HerzSt (Mattheüs 12:41) 41 De mannen van Ninevé zullen opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona; en zie, meer dan Jona is hier!
———————————————————————————————————
De belevenissen van Jona – zoals opgeschreven in het boek Jona – gaan veel verder dan vluchten voor een opdracht van God of een verblijf van 3 dagen in een grote vis.
Via dit boek wilde God ons iets laten zien van de toekomst, van de bekering van mensen.
Het boek Jona geeft daarom ook inzicht in de tijd, waarin we nu beland zijn.
Maar eerst zullen we beginnen met de aanloop van de belevenissen van Jona.
Wat er gebeurde na de wereldwijde watervloed
De slechtheid van de mensen in Noachs dagen bedroefde God in Zijn hart. (Gen. 6:5-8) Omdat God hen dat vroeg, gingen Noach en zijn 3 zonen Sem, Cham en Jafeth samen met hun vrouwen in de ark:
HerzSt (Genesis 7:13) 13 Op diezelfde dag gingen Noach en Sem, Cham en Jafeth, de zonen van Noach, en ook Noachs vrouw en de drie vrouwen van zijn zonen met hen in de ark,
Cusj, een zoon van Cham, verwekte Nimrod:
HerzSt (Genesis 10:8-12) 8 En Cusj verwekte Nimrod; die begon een geweldenaar op de aarde te worden. 9 Hij was een geweldig jager voor het aangezicht van de HEERE; daarom wordt gezegd: Als Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht van de HEERE. 10 Het begin van zijn koninkrijk bestond uit Babel, Erech, Akkad en Kalne in het land Sinear. 11 Uit dit land is Assur weggegaan en hij bouwde Ninevé, Rehoboth-Ir, Kalach 12 en Resen, tussen Ninevé en Kalach; dat is de grote stad.
De joodse historicus Flavius Josephus schreef het volgende: ‘Assur woonde in de stad Nineve en noemde zijn onderdanen Assyriërs’ (Antiquities, i, vi, 4)
Thema; De Assyrische wereldmacht en wat het verslag voor ons in deze tijd betekent.
De belegering van het tienstammenrijk Israël
Na de dood van koning Salomo werd de Joodse natie gesplitst en ontstonden er twee koninkrijken, het zuidelijke 2 stammen rijk Juda en het noordelijke 10 stammen rijk Israël.
Samaria, de stad, was de hoofdstad van het noordelijke koninkrijk Israël. Het was ook de naam voor het gebied of het land om de hoofdstad, zoals ook Galilea tot het koninkrijk Israël behoorde.
Jerobeam II, koning van het tienstammenrijk Israël
Syrië (Aram) had grote delen van het noordelijke 10 stammen rijk Israël overwonnen.
De koning van Israël Jerobeam II verdreef de Syriërs uit Israël.
Maar ook Assyrië met zijn hoofdstad Ninevé vormde een bedreiging voor Israël.
HerzSt (2 Koningen 14:23-25) 23 In het vijftiende jaar van Amazia, de zoon van Joas, de koning van Juda, werd in Samaria koning: Jerobeam, de zoon van Joas, de koning over Israël, en hij regeerde eenenveertig jaar. 24 Hij deed wat slecht was in de ogen van de HEERE: hij week niet af van alle zonden van Jerobeam, de zoon van Nebat, die Israël deed zondigen. 25 Hij bracht ook het gebied van Israël van Lebo-Hamath tot de zee van de Vlakte aan Israël terug, overeenkomstig het woord van de HEERE, de God van Israël, dat Hij gesproken had door de dienst van Zijn dienaar Jona, de zoon van Amitthai, de profeet uit Gath-Hefer.
Jona wordt in bovenstaande Schriftplaats genoemd als een profeet van God uit Gath-Hefer.
Het noordelijke tienstammenrijk Israël (met zijn goddeloze koningen) met Samaria als hoofdstad werd volledig ingenomen door Assyrië (2 Koningen 17:6) en er werden vele bewoners gedeporteerd uit het land Samaria. Weer later werden er nieuwe bewoners uit andere landen naar de steden van Samaria gezonden. (2 Koningen 17:24)
Ninevé, de grote stad
Ninevé was een van de oudste en grootste steden uit de oudheid en lag aan de oostelijke oever van de Tigris. Mosul ligt er tegenover aan de westelijke oever van de Tigris in Noord-Irak.
Tegenwoordig worden beide zijden van de oever Mosul genoemd.
