Als de Antichrist komt – deel 1.pdf
(Hebreeën 5:10) 10 Door God is Hij (Jezus) Hogepriester genoemd naar de ordening van Melchizedek.
Twijfel niet en laat het geloof in onze Koning en Hogepriester Jezus nooit los.
Een uitleg aan de hand van het boek Hebreeën (alle aanhalingen uit de Herz. Statenvertaling)
———————————————————————————————————
Laat u niet door twijfel overwinnen als de omstandigheden moeilijker worden.
De Hebreeuwse Christenen werden door het Joodse volk verguisd en enkelen verzwakten.
Ook in deze tijd breekt weer een soortgelijke periode aan, de periode van de Antichrist.
Als er wereldwijde calamiteiten komen en de staat van beleg van kracht wordt volgen de veranderingen zeer snel. Ook de geplande nieuwe tempel in Jeruzalem.
Zie voor deze geplande tempel: 7. Net als Jezus satans wereld overwinnen. Hoe kunnen we dat?
Dan komt het voorzegde vertoon van de Antichrist als hogepriester en koning, als een God:
(2 Thessalonicenzen 2:3-4) 3 Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, 4 de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet.
Het thema van dit artikel is; De voorbereiding op de komst van de Antichrist, de grootsheid en heerlijkheid van Jezus onderscheiden.
Een soortgelijke tempel als onderstaande afbeelding zal herbouwd worden in Jeruzalem;Na de dood van Stefanus werden de Joodse Christenen in Judea door Herodes hevig vervolgd met de dood van de apostel Jacobus tot gevolg en Petrus die gevangen genomen werd (Hand. 12:1-5).
De tempel in Jeruzalem was in die dagen nog in gebruik. De apostelen bleven in Jeruzalem en sterkten de plaatselijke gemeenten. Waarschijnlijk is de brief aan de Hebreeën door Paulus geschreven gedurende zijn gevangenneming in Rome:
(Hebreeën 13:24) 24 De broeders uit Italië groeten u.
(Handelingen 28:16) En toen wij in Rome aangekomen waren, droeg de hoofdman de gevangenen over aan de overste van het leger, maar aan Paulus werd toegestaan op zichzelf te wonen met de soldaat die hem bewaakte.
Veel Joden in Judea waren Christenen geworden nadat de hevigste vervolging voorbij was, maar ze moesten nog leren te volharden onder beproeving:
(Hebreeën 12:4) 4 U hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in uw strijd tegen de zonde.
In die dagen gingen de Joden in Judea ieder jaar naar Jeruzalem om het Pesach te vieren, om een mannelijk lam te laten slachten in de tempel.
Dat zagen de Hebreeuwse Christenen in Judea ieder jaar om zich heen gebeuren.
Ook waren de Joodse Christenen in Judea scherp op Jezus woorden van het walgelijk ding dat verwoesting veroorzaakt (Markus 13:14). Zij moesten van Jezus waakzaam zijn, kort voor de vernietiging van de tempel (Lukas 21:20-21) om te vluchten wanneer dat nodig was.
Datzelfde geldt ook voor Christenen in deze tijd. Ook wij moeten waakzaam zijn voor het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt, ons beschermen voor de aanbidding van Satan. (zie 3. Jongeren)
Jezus vond Zijn discipelen onder de meest gewone Joden, onder de arme mensen, de kreupelen, bedelaars en belastinginners. Hij vond er maar weinig onder de tempeldienaren en Joodse leiders. Zelfs Zijn eigen gezinsleden reageerden in eerste instantie niet meteen goed:
(Markus 3:32-35) 32 ….en ze zeiden tegen Hem: Zie, Uw moeder en Uw broers daarbuiten zoeken U. 33 En Hij antwoordde hun en zei: Wie is Mijn moeder, of wie zijn Mijn broers? 34 En terwijl Hij rondom Zich keek naar hen die om Hem heen zaten, zei Hij: Zie, Mijn moeder en Mijn broeders; 35 want wie de wil van God doet, die is Mijn broeder en Mijn zuster en Mijn moeder.
Zoals de Hebreeuwse Christenen de invloed van het Joodse priesterschap met hun tempel gescheiden moesten houden, zo moeten Christenen nu de invloed van een nieuw Talmoed Joods priesterschap met hun nieuwe tempel gescheiden houden van het ware geloof in Christus woorden:
(Johannes 15:14) 14 U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied.
(2 Korinthe 5:17) 17 Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.
We leven in de tijd dat de zoon van het verderf, de Antichrist, zich spoedig zal manifesteren.
Standvastigheid als Christen begint met een onwankelbare geloof in Jezus daden en woorden, in dankbaarheid dat Jezus ons ‘leven’ heeft gegeven.
