat betekent het om naar volmaaktheid te streven?
God is altijd perfekt geweest en zal blijvend perfekt of volmaakt zijn. Alle engelen en mensen kunnen alleen volmaaktheid bereiken of vasthouden door afstemming op God.
God houdt alles bij elkaar. Als God ons tijdelijk loslaat (om ons te beproeven) voor ons gedrag, kunnen we verkeerde keuzes maken:
(1 Johannes 2:15-17) 15 Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. 16 Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. 17 En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.
Kennis van deze wereld is zeker niet de kennis en wijsheid van God:
(Kolossenzen 1:9-10) 9 Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, 10 zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God,….
Waarom komt op de nieuwe aarde de boom des Levens wel terug, maar niet de boom van de Kennis van goed en kwaad?
De boom des Levens zal weer aanwezig zijn op de Nieuwe Aarde, dichtbij het Nieuwe Jeruzalem:
(Openbaring 2:7) 7 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.
(Openbaring 22:2) 2 In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken….
Waarom de andere boom niet? Omdat de mensen dan uiteindelijk volmaaktheid hebben bereikt en de dood (Hades) in het vuur is geworpen. Jezus offer is dan (voor kwaaddoeners) niet meer van toepassing:
(Openbaring 20:14) 14 En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood.
Net zoals de eerste mensen zullen degenen met een herkansing na 1000 jaar op de Nieuwe Aarde opnieuw ‘de keuze’ hebben (zie Boek: De Erfgenamen – update). Goddeloosheid zal niet meer worden getolereerd en deze mensen zullen niet van de boom des Levens mogen eten:
(Openbaring 22:14) 14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.
Tot slot
Door alle eeuwen heen is er voor Christenen steeds dezelfde keuze geweest.
Uit vrije wil in kiezen voor uw Schepper of kiezen voor Gods tegenstander.
Want hoe is uw hart gevuld? Het is een heel belangrijke status, met welke zaken uw hart is gevuld, want dat bepaalt mede het maken van keuzes. Met goedheid, met een standvastig geloof? Of is uw hart gevuld met leugens? Wat leugens betreft, Christenen spreken nooit leugens, wat volgens de Schrift ‘uit de boze is’. Ons ja betekent ja en ons nee betekent nee:
(Mattheüs 5:37) 37 maar laat uw woord ja ja zijn en uw nee nee; wat hierboven uitgaat, is uit de boze.
Bereid u voor om onder verdrukking altijd een standpunt van geloof in te nemen. Laat u – in tegenstelling tot de eerste mensen – niet misleiden door Satan en kies uit vrije wil altijd voor uw Schepper en Zijn Zoon.