Ninevé was tijdens koning Sanherib van +/- 700 tot 610 v.Chr. de hoofdstad van Assyrië. (Jona 3:6)
Een groot deel van het Midden Oosten was in handen van het Assyrische rijk. Assyrië wordt ook wel Noord-Mesopotamië genoemd en Babylon wordt dan Zuid-Mesopotamië genoemd.
Ninevé (rechts op kaart) – Wikipedia Assyrische rijk – Wikimedia
De stad Ninevé lag op een kruispunt van belangrijke karavaan-routes en was een zeer grote stad met een oppervlakte van 750 ha. Ninevé had destijds meer dan 120.000 inwoners en veel vee.(Jona 4:11)
Het was een heerlijke veilige plek om te verblijven met ruime pleinen en wegen, prachtige versierde paleizen en gebouwen, waterpartijen zoals vijvers (Nahum 2:8), aquaducten, irrigatiekanalen, prachtig beeldhouwwerk en (hangende) tuinen.
De stad was zwaar ommuurd en leek met zijn zware bewaking en met het grote leger onneembaar.
Ninevé had een hoog ontwikkelde cultuur met gebakken kleitabletten met spijkerschrift.
Maar het was ook de stad van de afgoden zoals de maangod Sin en de Mesopotamische moedergodin Isjtar, de godin van de vruchtbaarheid, met al de bijbehorende tempels.
Nineveh – Mashki Gate – Wikipedia Nineveh – Flood Tablet – Wikimedia
Nineveh – Wikimedia KUYUNJIK – Wikimedia
De opdracht van Jona
Het boek Jona begint ongeveer 800 v.Chr.
Jona, de zoon van Amitthai, kwam dus uit de plaats Gath-Hefer (2 Kon. 14:25) in de buurt van Nazareth in Gallilea (in het tienstammenrijk Israël).
Ninevé stond bekend om zijn meedogenloze wreedheden en om zijn rooftochten.
Het werd om die reden een bloedstad genoemd. (Nahum 3:1)
En precies daar moest de Hebreeër Jona gaan prediken van God.
Hij had angst voor de bewoners van die oorlogszuchtige wereldstad en vluchtte weg:
HerzSt (Jona 1:1-4) 1 Het woord van de HEERE kwam tot Jona, de zoon van Amitthai: 2 Sta op, ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar, want hun kwaad is opgestegen voor Mijn aangezicht. 3 Maar Jona stond op om naar Tarsis te vluchten, weg van het aangezicht van de HEERE. Hij daalde af naar Jafo en vond een schip dat naar Tarsis ging. Hij betaalde de prijs voor de overtocht en daalde af in het schip om met hen mee te gaan naar Tarsis, weg van het aangezicht van de HEERE. 4 Maar de HEERE wierp een hevige wind op de zee; er ontstond een zware storm op de zee, zodat het schip dreigde te breken.
De havenstad Jafo of Yafo uit het oude testament is Joppe in het nieuwe testament.
De stad ligt aan de kust maar heet tegenwoordig Jaffa en is een voorstad van Tel Aviv.
Tarsis of Tartessos was waarschijnlijk een Fenicische havenstad in Zuid-Spanje, een handelspost.
Fenicië was een handelsnatie van zeevaarders en bestreek het gebied wat nu ongeveer Libanon is.
Tijdens de vlucht van Jona ontstond er een zware storm op zee, zodat het schip dreigde te breken.
Jona verbleef in het ruim en was in een diepe slaap verzonken.
De zeelui wekten hem en hij vertelde hen dat hij gevlucht was voor zijn God YHWH.
Jona bood aan dat ze hem maar in de zee moesten werpen om de zee te laten kalmeren: (Jona 1:12)
HerzSt (Jona 1:15-17) 15 Daarop pakten zij Jona op en wierpen hem in de zee. En de woedende zee kwam tot bedaren. 16 Toen werden de mannen zeer bevreesd voor de HEERE; zij brachten de HEERE een slachtoffer en legden geloften af. 17 En de HEERE beschikte een grote vis om Jona op te slokken. Jona was drie dagen en drie nachten in het binnenste van de vis.
Tijdens zijn verblijf in de grote vis kreeg Jona echter inzicht en berouw en ging in gebed:
HerzSt (Jona 2:9-10) 9 Maar ik (Jona), met dankzegging zal ik U offers brengen; wat ik beloofd heb, zal ik nakomen. Het heil is van de HEERE! 10 Toen sprak de HEERE tot de vis, en hij spuwde Jona uit op het droge.