Paulus verteld in de Hebreeën brief in een notendop waarom we Jezus zo hoog moeten achten.
De heerlijkheid van Jezus in de hemel
Hebreeën hoofdstuk 1
De Zoon van God, de Woordvoerder, heeft de gehele schepping in samenspraak met Zijn Vader geschapen:
(Hebreeën 1:1-2) 1Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon, 2 Die Hij Erfgenaam gemaakt heeft van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft.
(Kolossenzen 1:16) 16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen.
We kunnen er dus zeker van zijn, dat de Vredevorst de Erfgenaam is van de hele schepping.
Engelen worden in de Schrift als Gods zonen aangeduid (Gen. 6:2), maar Jezus is de enige werkelijke verwekte en dus waarlijke Zoon van God. Jezus straalt Gods heerlijkheid uit.
Jezus is als eerstgeborene van puur Goddelijke oorsprong, heel lang geleden vóór de grondlegging van de wereld (Joh. 17:24) :
(Hebreeën 1:3-5) 3 Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen. 4 Hij is zoveel meer geworden dan de engelen als de Naam die Hij als erfdeel ontvangen heeft, voortreffelijker is dan die van hen.5 Want tegen wie van de engelen heeft God ooit gezegd: U bent Mijn Zoon, heden heb Ik U verwekt? En verder: Ik zal voor Hem tot een Vader zijn, en Hij zal voor Mij tot een Zoon zijn?
(Johannes 14:9) 9 Jezus zei tegen hem: Ben Ik zo’n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien?
Jezus is als Eerstgeborene het zichtbare Beeld (of afbeelding) van de onzichtbare God (YHWH):
(Hebreeën 1:6) 6 En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem aanbidden.
(Kolossenzen 1:15) 15 Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping.
De engelen worden gemaand Jezus te erkennen en te eren.
Feitelijk is Jezus hiermee aan God gelijk. Toch heeft Jezus zich nooit gelijk gesteld aan God (YHWH), maar de Vader steeds verhoogd (‘Vader in de hemel, Uw naam worde geheiligd’ Lukas 11:2).
In Jesaja 9:5 staat over Jezus geschreven: Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
Ook in Hebreeën 1:8 (en Psalm 45) wordt de Vredekoning Jezus beschreven als ‘God’, Gr. Theos.
De aanduiding ‘God’ moet echter niet verward worden met de almachtige God (YHWH).
Jezus ontvangt de eeuwige troon met de scepter of staf van het rechtvaardige Koninkrijk:
(Hebreeën 1:7-9) 7 En van de engelen zegt Hij weliswaar: Die Zijn engelen maakt tot geesten en Zijn dienaren tot een vuurvlam, 8 maar tegen de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht. 9 U hebt gerechtigheid lief en haat ongerechtigheid. Daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen. (Zie ook Psalm 45:7-8)
De huidige hemel en aarde zullen voorbijgaan en nieuw gemaakt worden:
(Hebreeën 1:10-12) 10 En: In het begin hebt U, Heere, de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn de werken van Uw handen. 11 Die zullen vergaan, maar U blijft altijd. En ze zullen alle verslijten als een gewaad, 12 en als een mantel zult U ze oprollen en ze zullen verwisseld worden; maar U bent Dezelfde en Uw jaren zullen niet ophouden. (Zie ook Psalm 102:26-27)
(Mattheüs 24:35) 35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.
De kosmische planeet aarde zelf zal blijven functioneren als drager van een ‘nieuwe’ mantel of gewaad. Het enige wat verwisseld wordt, is de bovenlaag:
(Jesaja 51:6) 6 Sla uw ogen op naar de hemel en aanschouw de aarde beneden, want de hemel zal verdwijnen als rook, de aarde zal verslijten als een kleed, evenzo zullen haar bewoners sterven. Maar Mijn heil zal voor eeuwig bestaan, Mijn gerechtigheid zal niet verbroken worden.
Hoe dat verwisselen in zijn werk gaat staat geschreven in (2 Petrus 3:7,10,12), waarin staat dat de hemelen en de aarde zijn opgespaard voor het vuur tot de dag van het oordeel.
Engelen zijn persoonlijkheden met hun eigen taal en worden in de Schrift vaak dienende taken toebedeeld zoals boodschappers van God:
(Hebreeën 1:13-14) 13 En tegen wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten? 14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven?
(1 Korinthe 13:1) 1 Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken,….