Opnieuw kreeg Jona de opdracht om in Ninevé te gaan prediken en ging hij wel zoals hij had beloofd:
HerzSt (Jona 3:2-7) 2 Sta op, ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar de prediking die Ik tot u spreek. 3 Toen stond Jona op en ging naar Ninevé, overeenkomstig het woord van de HEERE. Ninevé was een geweldig grote stad, van drie dagreizen doorsnee. 4 En Jona begon de stad in te gaan, één dagreis. Hij predikte en zei: Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd! 5 De mensen van Ninevé geloofden in God. Zij riepen een vasten uit en trokken rouwgewaden aan, van de grootste tot de kleinste onder hen. 6 Toen dat woord de koning van Ninevé bereikte, stond hij op van zijn troon, legde zijn staatsiegewaad af, hulde zich in een rouwgewaad en ging in het stof zitten. 7 En in Ninevé werd op bevel van de koning en zijn rijksgroten omgeroepen: Mens en dier, runderen en schapen, mogen niets eten, niet grazen en geen water drinken.
Veertig wordt in de Bijbel gebruikt als het getal van een Goddelijk oordeel of Goddelijke beproeving.
Het gaat altijd om een belangrijke gebeurtenis.
Zoals de 40 dagen watervloed, het verblijf 40 jaar van de Israëlieten in de woestijn (Num. 14:33), 40 dagen op de zij liggen van Ezechiël voor de ongerechtigheid van Jeruzalem (Eze. 4:6) , de 40 dagen van beproeving en bezinning van Mozes (Ex. 24:18), Elia (1 Kon. 19:8) en Jezus (Matt. 4:2).
Jona predikte: “Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd!“
De bewoners van Ninevé werden beproefd, maar zij geloofden de God van Jona en toonden allen, inclusief hun koning, diep berouw. Ze gingen vasten en trokken rouwkleding aan:
HerzSt (Jona 3:10) 10 Toen zag God wat zij deden, dat zij zich bekeerden van hun slechte weg. En God kreeg berouw over het kwade dat Hij gezegd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.
Jona had zeker verwacht dat de Ninevieten gestraft zouden worden en werd boos:
HerzSt (Jona 4:1-3) 1 Dit was volstrekt kwalijk in de ogen van Jona en hij ontstak in woede. 2 Hij bad tot de HEERE en zei: Och HEERE, waren dit mijn woorden niet toen ik nog in mijn eigen land was? Daarom ben ik het voor geweest door naar Tarsis te vluchten! Want ik wist dat U een genadig en barmhartig God bent, geduldig en rijk aan goedertierenheid, Die berouw heeft over het kwaad. 3 Nu dan, HEERE, neem toch mijn leven van mij weg; het is immers voor mij beter te sterven dan te leven.
Jona bad een verongelijkt gebed. Hij begreep het niet en wilde nog liever sterven dan blij te zijn voor de berouwvolle Ninevieten. Vervolgens verliet Jona mokkend de stad en ging ten oosten van de stad zitten om te zien wat er nu precies (na die 40 dagen) allemaal zou gebeuren met Ninevé:
HerzSt (Jona 4:6-8) 6 En de HEERE God beschikte een wonderboom en liet hem boven Jona opschieten, zodat er schaduw zou zijn boven zijn hoofd, om hem te bevrijden van zijn kwelling. Jona was erg blij met de wonderboom. 7 De volgende dag beschikte God bij het aanbreken van de dageraad een worm, die de wonderboom stak, zodat hij verdorde. 8 En het gebeurde, toen de zon opging, dat God een verzengende oostenwind beschikte. En de zon stak op het hoofd van Jona, zodat hij geheel uitgeput raakte. Hij verlangde ernaar te sterven en zei toen: Het is voor mij beter te sterven dan te leven.
Mogelijk wordt met deze plant of wonderboom een fleskalebas of anders een ricinusboom bedoeld.
Jona zoekt beschutting – Wikimedia
Maar God liet de plant of boom verwelken en Jona was verongelijkt omdat hij in de brandende zon zat en opnieuw wilde hij liever sterven.
God corrigeerde Jona over zijn onbarmhartige en zelfzuchtige gedachten en legde hem uit dat deze plant hem had ontzien voor de zon waar hij niets voor had hoeven doen. Zou God dan ook niet de berouwvolle bewoners van Ninevé ontzien?
HerzSt (Jona 4:11) 11 Zou Ík dan die grote stad Ninevé niet ontzien, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn die het verschil tussen hun rechter- en hun linkerhand niet weten, en daarbij veel vee?
Jona was een profeet van YHWH en had zijn oordeelsboodschap uitgesproken over de stad Ninevé. Maar YHWH is een God voor zowel de Joden als voor de heidenen. Het sparen van de berouwvolle Ninevieten was een teken van liefde van God voor de bekeerde heidenen:
HerzSt (Ezechiël 18:23, 27) 23 Zou Ik werkelijk behagen scheppen in de dood van de goddeloze? spreekt de Heere HEERE (YHWH). Is het niet, wanneer hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij zal leven?…..27 Maar als een goddeloze zich bekeert van zijn goddeloosheid, die hij gedaan heeft, en recht en gerechtigheid doet, zal hij zijn ziel in het leven behouden.
Het teken van Jezus vergeleken met het teken van Jona
Jezus beschouwde de Schriftgeleerden en Farizeeën als overspelig door hun goddeloos gedrag naar hun Schepper toe. Alleen het teken van Jona zou Jezus hen laten zien, drie dagen en nachten in Sjeool. Voor Jona was de buik van de grote vis ook het graf of Sjeool: (Jona 2:2-7)
HerzSt (Mattheüs 12:38-40) 38 Toen antwoordden sommigen van de Schriftgeleerden en Farizeeën: Meester, wij zouden van U een teken willen zien. 39 Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Een verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, de profeet. 40 Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn.
Vervolgens zegt Jezus iets opmerkelijks over het geslacht van Ninevé in de dagen van Jona:
HerzSt (Mattheüs 12:41) 41 De mannen van Ninevé zullen opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona; en zie, meer dan Jona is hier! (zie hiervoor ook Lukas 11:30-32)
In het oordeel zal het Joodse geslacht dat in Jezus dagen leefde veroordeeld worden, ook door de bekeerde Ninevieten. Het bekeerde geslacht van Ninevieten zal een gunstig oordeel ontvangen.
Het Joodse geslacht heeft destijds meer dan Jona verworpen. Zij hebben Gods gezonden Zoon verworpen en daarmee ook de Vader verworpen. Hun oordeel zal zwaar wegen:
HerzSt (1 Johannes 2:23) 23 Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet.
HerzSt (Mattheüs 5:20) 20 Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de Schriftgeleerden en de Farizeeën, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.
HerzSt (Mattheüs 8:11-12) 11 Maar Ik zeg u dat er velen zullen komen van oost en west en zij zullen aan tafel gaan met Abraham, Izak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen, 12 en de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis;…
De afval van de Ninevieten
Sinds de bekering van de bewoners van Ninevé rond 800 v.Chr. door Jona waren er +/- 60 jaar lang geen rooftochten. Met de Assyrische koning Tiglath-Pileser III kwam de afval van YHWH en kwamen de rooftochten weer terug. Assyrië werd weer een veroveringsmacht.
Koning Tiglath-Pileser III van Assyrië regeerde van ongeveer 744 v.Chr. tot 727 v.Chr.
Koning Pekah van Israël regeerde van ongeveer 737 v.Chr. tot 732 v.Chr.:
HerzSt (2 Koningen 15:29) 29 In de dagen van Pekah, de koning van Israël, kwam Tiglath-Pileser, de koning van Assyrië, en nam Ijon in, en ook Abel-Beth-Maächa, Janoah, Kedes, Hazor, Gilead, Galilea en het hele land van Naftali; en hij voerde de inwoners weg naar Assyrië.
Koning Hizkia van Juda was een koning die op God vertrouwde en had regelmatig contact met de profeet Jesaja. Ook Micha en Hosea waren profeten in Hizkia’s dagen.
Hij regeerde van ongeveer 715 v.Chr. tot 687 v.Chr.
Juda was in die dagen een vazal-koninkrijk van Assyrië:
HerzSt (2 Koningen 18:5,7,13) 5 Hij (Hizkia) vertrouwde op de HEERE, de God van Israël, zodat er na hem zijns gelijke niet was onder alle koningen van Juda, en ook niet onder hen die er vóór hem geweest waren….. 7 De HEERE was met hem. Overal waarheen hij uittrok, handelde hij verstandig. Bovendien kwam hij in opstand tegen de koning van Assyrië en diende hem niet meer….13 In het veertiende jaar van koning Hizkia trok Sanherib, de koning van Assyrië, op tegen alle versterkte steden van Juda en nam ze in.
De belegering van Jeruzalem en het neerslaan van het leger van Assyrië
Koning Hizkia van Juda wilde geen vazal-koning meer zijn van Assyrië en schatting betalen.