Hebreeën hoofdstuk 2
Het unieke evangelie werd aan ons gegeven door het Woord, samen met de unieke wonderen:
(Hebreeën 2:1-4) 1 Daarom moeten wij ons te meer houden aan wat door ons gehoord is, opdat wij niet op enig moment afdrijven. 2 Want als het woord dat door engelen gesproken werd, al bindend was en elke overtreding en ongehoorzaamheid rechtvaardige vergelding ontving, 3 hoe zullen wij dan ontvluchten, als wij zo’n grote zaligheid veronachtzamen, die in het begin door de Heere is verkondigd, en die aan ons is bevestigd door hen die Hem gehoord hebben. 4 God heeft er bovendien mede getuigenis aan gegeven door tekenen, wonderen en allerlei krachten, en gaven van de Heilige Geest, overeenkomstig Zijn wil.
(Johannes 8:12) 12 Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.
(Markus 5:41) 41 En Hij pakte de hand van het kind en zei tegen haar: Talitha, koemi! Dat is vertaald: Meisje (Ik zeg je), sta op.
Het zegt veel over Gods liefde voor de mensen, dat God (YHWH) zich heeft bekommerd over Jezus toen Hij als mens (als Mensenzoon) op de aarde verbleef:
(Hebreeën 2:5-6) 5 Want Hij heeft de komende wereld, waarover wij spreken, niet onderworpen aan de engelen, 6 maar iemand heeft ergens getuigd: Wat is de mens, dat U aan Hem denkt, of de Mensenzoon (Jezus), dat U naar Hem omziet?
(Psalm 8:4-6) 4 Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, 5 wat is dan de sterveling, dat U aan Hem denkt, en de Mensenzoon (Jezus), dat U naar Hem omziet? 6 Toch hebt U Hem weinig minder gemaakt dan de engelen en Hem met eer en glorie gekroond.
Jezus is voor korte tijd op aarde minder geweest als de engelen:
(Hebreeën 2:7-8) 7 U hebt Hem voor korte tijd minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt U Hem gekroond. U hebt Hem gesteld over de werken van Uw handen; 8 alle dingen hebt U onder Zijn voeten onderworpen….
(Mattheüs 28:18) 18 En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
De Messias heeft de wereld overwonnen en daarmee Satans wereld van dood overwonnen (Joh. 16:33).
De kinderen van de belofte, het nageslacht van Abraham, zijn aan Jezus gegeven door God:
(Hebreeën 2:13-16) 13 En verder: Ik zal Mijn vertrouwen op Hem stellen. En vervolgens: Zie, Ik en de kinderen die God Mij gegeven heeft. 14 Omdat nu die kinderen van vlees en bloed zijn, heeft Hij eveneens daaraan deel gehad om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen, 15 en allen te verlossen die door angst voor de dood gedurende heel hun leven aan slavernij onderworpen waren. 16 Want werkelijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het nageslacht van Abraham aan.
(Galaten 3:26-29) 26 Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. 27 Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. 28 Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. 29 En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte, erfgenamen.
Jezus heeft door Satans daden te weerstaan hem (geestelijk gesproken) in de kop vermorzeld:
(Efeziërs 2:1-2) 1 Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, 2 waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid,
(1Korinthiërs 15:21-22) 21 Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. 22 Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.
Jezus aardse loopbaan was de voorbereiding op Zijn taak als getrouwe Hogepriester. Door al de zaken waarin Jezus zelf door Satan werd beproefd kan Hij ook Gods kinderen helpen:
(Hebreeën 2:17-18) 17 Daarom moest Hij in alles aan Zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om de zonden van het volk te verzoenen. 18 Want waarin Hij Zelf geleden heeft, toen Hij verzocht werd, kan Hij hen die verzocht worden, te hulp komen.
(Hndelingen 8:32-33) 32 En het schriftgedeelte dat hij (de Ethiopiër) las, was dit: Hij is als een schaap naar de slachting geleid en zoals een lam stemmeloos is bij de scheerder, zo doet Hij Zijn mond niet open. 33 In Zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen en wie zal over Zijn geslacht vertellen? Want Zijn leven wordt van de aarde weggenomen. (Jesaja 53:7-8)
Verlang naar het Hogepriesterschap van Jezus en ontwikkel geen ongelovig hart
Hebreeën hoofdstuk 3
Jezus is onze Hogepriester, de getrouwe Hogepriester van het evangelie die we belijden:
(Hebreeën 3:1-3) 1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten aan de hemelse roeping, let op de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis: Christus Jezus. 2 Hij is getrouw aan God, Die Hem aangesteld heeft, zoals ook Mozes trouw was in heel Zijn huis. 3 Want Christus is zoveel meer heerlijkheid waard geacht dan Mozes, evenals hij die het huis gebouwd heeft, meer eer ontvangt dan het huis zelf.
(Mattheüs 17:5) 5 Terwijl hij (Petrus) nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!
Jezus wordt als Zoon van God grotere eer en heerlijkheid waard geacht dan Mozes als dienaar (Hebr. 3:5-6). Christenen moeten niet opstandig en ongelovig worden zoals het Joodse volk herhaaldelijk was. Daarom zal het Joodse ongelovige geslacht Gods rust of 1000-jarige rijk niet binnengaan:
(Hebreeën 3:10-11) 10 Daarom ben Ik toornig geworden op dat geslacht en heb gesproken: Altijd dwalen zij met hun hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend. 11 Daarom heb Ik in Mijn toorn gezworen: Mijn rust zullen zij niet binnengaan!
(Exodus 20:11) 11 Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.
(Openbaring 20:6) 6 Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
Ongelovigen dwalen met hun hart. Ook onder Christenen is de vulling van het hart verschillend.
Het geweten, soms het knagende geweten, is volledig afhankelijk van dit geestelijke hart:
(1 Timotheüs 1:5) 5 Het einddoel nu van het gebod is liefde die voortkomt uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof.
(Mattheüs 15:18-19) 18 Maar de dingen die uit de mond komen, komen voort uit het hart, en die verontreinigen de mens. 19 Want uit het hart komen voort kwaadaardige overwegingen, alle moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen, lasteringen.
Met een zwak of lauw geloof is de kans aanwezig dat het hart met afvalligheid wordt gevuld:
(Hebreeën 3:12) 12 Zie erop toe, broeders, dat er nooit in iemand van u een verdorven hart zal zijn, vol ongeloof, om daardoor afvallig te worden van de levende God;
(2 Timotheüs 4: 3-4) 3 Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten. 4 Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels.
Hebreeën hoofdstuk 4
De Joodse Sabbat was een afschaduwing van een ‘nieuwe’ Sabbat met Jezus als Heer van de Sabbat:
(Kolossenzen 2:16-17) 16 Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. 17 Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen,…
(Mattheüs 12:8) 8 Want de Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat.
De toekomstige rust of sabbat is, zoals eerder gezegd, het duizendjarige rijk.
Gods volk, getrouwe Christenen, zullen Gods rust of het duizendjarige rijk met zekerheid ingaan:
(Hebreeën 4:4-5,8-9) 4 Want Hij heeft ergens over de zevende dag als volgt gesproken: En God heeft op de zevende dag van al Zijn werken gerust. 5 En op deze plaats opnieuw: Zij zullen Mijn rust niet binnengaan!….8 Want als Jozua hen al in de rust gebracht had, zou God daarna niet gesproken hebben over een andere dag. 9 Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het volk van God,….
Jezus als woordvoerder was ‘het woord van God’, het licht van de wereld:
(Hebreeën 4:12-13) 12 Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart. 13 En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen.
(Johannes 1:14) 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid.
Christenen worden aangemoedigd om de goede strijd voor eeuwig leven te voeren, door geloof te tonen in Jezus woorden en deze te doen. Ondanks al onze zwakheden.
De Hogepriester Jezus is tot de dood toe verzocht en zal ons beslist helpen wanneer dat nodig is:
(Hebreeën 4:14-16) 14 Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden. 15 Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. 16 Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.
(1 Timotheüs 6:12) 12 Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen.
Tot slot:
De afval van Christenen (2 Thess. 2:3) wordt gevolgd door de voorzegde Antichrist op het wereldtoneel. Met alle pracht en praal en wondertekens door de Antichrist, de valse hogepriester, zal deze beproeving binnenkort komen. We hebben echter al onze getrouwe Hogepriester die we gehoorzamen en willen onder geen beding een andere hebben:
(Openbaring 13:11,13) 11 En ik zag ‘een ander beest’ opkomen, uit de aarde, en het had twee horens, als die van het Lam, maar het sprak als de draak…….13 En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerkomen op de aarde, voor de ogen van de mensen.
Hij zal onder Christenen met sluwe gedachten en verhaaltjes een opstandige geest zaaien:
(1 Johannes 4:2-3) 2 Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; 3 en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is.
Deze Antichrist (het ‘andere’ beest Op. 13:11, de valse profeet) zal beslist proberen Christenen te misleiden en dwingen om een merkteken te accepteren:
(Mattheüs 24:23-24) 23 Als iemand dan tegen u zegt: Zie, hier is de Christus of daar, geloof het niet; 24 want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zó dat zij – als het mogelijk zou zijn – ook de uitverkorenen zouden misleiden.
(Openbaring 13:16-17) 16 En het (‘andere’ beest Op. 13:11) maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd, 17 en het (‘andere’ beest Op. 13:11) maakt dat niemand kan kopen of verkopen, behalve hij die dat merkteken heeft, of de naam van het beest of het getal van zijn naam.
Christenen weten wat hun nog te wachten staat, maar hoeven daar geen angst voor te hebben:
(Psalm 118:6) 6 De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen?
In het tweede deel gaan we verder hoe we ons geestelijk kunnen wapenen tegen de komende Antichrist en volgt een verdere beschouwing van Jezus taak als verheven Hogepriester.