De toenmalige koning Sanherib van Assyrië (die regeerde van ongeveer 705 v.Chr. tot 681 v.Chr.) wilde na de opstand van Hizkia ook Juda met de hoofdstad Jeruzalem innemen:
HerzSt (2 Koningen 18:28-30) 28 En de (Assyrische) commandant stelde zich op, riep met luide stem in het Judees, en hij sprak en zei: Luister naar de woorden van de grote koning, de koning van Assyrië! 29 Dit zegt de koning: Laat Hizkia u niet bedriegen, want hij zal u niet uit zijn hand kunnen redden. 30 Laat Hizkia u ook niet doen vertrouwen op de HEERE door te zeggen: De HEERE zal ons zeker redden, en deze stad zal niet gegeven worden in de hand van de koning van Assyrië.
Hizkia ging in gebed voor het aangezicht van de hemelse God YHWH:
HerzSt (2 Koningen 19:19-20) 19 Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons toch uit zijn hand. Dan zullen alle koninkrijken van de aarde weten dat U, HEERE, alleen God bent. 20 Toen stuurde Jesaja, de zoon van Amoz, deze boodschap naar Hizkia: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Wat u tot Mij gebeden hebt met betrekking tot Sanherib, de koning van Assyrië, heb Ik gehoord.
Louvre museum – Ninive Chars Assyriens
Hizkia moedigde de Joodse bevolking in Jeruzalem aan om op hun God te vertrouwen:
HerzSt (2 Kronieken 32:7-8) 7 Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en niet ontsteld vanwege de koning van Assyrië, en ook niet vanwege heel de troepenmacht die met hem is, want met ons is er meer dan met hem. 8 Met hem is een vleselijke arm, maar met ons is de HEERE, onze God, om ons te helpen en onze oorlogen te voeren. En het volk steunde op de woorden van Hizkia, de koning van Juda.
De profeet Jesaja stuurde de volgende profetie naar Hizkia:
HerzSt (2 Koningen 19:32-34) 32 Daarom, zo zegt de HEERE over de koning van Assyrië: Hij zal deze stad niet binnenkomen, daar geen pijl in schieten, haar met geen schild tegemoetkomen, en tegen haar geen belegeringsdam opwerpen. 33 Langs de weg waarover hij gekomen is, zal hij terugkeren, maar deze stad zal hij niet binnenkomen, spreekt de HEERE. 34 Want Ik zal deze stad beschermen door haar te verlossen, omwille van Mijzelf en omwille van David, Mijn dienaar.
Omwille van David, daar komen we verderop in het artikel op terug.
In die nacht sloeg de engel van de Heer 185.000 Assyriërs neer:
HerzSt (2 Koningen 19:35-37) 35 Het gebeurde in diezelfde nacht dat de engel van de HEERE ten strijde trok en in het leger van Assyrië honderdvijfentachtigduizend man neersloeg. Toen men de volgende morgen vroeg opstond, zie, het waren allemaal dode lichamen. 36 Daarop brak Sanherib, de koning van Assyrië, op. Hij trok weg en keerde naar zijn land terug; en hij bleef in Ninevé. 37 Het gebeurde nu, toen hij zich in het huis van Nisroch, zijn god, neerboog, dat Adrammelech en Sarezer, zijn zonen, hem met het zwaard doodden…..
In Jesaja 10:5-6, Zefanja 2:12-15 en Nahum 1:12-14 , 2:1-13 , 3:1-7 worden de ondergang van Assyrië en verwoesting van Ninevé geprofeteerd.
Door voornamelijk de Meden en Babyloniërs werd Ninevé rond 612 v.Chr. veroverd.
Na Assyrië werd Babylon de nieuwe wereldmacht waar het Joodse volk mee te maken had.
Omwille van Mijzelf en omwille van David, Mijn dienaar
HerzSt (2 Koningen 19:34) 34 Want Ik zal deze stad (Jeruzalem) beschermen door haar te verlossen, omwille van Mijzelf en omwille van David, Mijn dienaar.
In die nacht sloeg de engel van de Heer 185.000 Assyrische mannen neer.
Zoals voorzegd in het Oude Testament (Zie: 1. Vredevorst https://www.dojc.nl/?p=7081 ) zal Jezus de Vredevorst zijn in Gods koninkrijk op de nieuwe aarde:
HerzSt (Jeremia 33:15) 15 In die dagen en in die tijd zal Ik voor David een SPRUIT van gerechtigheid doen opkomen. Hij zal recht en gerechtigheid doen op aarde.
HerzSt (Ezechiël 37:24) 24 En Mijn Knecht David zal Koning over hen zijn…..
HerzSt (Openbaring 22:16) 16 Ik, Jezus,….Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David,…
Wanneer David – de Vredevorst Jezus – zal regeren, zal iets vergelijkbaars gebeuren. Dan zal de aanval van Gog en Magog (Gods tegenstanders) op Jeruzalem plaatsvinden. In de herkansing na 1000 jaar zullen velen weer Satan’s zijde kiezen. (Eze. 38:10-16) (Op. 20:8-9)
(Voor Gog en Magog zie: 9. De visioenen van Ezechiël https://www.dojc.nl/?p=3554 )
God (YHWH) heeft Zijn woord gegeven dat het Nieuwe Jeruzalem beschermd zal worden.
Tot slot:
Zoals Jona boos werd toen de bewoners van Ninevé berouw toonden, zo moeten we niet teleurgesteld worden als de zaken anders lopen als dat we verwachten.
Jona had Goddelijk ingrijpen verwacht en geen Goddelijke liefde voor heidenen.
Als anderen – mensen met een bedenkelijke reputatie – zich bekeren, moeten ook wij verheugd zijn:
HerzSt (Lukas 15:7) 7 Ik zeg u dat er evenzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die de bekering niet nodig hebben.
Wij zijn dringend gevraagd ons uiterste best te doen om, in de voetsporen van Jona en vooral van Jezus, zondaars te waarschuwen zodat zij zich willen bekeren:
HerzSt (Ezechiël 33:8-9) 8 Als Ik tegen de goddeloze zeg: Goddeloze, u zult zeker sterven, en u hebt niet gesproken om de goddeloze te waarschuwen voor zijn weg, dan zal die goddeloze in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen. 9 Maar wat u aangaat, als u de goddeloze voor zijn weg gewaarschuwd hebt om hem daarvan te bekeren en hij zich niet van zijn weg bekeert, dan zal híj in zijn ongerechtigheid sterven, maar ú hebt uw leven gered.
De afval van Ninevé is ook een afbeelding van de vernietiging van de huidige Christelijke afvalligen.
Dat was ook zo voor de bewoners in Ninevé na +/- 60 jaar, nadat ze zich bekeerd hadden.
In Jesaja 10:5-6, wordt de ondergang en vernietiging van Assyrië door God voorzegd:
HerzSt (Jesaja 10:5-6) 5 Wee Assyrië, de roede van Mijn toorn; en Mijn gramschap is een stok in hun hand. 6 Op een huichelachtig volk zal Ik hem afsturen; tegen het volk waarop Ik verbolgen ben, zal Ik hem bevel geven om roof te plegen, om buit te roven, en om het te vertrappen als slijk op straat.
Zoals God de verdorven mensen op aarde vernietigde met een watervloed, op een soortgelijke wijze zullen de afvalligen en goddelozen vernietigd worden op de laatste dag:
HerzSt (Genesis 6:11-13) 11 Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht en de aarde was vol met geweld. 12 Toen zag God de aarde, en zie, zij was verdorven; want alle vlees had een verdorven levenswandel op de aarde. 13 Daarom zei God tegen Noach: Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen, want de aarde is door hen vervuld met geweld; en zie, Ik ga hen met de aarde te gronde richten.
HerzSt (Openbaring 19:15) 15 En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenvolken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God.
Gods geduld en goedheid betreffende goddeloze mensen zijn niet onbegrensd:
HerzSt (Psalm 37:10-11) 10 Nog even, en de goddeloze zal er niet meer zijn; u zult op zijn plaats letten, maar hij zal er niet wezen. 11 Maar de zachtmoedigen zullen de aarde bezitten en vreugde scheppen in grote vrede.
Voor Christenen betekent Gods dag een einde aan goddeloosheid, een dag van bevrijding:
HerzSt (Micha 7:4-7) 4 ….De dag van uw wachters is gekomen, de dag van uw vergelding. Nu zal er bij hen ontreddering zijn. 5 Geloof een vriend niet, vertrouw niet op een huisvriend, bewaak de deuren van uw mond voor haar die in uw schoot ligt. 6 Want de zoon maakt de vader te schande, de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder: iemands vijanden zijn zijn eigen huisgenoten. 7 Zelf zal ik echter uitzien naar de HEERE, ik zal wachten op de God van mijn heil. Mijn God zal mij horen.